De Israëlische schrijver Amos Oz, (eig. Amos Klausner) werd geboren in Jeruzalem op 4 mei 1939. Zie ook mijn blog van 4 mei 2010 en verder de tags voor Amos Oz op deze blog.
Uit: Eine wahre Geschichte über Liebe und Abenteuer (Vertaald door Mirjam Pressler)
“Am Schabbat vormittag, hieß es, würden alle Delegierten der Vollversammlung an einem Ort namens Lake Success zusammenkommen und über unser Schicksal entscheiden: “Wem Leben und wem Untergang beschieden ist!” sagte Herr Abramsky. Frau Tosia Krochmal holte unterdessen die Verlängerungsschnur der elektrischen Nähmaschine aus der Puppenklinik ihres Mannes, damit die Lembergs ihr schweres schwarzes Rundfunkgerät hinaustragen und auf den Balkontisch stellen konnten. (Es war das einzige Radiogerät in der Amos-Straße, wenn nicht das einzige in ganz Kerem Avraham.) Dort, auf dem Balkon der Lembergs, würde man das Gerät auf volle Lautstärke drehen, und wir alle würden uns versammeln – bei den Lembergs, im Hof, auf der Straße, auf dem Balkon der Wohnung über ihnen und den Balkonen gegenüber, und so könnte die ganze Straße die “laufende Sendung” mithören (so nannte man damals auf hebräisch die Direktübertragung), damit wir erführen, wie die Entscheidung ausfiele und was die Zukunft für uns bereithielte (“wenn es nach diesem Schabbat überhaupt noch eine Zukunft gibt”).
“Lake Success”, sagte Vater, “bedeutet übersetzt ‘See des Erfolgs’, das heißt, es ist das Gegenteil von dem Tränenmeer, das für Bialik das Schicksal unseres Volkes symbolisiert. Und Eurer Hoheit”, fügte er hinzu, “werden wir diesmal entschieden erlauben, an dem Ereignis teilzunehmen, im Rahmen der neuen Position von Eurer Hoheit als Zeitungsleser par excellence und als militärischer und politischer Kommentator.”
Mutter sagte: “Ja, aber mit Pullover. Es ist schon kalt.”
Doch am Schabbat morgen stellten wir fest, daß die schicksalsentscheidende Beratung, die in Lake Success für nachmittags anberaumt war, bei uns erst am Schabbatausgang beginnen würde, wegen des Zeitunterschieds zwischen New York und Jerusalem. Oder vielleicht auch, weil Jerusalem ein so entlegener Ort war, fernab der großen Welt, hinter den Bergen und in weiter Ferne, so daß alles, was in der großen Welt geschah, zu uns immer nur als schwacher Widerhall drang, als blasses Echo eines Echos, und selbst das immer mit erheblicher Verspätung. Die Abstimmung, so rechnete man bei uns aus, würde nach Jerusalemer Zeit erst sehr spät stattfinden, kurz vor Mitternacht, zu einer Uhrzeit, an der dieser Junge längst im Bett sein müsse, denn auch morgen müsse man ja aufstehen und zur Schule gehen.”
Amos Oz (Jeruzalem, 4 mei 1939)
Een jonge Amos Oz
De Nederlandse schrijver Christiaan Weijts werd geboren in Leiden op 4 mei 1976. Zie ook mijn blog van 18 oktober 2006 enook mijn blog van 4 mei 2010 en verder de tags voor Christiaan Weijts op deze blog.
Uit: De polyfonie van het innerlijk (Bij Pessoa’s gedichten)
„En wat die spannende biografie betrof, ook in dat opzicht bleek Pessoa de zonderling onder de helden in onze rugzakken. Juist de totale afwezigheid van sappig of zelfs maar enerverend biografisch materiaal maakte hem zo legendarisch. Vooruit, hij had zich dood gedronken, dat pleitte voor hem, en naar eigen zeggen had hij de dertig gedichten van ‘Alberto Caeiro’ in één extatische openbaring opgeschreven. Maar dat waren nu juist die zenachtige gedichten.
Wat moest ik met Pessoa? Om eerlijk te zijn: ik weet het nog steeds niet. En dat terwijl ik toch met enige regelmaat in zijn oeuvre lees. Of eigenlijk moet ik zeggen: er een duik in neem, want Pessoa is alleen te lezen alsof het een complete literatuur van een heel taalgebied, land of tijdperk is. Inclusief de secundaire literatuur of metaliteratuur, want Pessoa’s heteroniemen reageren op elkaars werk en reflecteren op dat van zichzelf.
Zoiets laat zich niet systematisch ontsluiten, dat doorkruis je op de tast, op goed geluk. Waar je ook begint, je hebt altijd het gevoel ergens halverwege binnen te vallen, lukraak iets uit die kist met zeventwintigduizend velletjes papier te hebben getrokken. Geleidelijk aan ontwikkel je voorkeuren voor bepaalde heteroniemen (voor mij zijn de fragmenten van ‘semi-heteroniem’ Bernando Soares, gebundeld als Het boek der rusteloosheid het hoogtepunt), en af en toe kom je iets tegen waarvan je je verwonderd afvraagt: is dat óók Pessoa? Zo stuitte ik in de brieven, dagboeken en beschouwingen gebundeld in Mijn droom is van mij (De Arbeiderspers, 1995) op politieke observaties die gisteren geschreven konden zijn: ‘Van de verschillende vormen van verbaal bijgeloof waarmee de pseudo-intelligentsia van onze tijd zich voedt, is de meest gangbare die van “publieke opinie”.’
Christiaan Weijts (Leiden, 4 mei 1976)
De Vlaamse schrijfster Monika van Paemel werd geboren op 4 mei 1945 in Poesele in Oost-Vlaanderen. Zie ook mijn blog van 4 mei 2010 en verder de tags voor Monika van Paemel op deze blog.
Uit: The Accursed Fathers (Vertaald door Basil Kingstone)
“Sunday excursions to the war cemeteries. The prettiest gardens you could imagine. Between the endless rows of tombstones: roses, heather, climbing plants — not to mention the poppies. Something is in flower in every season. Plants from the dead men’s countries. Inscription: ‘May the heavenly winds blow softly over that far and foreign grave…’ ‘Look at all the boys lying here!’ Elisabeth blows her nose. Nowhere else is the grass so springy. The moss so soft. And the silence that you’d like to mistake for peace. Lysenthoek, Vladslo, Tyne Cot Cemetery. Figures that make your head spin. A good place to hide, invisible among the ghosts. In the bare land, under the red beeches. Protected in the dunes. When the snow has covered the mounds of the graves, endless. Our footprints. Crackling kisses. Blinding flakes. Hold me tight. If they rise again. Wandering noiselessly through the walls. Infiltrate our houses. Or if the neutron bomb has already fallen. J’accuse. If it was only a movie… Imagination limps along behind reality.”
Monika van Paemel (Poesele, 4 mei 1945)
De Engelse schrijver Graham Swift werd geboren op 4 mei 1949 in Londen. Zie ook mijn blog van 4 mei 2008 en ook mijn blog van 4 mei 2009 en ook mijn blog van 4 mei 2010.
Uit: The Light of Day
“Something’s come over you.” That’s what Rita said, over two years ago now, and now she knows it wasn’t just a thing of the moment.
Something happens. We cross a line, we open a door we never knew was there. It might never have happened, we might never have known. Most of life, maybe, is only time served.
Morning traffic in Wimbledon Broadway. Exhausts steaming. I turn the key in the street door, my own breath coming in clouds.
“Something’s come over you, George.”
But she knew even before I did. She’s not in this job for nothing, she can pick up a scent. And soon she’s going to leave me, any day now, I can tell. I can pick up a scent as well.
She’s here before me of course. When isn’t she? She doesn’t sleep these days, she says. “These days” have lasted years. Always awake with the dawn, so why not? Always something to be done. And I pitch up after her. Boss’s privilege. Though it’s not yet half-past eight, and last night I was out on a job till gone two. And today’s a special day.
As I reach the top of the stairs I hear the click and hiss of an already warm kettle being switched on. The computer in her little compartment (we call it the “reception area” but “area” ’s a generous word) is already up and running. It feels like she might have been here all night.
“Cold,” she says, with a shiver at the air I’ve brought in and a little nod to the outside world.
“But beautiful,” I say.
She’ll have been here before the sun hit the streets.
“Coffee or tea?” she says, ignoring my smile-and that word-as if insisting I’ll have had a rough start.“
Graham Swift (Londen, 4 mei 1949)
Zie voor nog meer schrijvers van de 4e mei ook mijn vorige blog van vandaag en eveneens mijn eerste blog van vandaag.