César Aira, Robert Gray, Sonya Hartnett, Marjolijn Februari, Toon Kortooms

De Argentijnse schrijver en vertaler César Aira werd geboren op 23 februari 1949 in Coronel Pringles. Zie ook alle tags voor César Aira op dit blog.

 

Uit: Die nächtliche Erleuchtung des Staatsdieners Varamo (Vertaald door Matthias Strobel)

„An einem Tag im Jahre 1923 verließ in der Stadt Colón (Panama) ein drittrangiger Schreiber das Ministerium, nachdem er zuvor die Kasse aufgesucht hatte, um sich, da es der letzte Arbeitstag des Monats war, sein Gehalt abzuholen. In der Zeit, die zwischen diesem Augenblick und dem Anbruch des folgenden Tages verging, also innerhalb von zehn bis zwölf Stunden, schrieb er ein langes Gedicht, in einem durch, ab der Entscheidung, es zu schreiben, bis zum Schlusspunkt, nach dem es keine Zusätze oder Änderungen mehr geben würde. Um diese Zeitspanne in sich abzuschließen, sei hier gesagt, dass er nie zuvor in seinem nun schon ein halbes Jahrhundert währenden Leben auch nur eine einzige Verszeile geschrieben hatte oder ihm ein Grund eingefallen war, warum er dies hätte tun sollen; auch danach schrieb er nie wieder etwas. Es war eine Blase in der Zeit und in seiner Biographie, ohne Vorläufer oder Nachfolger. Die Inspiration blieb innerhalb der Aktion und umgekehrt, wo die eine die andere nährte und beide sich gegenseitig verzehrten, ohne Reste übrig zu lassen. Trotzdem wäre es eine private und geheime Episode geblieben, wäre ihr Protagonist nicht Varamo gewesen und das daraus resultierende Gedicht nicht das berühmte Meisterwerk der modernen mittelamerikanischen Lyrik Der Gesang des jungfräulichen Kindes.
Ausgangs- und Höhepunkt der gewagtesten experimentellen Sprachavantgarde, wurde das rätselhafte Gedicht (das wenige Tage später als Buch herauskam, um den Mythos des Plötzlichen zu verfestigen, der
es seither umweht), weil es jeden Kritiker oder Literaturgeschichtler, der es in einen Kontext einzuordnen versucht, vor schier unüberwindliche Schwierigkeiten stellt, wiederholt als unerklärliches Wunder
bezeichnet.
Doch hat auf dieser Welt alles seine Erklärung. Wenn wir sie in diesem Fall finden wollen, müssen wir uns daran erinnern, dass diese Episode, wenn sie ein Ende hat (den Gedichttext), auch einen Anfang haben muss, schon aus Gründen der Symmetrie, so wie die Wirkung auf die Ursache folgt oder umgekehrt.“

 

César Aira (Coronel Pringles, 23 februari 1949)

 

De Australische dichter Robert Gray werd geboren op 23 februari 1945 in Port Macquarie. Zie ook mijn blog van 23 februari 2009 en ook mijn blog van 23 februari 2010 en ook mijn blog van 23 februari 2011.

 

poems happen in the dark
when the pupils of perception
dilate to enlightenment
and allow what little light
there is to penetrate the darkness

poems happen in the dark
when dim and scattered beams of light
enlighten scattered places
and fight against the nothingness

poems happen in the dark
to show the way amid the shadows
and create stark contrasts
with the night
and save us from the days

 

Wing-beat

In some last inventory, I’ll have lost a season
through the occlusion
of summer by another hemisphere.
Going there
the winter tolls twice
across the year. The leaves of ice
in their manuscripts
are shelved on the air and each sifts
fine as paper-cuts along the wind. I will go
to crippled snow
moving through the crossings, in the headlights
of early nights.
How glorious summer is to them
who have caught just a glimpse of its billowing hem.
‘Fifty springs are little room,’ an authority
in loss warns, but actuarially
I can expect to own
ten summers, before the heights of blue close down.
Although I’ve gone
northwards, I shall cross the lawn
at home – the trees and yard in bloom –
in the mirror in an empty room.

 

Robert Gray (Port Macquarie, 23 februari 1945)

 

De Australische schrijfster Sonya Hartnett werd geboren op 23 februari 1968 in Box Hill, Melbourne. Zieook mijn blog van 23 februari 2010 en ook mijn blog van 23 februari 2011.

 

Uit: Het Elfenkind (Vertaald door Karin Breuker)

“Hoewel ze wist dat ze slechts een klein onderdeeltje uitmaakte van hun drukke leven, wist ze ook dat ze veel van haar hielden als ze onder de omstandigehden voor haar op konden brengen. Maddy had haar tekortkomingen, en aan tafel was ze zich daar altijd scherp van bewust. Ze was geen pop, waar mama mee kon knuffelen en spelen; kleren en feestjes brachten haar in verwarring. Ze was geen jongen, die in de schaduw van de ijzeren man kon staan en die kon leren net zo angstaanjagend te zijn als hij. Maddy was in feite een kind waar je gemakkelijk overheen keek, aarzelend en terughoudend in haar contact met anderen, onopvallend als een muisje. Ze was snel gekwetst, en ze liet zich gemakkelijk om de tuin leiden en ontmoedigen. Maar als ze op zichzelf was aangewezen, was ze vindingrijk, zelfstandig en schrander voor haar leeftijd.”

 

Sonya Hartnett (Box Hill, 23 februari 1968)

 

De Nederlandse schrijfster, filosofe en columniste Marjolijn Februari (eig. Marjolijn Drenth) werd geboren in Coevorden op 23 februari 1963. Zie ook mijn blog van 23 februari 2010 en ook mijn blog van 23 februari 2011.

Uit: Word simpeler (Column)

„In de archieven van de Engelse krant The Telegraph las ik dat mensen überhaupt steeds minder vaak tiara’s dragen in hotels, een ontwikkeling die mogelijk samenhangt met het moderne gebruik van shampoo, waardoor ieder ornament uit je haar valt. Dit is, zegt de krant, „slightly detrimental to the wearing of tiaras”.

Geloof me, ik zou er uren over kunnen doorgaan, maar omdat we ook nog iets intellectueels moeten doen vandaag, stuur ik mijn gedachten in de richting van het concrete en het gebrek daaraan in onze tijd. Niet alleen leven we in een tijdperk van vage juridisering en virtuele communicatie, een tijdperk van grote woorden en onduidelijke begrippen dus, de moderne mens verliest ook het contact met de werkelijkheid doordat hij niet langer praat, maar opinieert.

In een essay over politiek en taal – Politics and the English language– schreef George Orwell al in 1946 dat de moderne taal zich verwijderde van het concrete. „The whole tendency of modern prose is away from concreteness.” Vooral in het schrijven over maatschappij en politiek zag hij een grote onverschilligheid ten opzichte van betekenis. Schrijvers hadden geen beeld voor ogen om daar dan vervolgens de woorden bij te zoeken, maar stelden teksten samen uit rondzingende, holle frasen, die aan elkaar werden geknutseld als een geprefabriceerd kippenhok.

Het is duidelijk, zei Orwell, dat verval van de taal allereerst politieke en economische oorzaken heeft; aan de gebrekkige talenten van de individuele schrijvers alleen kan het niet liggen.“

 

Marjolijn Februari (Coevorden, 23 februari 1963)

 

De Nederlandse schrijver Toon Kortooms werd op 23 februari 1916 in Deurne geboren. Zie ook alle tags voor Toon Kortooms op dit blog.

 

Uit: Help! De dokter verzuipt…

„Zo’n geneesheer als Edmund Angelino hebben wij nooit meer gehad. Hij was medicus van zijn geloof, om het aldus eens uit te drukken. Een man, groot in alles. Groot van gestalte. Groot van hart. Zijn handen waren groot. Zijn voeten waren het. Groot was zijn praktijk en daaraan evenredig zijn hartstocht voor zijn werk. Als hij na een ontmoeting afscheid van u nam, zei hij doorgaans: ‘Ik wens u beterschap zo ge soms ziek mocht worden!’ En wérd iemand van ons ziek, dan wenste hij hem niet alleen beterschap, doch genas hem ook.

Hij behoorde niet tot onze religie. Wij hebben dat nooit als een bezwaar gevoeld. Integendeel, zouden wij haast willen zeggen. Want hij was diep in zijn mysterieuze binnenste een gelovig mens die in zijn beroep herhaaldelijk de hand erkende van de Oppergeneesheer, zoals hij hem noemde. En bij het uitspreken van deze eretitel nam hij de hoed af en boog de blote kruin.

Zo kaal als zijn kruin was, zo begroeid waren zijn slapen. Aan weerskanten van zijn hoofd zat een hardnekkige wolk van witte haren. ‘Ach, mijn boomgrens is wat laag uitgevallen,’ kon hij goedmoedig spotten. Zijn eveneens witte wenkbrauwen huifden overmatig voorwaarts en zijn snor gaf hem iets van een walrus. Hij had een opvallend jeugdig gelaat. Zo’n energieke kop waar van alles mee gebeurt.

Faam genoot hij tot ver buiten de grenzen. Over hem gingen de onstuimigste verhalen en geruchten. Ze weefden een legende om hem heen. Ze kwamen voort uit het niets. Desnoods verzon hij ze zelf, nochtans zonder ooit te snoeven op zijn kundigheden.

Jaren had hij als militair arts in de tropen gewerkt. In Borneo met name, waar hij allerhande smerige ziektes en kwalen te lijf was gegaan met al zijn bekwaamheid en heel zijn lichamelijke kracht. Te vroeg gepensioneerd naar zijn zin, hadden ze hem teruggeroepen naar het kille winderige Holland. Hij verveelde er zich weldra stierlijk. Op een dag kwam hij bij ons.“

 

Toon Kortooms (23 februari 1916 – 5 februari 1999)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e februari ook mijn vorige blog van vandaag.