Bart Chabot, Luís Fernando Veríssimo

De Nederlandse dichter en schrijver Bart Chabot werd geboren in Den Haag op 26 september 1954. Zie ook mijn blog van 26 september 2010 en eveneens alle tags voor Bart Chabot op dit blog.

 

Uit: Broodje gezond

‘Dinsdag, 14 januari 1992
We zitten in een café. Eentje van ‘alle tijden’. Bruin, kleedjes op tafel, nieuwerwetse lampenkappen en een dor biljart. Zo hebben we in honderden cafés gezeten. We zijn niet de enigen, maar het is er ook niet druk. Amsterdammers. De bekkies staan niet stil. Het is vroeg in de ochtend. We hebben de nacht overgeslagen.
‘Wat ik me altijd heb afgevraagd, Herman,’ zeg ik. ‘Je vader en je moeder, je zussen, je broer?’
‘Voor mijn geboorte,’ antwoordt hij, ‘bestond er niets.’

Met hoge snelheid rijdt de taxi, als besmet door Broods gejaagdheid, via de trambaan de Overtoom af.
‘Ik heb een verrassing voor je,’ zegt Herman. Hij gebaart de chauffeur te stoppen op de hoek van een zijstraat. Brood springt uit de wagen en belt aan bij een deur waar met glimmende letters HUIZE RIA op staat.
Ik wil uitstappen, maar de taxichauffeur draait zich om en zegt met Amsterdamse tongval: ‘Ik heb Herman al heel wat keren in de wagen gehad. Ik vind ’t wel een aardige gozer, hoor. Ik mag ‘m ergens wel. Maar toch, ik weet het niet. Laatst had ik ‘m ook in mijn wagen, zat-ie achterin, ik kijk in mijn spiegel, had-ie een colbertjasje aan en een stropdas, met verder niks d’ronder. Moest ik hem ook naar een seksclub brengen. Hij lulde wel met me en hij gaf me ook een slokkie uit de fles die hij bij zich had, daar niet van, maar? Weet je wat ’t is? Je ken geen hoogte van hem krijgen.’

Als ik me bij Brood voeg, valt mijn oog op een klein goudkleurig bordje naast de deur met de tekst: Huize Ria. Discrete Ingang Om De Hoek.
‘Het mooie van het leven, vind ik,’ zegt Herman,’dat je, terwijl je midden in je zoektocht maar Jezus zit, toch nog goed terecht kunt komen.’
Daarop wijkt de deur.
Ria zelve doet ons open. Iggy, Broods hond, die vanmiddag meemag van zijn baas, is het eerste binnen. Terwijl madam Ria ons voorgaat de smalle gang in en ons uit onze jassen helpt, drukt Iggy met zijn snuit de tussendeur open en meldt zich bij de meisjes. Iggy is geen onbekende hier, Iggy weet de weg.
Ik tel acht meisjes, die op en om een halvemaanvormige bank zitten of hangen. We zijn de enige klanten.”


Bart Chabot (Den Haag, 26 september 1954)

DVD Cover van Herman Brood, Bart Chabot en Jules Deelder

 

De Braziliaanse schrijver Luís Fernando Veríssimo werd geboren op 26 september 1936 in Porto Alegre, Rio Grande do Sul. Zie ook mijn blog van 26 september 2010 en eveneens alle tags voor Luís Fernando Veríssimo op dit blog.

 

Uit: The Club of Angels: (Vertaald doorMargaret Jull Costa)

“After the funeral, we went back to my apartment, where we gathered in the study. The full complement of the surviving Beef Stew Club membership: all five of us. At the funeral, Lívia kept saying: “This is madness, Zi, madness. You must stop holding these suppers.” The matter to be discussed was, should we stop holding the suppers or not? The next host would be Pedro. In alphabetical order—Since Saulo had chosen to die out of order—Paulo should be the next to die.

“So, do we cancel the supper?” I asked.

“No,” said Paulo without a moment’s hesitation.

“I think we should take a vote,” said Samuel.

“I’m the main interested party,” said Paulo. “The supper will go ahead.”

Pedro suggested that he, rather than Lucídio, should choose the menu. Paulo disagreed. Lucídio would decide what to make. I suggested that we supervise the making of the meal, especially the last fateful portion. Paulo vetoed that too. Lucídio must have full freedom in which to do his work.

“Be honest,” said Paulo, “the deaths aside, have you ever eaten so well in your entire life as at Lucídio’s suppers?”

“No, but…”

“And there’s another thing. If we start interfering in his work, he’ll disappear. He’ll go away. He’ll leave us.”

“We’re the ones who are disappearing,” said Tiago. “One by one. One a month. The Beef Stew Club will come to an end not for lack of a cook, but for lack of members. We’re all dying!”

And then Paulo leaned back on the sofa—beneath one of Marcos’ paintings which, according to the artist, depicted the struggle of the One Being to free itself from the duality of body and spirit—and said:

“Well, I don’t know about you, but I don’t really care.”

 

Luís Fernando Veríssimo (Porto Alegre, 26 september 1936)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e september ook mijn blog van 26 september 2011 deel 2.