De Nederlandse dichter Daniël Dee werd geboren op 12 november 1975 in Empangeni, Zuid-Afrika. Zie ook mijn blog van 12 november 2010 en eveneens alle tags voor Daniël Dee op dit blog.
*
de fabriek waar compassie wordt geproduceerd
is stilgevallen en voor het eerst in eeuwen
komen de arbeiders naar buiten hun gezichten
ouder dan de tijd van woorden de arbeiders
ze schreeuwen niet maar in hun ogen staat
het verwijt te lezen: jullie zijn ons vergeten
Magie en hekserij
overblijvende
nachtschade
geneeskrachtig
helderziend
ei van de geest
liefdesplant
vertakt of gevorkt
ingesneden
afzonderlijk
ondergronds
giftig
hallucinogeen
duizeligheid
angstaanvallen
slapeloosheid
zware gevallen
woedeaanvallen
ademhalingsproblemen
delier
warmtegevoelens
heksenkruid
heksendrankjes en heksenzalf
miniatuurmensje
probeerseltje van de mens
bewerkt en besneden
het zeggen van speciale formules
en het dansen van bepaalde dansen
ijzingwekkende schreeuw
dodelijke schreeuw
lijkvocht
de urine en het zaad
galgenmannetje
Daniël Dee (Empangeni, 12 november 1975)
De Vlaamse schrijfster Lize Spit werd geboren in Viersel op 12 november 1988. Zie ook alle tags voor Lize Spit op dit blog.
Uit: Het smelt
“Ik fiets Pims erf op, de ganzen lopen blazend in hun hok met me mee, tot waar de draad het hen verhindert verder achter me aan te komen. Voor het melkhuisje tref ik de blauwe fiets van Laurens aan. Hij is ook te vroeg vandaag.
Het is de eerste keer sinds Jans begrafenis dat ik hier op uitnodiging ben. De laatste maanden heb ik enkel van op een afstandje staan kijken naar deze plek.
Pims vader komt op het geluid van de ganzen af, verschijnt in de deur van het melkhuisje. Zijn overall is te groot of zijn lichaam te mager. De pijpen hangen over de hielen van zijn klompen en rafelen uit. Zonder iets te zeggen steekt hij een vinger uit naar de hooizolder, keert terug in het huisje.
Pims vader is nooit een prater geweest. Soms wil ik weten hoe dat precies gegaan is, of binnenvetters boeren worden, of boeren binnenvetters. Dan zou ik kunnen inschatten wat er ons met Pim nog te wachten staat.
De hooizolder bevindt zich in de schuur, waarnaast een grote silo met droogvoer en een geparkeerde beerwagen staat, links op het erf. Bij het ernaartoe wandelen zie ik meteen het nieuwe zwembad. Het staat onder een zelf getimmerd afdak dat is overspannen met een doorzichtig zeil. Het bad heeft een doorsnede van vijf meter en een gekartelde, felblauwe rand. Er staat een wit opklapbaar trapje overheen. Op het water dobbert een opgepompte dolfijn. Van het zwarte dak van de schuur vertrekken leidingen die zijn vastgekoppeld aan het filtersysteem van het zwembad, langs waar opgewarmd water er weer in wordt gepompt. Zulke dingen leert Pim nu op school.
Vroeger was er hier niets, enkel een schuur omgeven door gaaf beton, ruimte voor tractors om te manoeuvreren. Het zwembad vormt een lelijk litteken.
De zware staldeuren van de schuur staan op een spatie waardoor ik binnen kan glippen zonder ze verder open te schuiven. Achterin staat de rode Honda, zonder achterwiel en met opengevezen motor.”
Lize Spit (Viersel, 12 november 1988)
De Amerikaanse schrijfster Lucia Berlin werd geboren op 12 november 1936 in Juneau, Alaska. Zie ook alle tags voor Lucia Berlin op dit blog.
Uit:Handleiding voor poetsvrouwen (Vertaald door Maaike Bijnsdorp, Lucie Schaap en Elles Tukker)
“Een grote oude indiaan in een vale Levi’s met een fraaie Zuni-riem.
Zijn haar wit, lang en met een frambooskleurige draad tot een staart gebonden in zijn nek. Het vreemde was dat we ongeveer een jaar lang steeds tegelijk bij Angels Wasserette waren. Maar nooit op dezelfde tijden. Ik bedoel, soms ging ik op maandag om zeven uur en dan weer op vrijdagavond om halfzeven en altijd zat hij er al.
Met mevrouw Armitage was dat anders geweest, al was ook zij oud. Dat was nog in New York, in de wasserij San Juan in Fifteenth Street. Porto Ricanen. Schuim dat uit de machines over de vloer liep. Ik was toen een jonge moeder en kwam op donderdagochtend altijd de luiers wassen. Zij woonde boven me, in 4C. Op een ochtend gaf ze me in de wasserette haar sleutel en ik nam hem aan. Ze zei dat als ik haar op een donderdag niet zou zien, ze dood zou zijn en of ik dan alsjeblieft naar boven wilde gaan om haar lichaam te vinden. Dat was iets verschrikkelijks om van iemand te vragen. En ik moest dus voortaan wel mijn was op donderdag doen.
Ze stierf op een maandag en ik ben nooit meer teruggegaan naar San Juan. De conciërge heeft haar gevonden. Ik weet niet hoe.
Maandenlang zeiden de indiaan en ik niets tegen elkaar bij Angel, maar zaten we naast elkaar in met elkaar verbonden gele plastic kuipstoeltjes, zoals op het vliegveld. Die schoven steeds in de scheuren in het linoleum met een geluid dat pijn deed aan je tanden.
Hij zat daar vaak slokjes van zijn Jim Beam te nemen terwijl hij naar mijn handen keek. Niet rechtstreeks, maar via de spiegel tegenover ons, boven de Speed Queen wasmachines. In het begin had ik er geen last van. Een oude indiaan die naar mijn handen zat te staren in een vieze spiegel tussen een vergelend bordje met strijken $ 1,50 per dozijn en eentje met het gebed voor innerlijke rust in fluorescerende oranje letters. god schenk me de innerlijke rust om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen. Maar toen begon ik me af te vragen of hij iets met handen had. Ik kreeg de zenuwen als hij toekeek hoe ik rookte en mijn neus snoot en door jaren oude tijdschriften bladerde. Lady Bird Johnson in een kano in een stroomversnelling.”
Lucia Berlin (12 november 1936 – 12 november 2004)
De Duitse schrijver, illustrator, radiopresentator en muzikant Frank Witzel werd geboren op 12 november 1955 in Wiesbaden. Zie ook alle tags voor Frank Witzel op dit blog.
Uit: Die Erfindung der Roten Armee Fraktion durch einen manisch depressiven Teenager im Sommer 1969
„Vorsichtig spähen wir auf die Straße. Die Bullen sind nirgendwo zu sehen. Los, schnell! Wir laufen die Weihergasse nach links runter und biegen rechts in die Feldstraße ein, dann zum Bahndamm und wieder rechts, Richtung Schrott Wiedemann. Wir müssen uns trennen, sagt Claudia. Ja, sage ich, wenn ich um sieben nicht daheim bin, krieg ich sowieso Ärger. Ich muss erst um acht da sein, sagt Bernd. Am besten, wir sehen uns ein paar Tage nicht. Wir nicken. Und wenn die Bullen bei einem vorbeikommen, dann sofort die anderen anrufen. Aber was sollen wir sagen? Einfach sagen, es geht um die Mathe-Hausaufgabe vom Montag. Mathe-Hausaufgabe Montag, okay. Dann weiß jeder Bescheid. Ansonsten Samstag um vier an der Lohmühle. Ich muss Samstag zur Beichte, kommt nicht außerdem Beat-Club? Dann um halb sechs, okay?
Am Abend um zwanzig nach acht im Schlafanzug in der Tür zum Fernsehzimmer beim Gute-Nacht-Sagen versuche ich, einen kurzen Blick auf den Fernseher zu erwischen, sehe verwackelte Aufnahmen von rennenden Männern auf nassen Straßen und bekomme wieder Angst. Nein, das waren nicht wir. Aber sie scheinen die Suche noch nicht aufgegeben zu haben. Ein Phantombild wird gezeigt, mit Bleistift gezeichnet, aber zum Glück sind die Haare bei dem viel länger, weil ich erst letzte Woche wieder zum Frisör musste und sie mir zur Zeit nicht mal mehr über die Ohren gehen. Aber der vorgeschobene Unterkiefer, das könnte schon ich sein. Und dann das nächste Bild. Eine Frau diesmal. Nein, auch nicht Claudia. Claudia sieht ganz anders aus, da stimmt aber auch gar nichts, sie hat ganz andere Augen, und die Lippen sind auch nicht so schmal.
Dann wird etwas von einem Bekennerbrief erzählt, aber wir haben uns zu nichts bekannt. Noch nie, also, auch vorher nicht. Einmal haben wir was zusammen geschrieben, aber nicht abgeschickt und außerdem gleich verbrannt, also, ich hab’s mitgenommen und auf dem Heimweg durch den Henkellpark, als gerade niemand kam, angezündet und auf den Kiesweg geworfen und dann noch, als es ganz verbrannt war, die Aschereste auseinandergetreten.“
Frank Witzel (Wiesbaden, 12 november 1955)
De Nederlandse dichter Johnny van Doorn (The Selfkicker) werd geboren op 12 november 1944 in Beekbergen en groeide op in Arnhem. Zie ook mijn blog van 12 november 2010 en eveneens alle tags voor Johnny van Doorn op dit blog.
Met de oude schicht op reis
(2)
Op het einddoel aangekomen
Neigt het roestig raderwerk
Van mijn thans (a)dynamìsch
Ego terstond naar
Revolutie:
Met ploertendoders bewerk
Ik een gladgeschoren
Patcrsbck & werp
Een injektìenaald als
Een puntig projektiel
In de reet van een
PseudoBarokke dichter
Van schrik springt
Deze reïncarnatie van
De woordzemelaar Lu-
Cebert dwars door
Het vensterglas
Op straat),-
Aan mij valt niet
Te tornen:
Bij eventuele irritatie
Schiet ik met een
Alarmpistool op
Rondzwervende
Katten &
Na een kort braad-
Proces op het
Gasfornuis verslind
Ik dit overheerlijk
Vlees opdat de
Constant ejakulerende
Ziektekiem voorgoed op
Mijn stalen inborst
Afketsen zal,-
Met de pantservuist
De tuehthuiskogel in
Gruzelementen ge-
Slagen & als rauw
Gehakt bengelt
Mijn penis op
De tafelrand:
The CoolRising Murder
Is onder ons…
Johnny van Doorn (12 november 1944 – 26 januari 1991)
Cover
De Uruguayaanse schrijfster, vertaalster en journaliste Cristina Peri Rossi werd geboren op 12 november 1941 in Montevideo. Zie ook mijn blog van 12 november 2010 en eveneens alle tags voor Christina Peri Rossi op dit blog.
Uit: Fetishists Anonymous (Vertaald door Tobias Hecht)
« We’ve formed an anonymous association, just like the alcoholics and the gamblers did. It’s a secret society, like any other one that might be set up, say, for men with small penises, short people, the left-handed, ex-seminarians, or Robert Redford fans. I think having an addiction (to slot machines, to alcohol, to women’s underwear) or a passion for Robert Redford (collecting all his photos and videos and insanely loving those discreet grimaces of his) is a lot more important than your job (which doesn’t take long to get boring) or the family you belong to (made up of three or four members who can’t stand each other but pretend otherwise, who fight like vultures over money, turf, and affection). That’s because the relationship you establish with your fetishes (whether they’re black nylon stockings, the bells on a machine full of flashing lights, or a glass of whisky) is always personal, non-transferable, lonely, and consuming. That relationship is the most intimate thing we have, the most authentic site of our subjectivity.
At first, there were four of us. Then the group began to grow and we had to put a limit on the number of fetishists at our meetings: twelve. Any would-be newcomers can set up their own club. The four of us call ourselves the founding members, the first generation. This original cell consists of Fernando, civil engineer; José, white-collar worker; Francisco, photographer; and myself, the only woman – my name is Marta. I’m a teacher and I live alone.
To whom could I confess my passion for men’s necks-only for their necks-if not to Roberto, who collects women’s black patent leather shoes (only from the left foot), or to José, who has a thing for bras, or to Francisco, who’d give up his own life to photograph strabismic eyes (only women’s eyes-he feels nothing for male strabismus)? “Not even a good wandering right eye could make the rough, clumsy body of a man seem appealing,” Francisco tells us. For me, it’s the same thing with necks: I’m only attracted to male necks; I don’t even notice women’s necks.”
Cristina Peri Rossi (Montevideo, 12 november 1941)
De Amerikaanse, feministische schrijfster Naomi Wolf werd geboren in San Francisco op 12 november 1962. Zie ook alle tags voor Naomi Wolf op dit blog enook mijn blog van 12 november 2010
Uit: How I was arrested at Occupy Wall Street
“Then my partner suggested that I ask the group for their list of demands. Since we would be inside, we thought it would be helpful to take their list into the event and if I had a chance to talk with the governor I could pass the list on. That is how a democracy works, right? The people have the right to address their representatives.
We went inside, chatted with our friends, but needed to leave before the governor had arrived. I decided I would present their list to his office in the morning and write about the response. On our exit, I saw that the protesters had been cordoned off by a now-massive phalanx of NYPD cops and pinned against the far side of the street – far away from the event they sought to address.
I went up and asked them why. They replied that they had been informed that the Huffington Post event had a permit that forbade them to use the sidewalk. I knew from my investigative reporting on NYC permits that this was impossible: a private entity cannot lease the public sidewalks; even film crews must allow pedestrian traffic. I asked the police for clarification – no response.
I went over to the sidewalk at issue and identified myself as a NYC citizen and a reporter, and asked to see the permit in question or to locate the source on the police or event side that claimed it forbade citizen access to a public sidewalk. Finally a tall man, who seemed to be with the event, confessed that while it did have a permit, the permit did allow for protest so long as we did not block pedestrian passage.”
Naomi Wolf (San Francisco, 12 november 1962)
Zie voor nog meer schrijvers van de 12e november ook mijn vorige blog van vandaag.