Arno Geiger, Michael Longley

De Oostenrijkse schrijver Arno Geiger werd geboren op 22 juli 1968 in Bregenz, Vorarlberg. Zie ook alle tags voor Arno Geiger op dit blog.

Uit: Onder de Drachenwand (Vertaald door Wil Hansen)

“Aan de hemel, hoog in de lucht, kon ik enkele wolken voorbij zien drijven, en toen begreep ik dat ik het had overleefd. / Later stelde ik vast dat ik dubbelzag. Alle botten deden me pijn. De volgende dag borstvliesontsteking, gelukkig goed doorstaan. Maar met mijn rechteroog zag ik nog steeds dubbel, en mijn reukvermogen was ik kwijt. Zo had de oorlog me ook ditmaal alleen maar even opzij geslingerd. Het eerste moment had ik het gevoel gehad dat ik werd opgeslokt door het gedreun en door de toch al alles opslokkende steppe en de toch al alles opslokkende rivieren, bij die ruime bocht van de Dnjepr. Onder mijn rechtersleutelbeen liep het bloed in glinsterende stroompjes naar buiten, ik keek ernaar, het hart is een krachtige pomp, en het pompte mijn bloed nu niet meer in mijn lichaam rond, maar dreef het uit mij, boem, boem. In doodsangst rende ik naar de geneeskundig officier, die mijn wond dichtdrukte en me provisorisch verbond. Ik keek toe, verbaasd over het geluk dat ik nog ademde. Een granaatsplinter had mijn rechterwang geraakt, uiterlijk was er weinig van te zien, een andere splinter zat in de rechterdij, pijnlijk, en een derde splinter had onder mijn sleutelbeen een groot bloedvat geraakt, hemd, uniformjasje en broek waren doordrenkt van het bloed. Het onbeschrijflijke gevoel dat je het hebt overleefd, met niets te vergelijken. Als kind de gedachte: als ik groot ben. Nu de gedachte: als ik het overleef. / Wat is er mooier dan in leven te blijven? Het gebeurde in precies dezelfde omgeving als waar we twee jaar geleden in dezelfde tijd hadden gezeten. Ik kon me alles goed herinneren, ik herkende de omgeving meteen weer, de wegen, alles nog steeds hetzelfde. Maar de wegen waren er sindsdien niet beter op geworden. We lagen bij een verwoest dorp, de meeste tijd onder vuur. ’s Nachts was het al zo koud dat het water in de emmer bevroor. Ook op de tenten lagen ijskorsten. / Onze terugtocht was één grote vuurstreep, vreselijk om te zien. En ontnuchterend om erover na te denken. Alle stromijten stonden in brand, alle kolchozen stonden in brand, juist de huizen bleven meestal overeind. De bevolking moest naar achteren geëvacueerd worden, maar dat kon maar gedeeltelijk worden doorgevoerd, voor een groot deel waren de mensen niet weg te krijgen, het kon hun niet schelen of ze werden doodgeschoten, maar weg wilden ze in elk geval niet. En de oorlog woedde voort, voor de een voorwaarts, voor de ander achterwaarts, maar altijd jachtig, hoogst bloederig en onbegrijpelijk.”

 

Arno Geiger (Bregenz, 22 juli 1968)

 

De Ierse dichter Michael Longley werd geboren op 27 juli 1939 in Belfast. Zie ook alle tags voor Michael Longley op dit blog.

 

Salomonszegel

In de schaduw van de zelf gezaaide hazelaars
In een achterste hoek van onze tuin,
Rechts van de bloeiende bes
Een onverwacht Salomonszegel
Die Ik je wil laten zien. Maakt het uit
Waarom zulke sierlijke klokken zo worden genoemd
(Zegels van een middeleeuws document?)
Het is mei en Salomon zegt: Sta op,
Mijn liefje, mijn schoonheid, en kom mee,
De winter is voorbij, de regen is voorbij
En weg. Bloemen verschijnen op de aarde.
Een eenzame sleutelbloem heeft
Onder onze beuk de eerste grasmaaibeurt overleefd.
De tijd van het zingen van vogels is gekomen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Michael Longley (Belfast, 27 juli 1939)

 

Zie voor de schrijvers van de 22 juli ook mijn blog van 22 juli 2020 en eveneens mijn blog van 22 juli 2019 en ook mijn blog van 22 juli 2018 deel 2.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *