Bernard Dewulf, Tijs Goldschmidt, Shirley Hazzard, Adelbert von Chamisso, Les Barker

De Vlaamse dichter, schrijver en journalist Bernard Dewulf werd op 30 januari 1960 in Brussel geboren. Zie ook alle tags voor Bernard Dewulf op dit blog.

 

Moeder

Ze zou nu helemaal oud zijn,
een stille, bestaande vrouw
met de sleet in de vingers.

Op zondag zou ze nagaan
hoe ik slapeloos overblijf
met iemand die zij herkende.

In de laatste verwarring zou ze
een moederorde bewaren
op mijn weerspannige tafel.

Tussen mijn dringende leven,
tussen haar hese regels
zou ze mijn hele hart ondervragen.

Ik zou volbracht en verloren zijn,
zij zou haar geschiedenis verlaten
en weer mijn vader ontmoeten.

In mijn andere dagen zou zij
gelukkig afwezig zijn. Maar dat
zou ik kunnen verdragen.

 

Aan het water

Nu ik nooit van hier zal zijn
en dagelijks afkomstiger ben van elders,

nu ik hier dan toch in een bocht
aan het water een straat heb gelegd,

een vindplaats ingericht voor een kind,
een berk en wat rozen,

nu het kind over de latere voetpaden
met de jaren steeds meer afkomstig zal zijn

uit die straat aan het snelle water
tussen de oude berk en de rozen,

zal ik nooit meer van hier zijn dan nu.

 

Ouders

Nu ik al jaren waak over
de raadsels die ik heb gemaakt,
slaap ik weer vaker thuis.

Nu ze als raadsels groeien uit de kamers
en verdwijnen in straten waar ik niets meer hoor,
slaap ik weer vaker thuis.

Nu alleen het slapen nog over
mij waakt, hoor ik hoe waakzaam
ook zij in de kamers stonden

te luisteren naar mijn bestaan.

 

Bernard Dewulf (Brussel, 30 januari 1960

 

De Nederlandse schrijver Tijs Goldschmidt werd geboren op 30 januari 1953 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor Tijs Goldschmidt op dit blog.

Uit: Het gen van de ziel

“Vanaf mijn middelbareschooltijd ben ik onder de indruk geweest van Kousbroeks Anathema’s. Ik ben mede gevormd door de manier waarop hij – en ook die andere geloofloze medewerker van NRC Handelsblad, Karel van het Reve – over het christelijk geloof en de rooms-katholieke kerk schreef. Wie gelooft in de christelijke God troost zich met leugens, beweerde Kousbroek. Hijzelf zou dat onder geen beding willen. Toch zat de christelijke collage van teksten die in de loop der eeuwen was vervolmaakt, onmiskenbaar geraffineerd in elkaar. Aan iedereen was gedacht. Een gelovige was nooit eenzaam, want Hij was er altijd. Niemand hoefde zijn einde te vrezen, want na de dood begon het pas goed. En wie chronisch ziek was, onrechtvaardig behandeld, of straatarm, kon erop rekenen dat dit alles te zijner tijd zou worden rechtgezet. Op voorwaarde natuurlijk dat je je behoorlijk had gedragen en in deze God geloofde en niet in een andere, want dan belandde je al snel in shit creek. Een bijzonder kenmerk van dit vergevingsgezinde geloof was bovendien dat iedereen welkom was.
Al was Kousbroek geen evolutionist, hij was wel een rationalist in de geest van Richard Dawkins, de lucide Britse auteur van een imponerend oeuvre op het terrein van de evolutiebiologie. Hij schreef onder veel meer het boek The God Delusion, over God, het geloof en de onwenselijkheid daarvan. Iets dergelijks deed zijn geestverwant de naturalistische filosoof Daniel Dennett Breaking the Spell. Religion as a Natural Phenomenon.”

 

Tijs Goldschmidt (Amsterdam, 30 januari 1953)

 

De Australische schrijfster Shirley Hazzard werd geboren op 30 januari 1931 in Sydney. Zij overleed op 12 december jongstleden op 85-jarige leeftijd. Zie ook alle tags voor Shrley Hazzard op dit blog.

Uit: The Ancient Shore

“I was warned—as all are who pursue their dream—by those who define reality as a sequence of salutary disappointments that “reality” would soon set in. I was reminded that immemorial outsiders had followed that same cisalpine path. Yet we trusted to the private revelation. Of her time in Rome, Elizabeth Bowen wrote: “If my discoveries are other people’s commonplaces I cannot help it—for me they retain a momentous freshness.” And so, for most of us, it was and is.
I was fortunate when I first lived in Italy in being obliged to work for a year in Naples, a city that in its postwar dereliction had been virtually erased from the modern travel itinerary as arcane and insalubrious (and which for the same reasons remains little touched by tourism today—the last great Italian city whose monuments retain their animate, authentic context). In an old seaside house, nineteenth century, Pompeian red, I had high, humid rooms and a view that swept the bay—city and volcano, the long Sorrentine cape, and the island of Capri, which floated far or near according to the light. No expatriate English-speaking network existed to modify my ardor or palliate hard lessons. Then in my early twenties, I had lived around the world but had never previously seen Italy, never been there as a footloose tourist, and thus had no adjustment to make. To visit a beautiful country on holiday is a freedom, a suspension. To reside and work there is a commitment for which one must not only forfeit much of the indulgence that Italy extends to visitors but subdue, also, the visitor in oneself.
From other loved Italian places, the bay of Naples drew me back—to white rooms on Capri long ago and also, of recent years, to another seabound house on the Neapolitan shore.”

 

Shirley Hazzard (Sydney, 30 januari 1931)

 

De Duitse dichter en schrijver Adelbert von Chamisso werd op het slot Boncourt in de Champagne geboren op 30 januari 1781. Zie ook alle tags voor Adelbert von Chamisso op dit blog.

Uit: Peter Schlemihls wundersame Geschichte

“Ich erkannte gleich den Mann am Glanze seiner wohlbeleibten Selbstzufriedenheit. Er empfing mich sehr gut, – wie ein Reicher einen armen Teufel, wandte sich sogar gegen mich, ohne sich jedoch von der übrigen Gesellschaft abzuwenden, und nahm mir den dargehaltenen Brief aus der Hand. – »So, so! von meinem Bruder, ich habe lange nichts von ihm gehört. Er ist doch gesund? – Dort«, fuhr er gegen die Gesellschaft fort, ohne die Antwort zu erwarten, und wies mit dem Brief auf einen Hügel, »dort laß ich das neue Gebäude aufführen.« Er brach das Siegel auf und das Gespräch nicht ab, das sich auf den Reichtum lenkte. »Wer nicht Herr ist wenigstens einer Million«, warf er hinein, »der ist, man verzeihe mir das Wort, ein Schuft!« – »O wie wahr!« rief ich aus mit vollem überströmenden Gefühl. Das mußte ihm gefallen, er lächelte mich an und sagte: »Bleiben Sie hier, lieber Freund, nachher hab ich vielleicht Zeit, Ihnen zu sagen, was ich hiezu denke«, er deutete auf den Brief, den er sodann einsteckte, und wandte sich wieder zu der Gesellschaft. – Er bot einer jungen Dame den Arm, andere Herren bemühten sich um andere Schönen, es fand sich, was sich paßte, und man wallte dem rosenumblühten Hügel zu.

Ich schlich hinterher, ohne jemandem beschwerlich zu fallen, denn keine Seele bekümmerte sich weiter um mich. Die Gesellschaft war sehr aufgeräumt, es ward getändelt und gescherzt, man sprach zuweilen von leichtsinnigen Dingen wichtig, von wichtigen öfters leichtsinnig, und gemächlich erging besonders der Witz über abwesende Freunde und deren Verhältnisse. Ich war da zu fremd, um von alle dem vieles zu verstehen, zu bekümmert und in mich gekehrt, um den Sinn auf solche Rätsel zu haben.”

 


Adelbert von Chamisso (30 januari 1781 – 21 augustus 1838)
Chamisso, pijp rokend, door F. C. Weiß, rond 1830

 

De Engelse dichter Les Barker werd op 30 januari 1947 geboren in Manchester. Zie ook alle tags voor Les Barker op dit blog.

 

Red Kites

Dawn was close when I left the motorway;
It was my fancy to walk the Icknield Way.
I met the sun at the top of Shirburn Hill;
I saw the vale, and there was mist upon it still.

Nothing stirred in the early morning calm,
Save the kites over Portobello Farm,
Weaving dreams in the late September skies;
I lay me down and perhaps I closed my eyes.

She said she’d come from Saunderton that day;
Bound for Streatley along the ancient Way;
It was her fancy to leave the beaten trail
To see the kites and partake of bread and ale.

“A thousand years I’ve been climbing Shirburn Hill;
A thousand years and the kites are flying still.”
I made to ask her the meaning of her words;
She kissed me long and she whispered: “Watch the birds.”

We ate and drank and we made the sweetest love
Unseen by all but the kites that flew above.
Across the vale I gazed that perfect day,
I swear to God that there was no motorway.

She kissed me then, and her long hair brushed my arm;
There were kites over Portobello Farm,
Weaving dreams in the late September skies;
I lay me down and perhaps I closed my eyes.

Was I dreaming, or did we truly meet?
A thousand years and I’d not find love so sweet.
Across the moon flew a solitary kite;
I took the motorway and drove into the night.

 

Les Barker (Manchester, 30 januari 1947)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e januari ook mijn blog van 30 januari 2011 deel 2.