De Nederlandse dichter, schrijver en columnist Cees van der Pluijm werd geboren op 12 januari 1954 te Radio Kootwijk (Gld.). Zie ook alle tags voor Cees van der Pluijm op dit blog.
WINTER & HET WYLERBERGMEER
II
O Wylerbergmeer: vlies van ijs
Bedekt in tinten zwart en grijs
Je diepte die zo lokken kon –
Je lacht als was je niet goed wijs
En dan opeens: de winterzon
De sneeuw geeft al haar schitt’ring prijs
Ik voel opnieuw: dit is de bron
Van wat mijn hoofd aan lichtheid won
Hier lijkt een boom niet op een kruis
Of op een galg; hier stroomt wat komt
Hier staan de takken zelfs in knop
Hier slikt het water door de sluis
Terwijl die dwaze lach verstomt –
Van hier kan ik de berg weer op
1960
Je ging er eerst eens met je vader kijken
Naar het gebouw en naar de weg erheen
Je moest per slot maar zien dat je er kwam
Je kreeg een tas, wat geld, een boterham
Je was pas zes, moest haasten, mocht niet wijken
Een hele tippel voor een kind alleen
Je stapte uit de bus en koos je pad
Je wandelde parmantig door de stad
Het leek haast of het vanzelfsprekend was –
Maar eenzaam was het, en een bange reis
De wereld zou nog lang je vijand blijven
Je zou bij juffrouw Broenink leren schrijven
Gekortwiekt keurig zittend in de klas
Voorgoed verdreven uit het paradijs
SOS
De nacht is zonder jou zo onvertrouwd
Dat ik – alleen – de slaap niet vatten kan
Wij hebben ons een veilig nest gebouwd
Als alle vogels doen zo nu en dan
Wij woelden door de jaren van de strijd
Die liefde heet, een lange warme nacht
Nu slapen wij ons gaten in de tijd
En spelen slechts wanneer dat wordt verwacht
Ons spel als echo van een symfonie
Waarvan alleen de paukenslag nog klinkt
Een nagalm die allengs nog sterker slinkt
Van lepeltjes in stille harmonie
De nacht is zonder jou zo onvertrouwd
Wij liggen samen stil, van man tot man
Alleen maar met elkaar, zoals dat kan
Wanneer men droef is maar daar niet om rouwt.
De Nederlandse dichter en schrijver Jacques Hamelink werd geboren op 12 januari 1939 in Driewegen, bij Terneuzen. Zie ook alle tags voor Jacques Hamelink op dit blog.
De gehele ruimte
De gehele ruimte die nooit door is te vliegen
doordringt dit erbarmelijk dolend getierelier.
Krankzinnige heiligen hun eenzaamste kindertijdse
kippedrift die volhoudt, ongemalied en ongesierd.
Ongenaakbaar volmaakt als de populierenoverpissing
voor het wicht dat ik tot lief hief op mijn manier.
Vrouw die niet meer vloeit, gruwelijk van de minne
gebeten, minne die over mijn walg van je zegeviert.
Metalen spiegel
Geen gezelschappelijk leven leidde ik. Ik groette mijn sibbe, buren.
Gaf mijn vrije tijd aan het Boek, uitgezonderd de uren uitverkoren
door me voor scherts met mijn kinders. Wat oude vrienden betreft, ik
miste hun por in de ribben niet om bonmots als Van je vrienden moet
je het hebben. Toen kwam ik bij de kroon op voor de goor belasterde
krijgsgevangengenomen generaal van het oudheroïsche type, getuige de
zwarte brief door de Hunnen verstuurd die van Li Ling bewaard is
gebleven, en bevond me net zo alleen te staan als hij in de steppe.
Contra-scholarch
Wie meester Treiter gelooft, schmierend
‘de natuur is een kapotte televisiekast’
moge per helicopter wat boven het kooksel
in de kraterketel van de Mauna Loa hangen.
In de vuursoep die wordt omhooggeschoten
gaat de radende zon persoonlijk te gode.
Zo iemand van mening zou zijn dat hier
Disneyland is moet hij op de prut landen.
De Nederlandse dichter en schrijver Kamiel Verwer werd op 12 januari 1979 in Tilburg geboren. Zie ook alle tags voor Kamiel Verwer op dit blog.
Twee korte rijmpjes over het dichten:
I
Dichten is niet avontuurlijk
maar verzinnen wat zo hoort:
gesneden leed is maar figuurlijk
zegt de dichter onverstoord.
II
Om te dichten moet men doorgaans
ongelukkig zijn van binnen
dat is nog niet bewezen
maar voor het rijmen van de zinnen
kan met het maar beter wezen.
De Japanse schrijver en vertaler Haruki Murakami werd geboren op 12 januari 1949 in Kyoto. Zie ook alle tags voor Haruki Murakami op dit blog.
Uit: Norwegian Wood
„After German we caught a bus to Shinjuku and went to an underground bar called DUG behind the Kinokuniya bookstore. We each started with two vodka and tonics.
“I come here once in a while,” she said. “They don’t embarrass you about drinking in the afternoon.”
“Do you drink in the afternoon a lot?”
“Sometimes,” she said, rattling the ice in her glass. “Sometimes, when the world gets hard to live in, I come here for a vodka and tonic.”
“Does the world get hard to live in?”
“Sometimes,” said Midori. “I’ve got my own special little problems.”
“Like what?”
“Like family, like boyfriends, like irregular periods. Stuff.”
“So have another drink.”
“I will.”
I waved the waiter over and ordered two more vodka and tonics.
“Remember how, when you came over that Sunday, you kissed me?” Midori asked. “I’ve been thinking about it. That was nice. Really nice.”
“That’s nice.”
“‘That’s nice,'” she mimicked me. “The way you talk is so weird!”
“It is?”
“Anyhow, I was thinking, that time. I was thinking how great it would be if that had been the first time in my life a boy had kissed me. If I could switch around the order of my life, I would absolutely absolutely make that my first kiss. And then I would live the rest of my life thinking stuff like, Hey, I wonder whatever happened to that boy named Watanabe I gave my first kiss to on the laundry deck, now that he’s fifty-eight? Wouldn’t that be great?”
“Yeah, really,” I said, cracking open a pistachio nut.
“Hey, what is it with you? Why are you so spaced out? You still haven’t answered me.”
De Nederlandse dichter, schrijver en schilder Alain Teister (eig. Jacob Martinus Boersma werd geboren in Amsterdam op 12 januari 1932. Zie ook alle tags voor Alan Teister op dit blog.
Correspondentie
Mijn zoon schreef: papa,
dat jullie gescheiden zijn vind ik niet erg,
of wel, maar ik ben er ook aan gewend,
ik ben bijna elf,
maar dat mama niet een keer gehuild heeft
nu jij in het ziekenhuis ligt, en dat ze steeds
‘eigen schuld’ zegt,
dat vind ik niet lekker, jij?
Ik telegrafeerde: jawel, eigen schuld
is goud waard stop drink een cola
op mijn gezondheid stop en stuur als je zin hebt
een leuke tekening stop.
Zo ken ik je weer, schreef hij terug. Dag papa.
In de envelop zat een kleurige
viltstift-tekening van een doodskop
stop.
De Duitse dichter en schrijver Jakob Michael Reinho;d Lenz werd geboren op 12 januari 1751 in Seßwegen. Zie ook alle tags voor Jakob Michael Reinhold Lenz op dit blog.
Die Amazone
Aus ihren Augen lacht die Freude,
Auf ihren Lippen blüht die Lust,
Und unterm Amazonenkleide
Hebt Mut und Stolz und Drang die Brust.
Doch unter Locken, welche fliegen
Um ihrer Schultern Elfenbein,
Verriet ein Seitenblick beim Siegen
Den schönen Wunsch, besiegt zu sein.
An das Herz
Kleines Ding, um uns zu quälen,
Hier in diese Brust gelegt,
Wüßte mancher was er trägt,
Würde wünschen, tätst ihm fehlen.
Deine Schläge, wie so selten,
Mischt sich Lust in sie hinein
Und wie sind sie schnell, mit Pein
Jede Lust ihm zu vergelten!
Dennoch, weder Lust noch Qualen
Wär’ weit schrecklicher als das.
Lieber schmelzt mein Herz zu Glas!
Meines Schicksals heiße Strahlen,
Lieben, hassen, streben, zittern,
Hoffen, zagen bis ins Mark.
Ach, das Leben wär’ ein Quark
Tätest du es nicht verbittern.
Jakob Michael Reinhold Lenz (12 januari 1751- 24 mei 1792)
De Albanese schrijver Fatos Kongoli werd geboren op 12 januari 1944 in Elbasan. Zie ook alle tags voor Fatos Kongoli op dit blog.
Uit: Ein europäischer Traum (Vertaald door Joachim Roehm)
“Nun, nach diesen paradoxen Vorbemerkungen, wird es Zeit, dass ich zum Thema komme und berichte, wie und unter welchen Umständen es zu meinen Begegnungen mit Al Pacino und Kawabata kam, während der Express seine Bahn durch Europa zog. Wegen einer geradezu unglaublichen Denkblockade befand ich mich intellektuell am Nullpunkt: ich war zu nichts im Stande, konnte weder lesen noch schreiben, wünschte mir nichts, und am wenigsten hatte ich den Nerv, mich Debatten mit meinen Kollegen zu stellen. Dafür begann ich mich hingebungsvoll den Dingen des Alltags zu widmen. Ich hatte die Reise mit zwei Taschen mittlerer Größe angetreten, zu denen sich in Paris eine dritte gesellte. Ich sah mich gezwungen, diese relativ große neue Tasche zu kaufen, um all die Begleitmaterialien des Literaturexpress unterzubringen, die von Stadt zu Stadt umfangreicher wurden, und von denen ich mich nicht trennen konnte. Das heißt, ich schaffte es nicht, sie einfach in den Papierkorb zu werfen, immerhin handelte es sich um Geschenke. Dazu kamen noch die neuen Hemden und Unterkleider. Es war nämlich günstiger, Hemden und Unterwäsche neu zu kaufen, als das Gebrauchte zu deutlich höheren Preisen im Hotel waschen zu lassen. Das Ein- und Auspacken, das meistens in großer Hast und im letzten Augenblick erfolgte, und das sorgsame Anbringen des immer anders gefärbten Pappschilds für den Transport ins nächste Hotel am Griff eines jeden Gepäckstücks bereiteten mir Befriedigung.”
Zie voor nog meer schrijvers van de 12e januari ook mijn eerste blog van vandaag.