Anousha Nzume

De Nederlands schrijfster, actrice, columniste, programmamaakster Anna Senga “Anousha” Nzume werd geboren in Moskou op 12 juli 1969. Nzume is de dochter van een Russische moeder en een Kameroense vader, die in de Sovjet-Unie geneeskunde studeerde. Het gezin kwam naar Nederland toen haar vader meer ervaring wilde opdoen als arts. Haar vader keerde terug naar Kameroen en Nzume groeide op in Amsterdam onder de achternaam Steijn, de naam van haar stiefvader. Sinds haar achttiende voert ze de naam van haar biologische vader. Na haar studie aan de Kleinkunstacademie speelde ze onder andere in “Onderweg naar Morgen” (1994) en “Vrouwenvleugel” (1995). Op toneel stond ze in “Josephine the Musical”, “Bubbelin’ Brown Sugar” en “De Roze Krokodillen”. Daarna studeerde ze een aantal jaar acteren en regie in New York aan NYU en bij the Barrow GROUP. In 2000 stond ze in de finale van het Leids Cabaret Festival en in de jaren daarna speelde ze twee solovoorstellingen en een duovoorstelling met Colette Noteboom. Met Jeremy Baker schreef ze de NTR-televisieserie Schoolplein (2006). In 2010 schreef ze mee aan een theatervoorstelling gebaseerd op het boek “De koningin van Paramaribo” en speelde daar ook in. Nzume is columniste (“druktemaker”) in De Nieuws BV. Ze presenteerde enkele programma’s voor NTR-radio en NET 5. Nzume schreef artikelen voor onder andere de Volkskrant, NRC Next en Esta. Ook tourde ze met de Duitse zangeres Nena. Ze presenteerde in 2013 de demonstratie tegen de Russische anti-homowet. Samen met Ebissé Rouw en Mariam El Maslouhi heeft Nzume de podcast Dipsaus opgericht, een maatschappijkritische podcast door en voor vrouwen van kleur en alle andere geïnteresseerden. De eerste aflevering verscheen op maandag 7 november 2016. In 2017 publiceerde ze het boek “Hallo witte mensen” over “wit privilege” en andere vormen van racisme.

Uit:Hallo witte mensen

„Die avond in de Roxy hield ik mijn mond verder tegen de knappe jongen. Ik was 19 en zelf ook het product van een institutioneel racistische samenleving. Opgegroeid in Amsterdam-Buitenveldert, opgeleid op witte scholen en lid van een Amstelveense hockeyclub. Als een van m’n vriendinnen zei dat ik ‘best’ knap was voor een negerin antwoordde ik, ‘dank je wel’, en meende ik dat. Opgegroeid bij een witte moeder en witte stiefvader kwam ik nauwelijks met vrouwen van kleur in anaraking. Over de zwarte vrouwen die ik op tv zag of op toneel had ik ambivalente gevoelens. Want welke zwarte vrouw zag ik? Zangeressen en sporters. Veelal wat extreme types, vond ik zelf als puber, want zoals veel pubers wilde ik vooral ‘normaal’ en ‘onopvallend’ zijn.
Ik weet nog dat witte mensen vaak tegen me zeiden dat ik op de zangeres Randy Crawford leek. Het was (neem ik aan) bedoeld als compliment, maar ik vond het verschrikkelijk! Die broeierige Randy Crawford die in een witte jurk, duidelijk zonder bh, heupwiegend en hijgerig stond te zingen over het harde leven vol seks en drugs op de straten van New York… Wat had ik daar nou mee te maken? Ik droeg een paardenstaart en zat op ballet. Wat in godsnaam had ik gemeen met die ‘exotische verrassing’? Ja, lieve witte mensen, dat was een van de standaardtermen voor vrouwen van kleur in die tijd. Behalve dan m’n kleur en m’n neusbreedte? Zelfs dat niet, want ik was (gelukkig, vond ik toen) lichter en m’n neus was (helaas, vond ik destijds) nog breder dan die van haar. Als ik nu naar foto’s van Randy Crawford kijk, zie ik wat mensen toen waarschijnlijk bedoelden. We hebben allebei een lieve bolle toet. Maar daar eindigt elke gelijkenis. Zo leek ik qua toet en warme glimlach ook op Julie van The Love Boat, maar met die vergelijking kwam niemand.”

 
Anousha Nzume (Moskou, 12 juli 1969