Anton H.J. Dautzenberg

De Nederlandse schrijver Anton H.J. Dautzenberg werd geboren in Heerlen op 13 december 1967. Hij publiceerde in 2010 de absurdistische verhalenbundel ‘Vogels met zwarte poten kun je niet vreten’ en in 2011 het autobiografische ‘Samaritaan’, over zijn keuze om bij leven een nier ter donatie af te staan aan een onbekende en de reacties daarop. Eerder verschenen drie boeken onder het pseudoniem ‘Troy Titane’. Dautzenberg woont en werkt in Tilburg. Dautzenberg studeerde journalistiek en bedrijfskunde. In februari en maart 2011 publiceerde Dautzenberg in de VPRO-Gids een serie van drie interviews. De interviews waren bedoeld als begeleiding bij drie programma’s over de op dat moment actuele financiële crisis. Eén daarvan had Dautzenberg gehouden met Lemmy Kilmister (de oprichter van de band Motörhead), die een expert op het gebied van de financiële crisis zou zijn. Kort hierop publiceerde de VPRO een rectificatie op haar website en in de VPRO Gids. Dautzenberg bleek de serie artikelen volledig uit zijn duim te hebben gezogen, om “de werkelijkheid als thema te onderzoeken door deze te duiden, te manipuleren, te transponeren, te vermenigvuldigen of te negeren”.[1] Dautzenbergs beschrijving van een interview met Arnon Grunberg berustte wel deels op waarheid, maar ook deels op verzinsels. Dautzenberg werd in 2011 lid van Vereniging MARTIJN, die een tijdlang verboden is geweest. Hij deed dit uit protest tegen een zoals hij het zelf stelde ‘heksenjacht tegen pedofielen’. Hoewel hij het gedachtegoed van Vereniging MARTIJN niet ondersteunt en het uitoefenen van pedofiele handelingen ten strengste verwerpt, vindt hij dat mensen met pedofiele gevoelens hierover moeten mogen fantaseren en praten zonder daarvoor bedreigd of geweld aangedaan te worden

 Uit: Samaritaan

“Wie ben jij?
‘Ik ben de schrijver van dit boek.’
De schrijver? Dit boek?
‘Een autobiografische roman nog wel.’
Het moet niet gekker worden… Volgens mij is de dosis morfine te hoog, veel te hoog. Ik ben overvallen door een mystieke slaap. Ik zal de verpleegster even bellen, dan kan zij het pompje nakijken.
‘Dat is niet nodig. Ik heb helemaal geen kwade bedoelingen. Zoals ik al zei, is het een autobiografisch boek.’
Ik laat dit even tot me doordringen…
‘Neem de tijd.’
Stel dat ik mijn hallucinatie voor de grap even volg… Ik ben een personage in een boek, in jouw boek?
‘Klopt.’
En dat boek is autobiografisch?
‘Ook juist.’
Dan ben ik dus in feite… jou?
‘Ja en nee.’
Waarom doe je toch zo moeilijk?
‘Ik geef antwoord op je vraag.’

 
Anton H.J. Dautzenberg (Heerlen, 13 december 1967)