Dolce far niente
Open Raam, Collioure door Henri Matisse, 1905
Museum
Alles komt goed. Tijd gaat voorbij met een vloek
en een zucht. Wat nieuw is zal oud zijn. Waar je
naar zocht raakt toch zoek. Wat dicht leek kan open.
Donker bleek licht. Blijf hopen. Alles komt terug.
Wat hier achter zit. Verborgen. Onder dit doek.
Een gereinigde gevel. Lege zalen vol bouwstof.
Een man die met zijn vinger de tijd wegpoetst.
Aanwezig. Afwezig. Alsof. Zucht en vervloek.
Wat we bewaren bestond al. Alleen jouw ogen
nog niet. Gesloten. Laten we doen alsof je wat ziet.
Leef in vertrouwen. Wat oud was zal nieuw zijn.
Blijf bouwen. Alles wat zoek lijkt komt terug. Straks
valt het doek. Echt. Tijd gaat zo vlug. Alles komt goed.
Alles komt terug. Alleen jij niet. Kijk dus. Ga open.
F. Starik (Apeldoorn, 1 juli 1958)
Stedelijk Museum Amsterdam, waar nu een Matisse tentoonstelling te zien is.
De Nederlandse dichteres Lieke Marsman werd op 25 juli 1990 geboren te Den Bosch. Zie ook alle tags voor Lieke Marsman op dit blog.
Vasthoudendheid
Er bestaan vele redenen waardoor je niet stil
kunt blijven liggen, ’s nachts. Als je steeds
moet hoesten, bijvoorbeeld, zal je lichaam
op en neer schokken alsof je op een rijkoets ligt en
als je erg ziek bent, een lijkwagen. Of het is zo
dat je niet weet waar je moet kijken, omdat alles
voor je ogen rood is. Je ogen zijn zo rood, omdat
iemand heeft gezegd dat je ogen zo blauw zijn en
dat heeft je geraakt. Het fijne aan geraakt worden
is dat het niet lang hoeft te duren om lang
te blijven duren en het vreemde aan geraakt zijn
is dat het nagalmt en nastampt en toch ben je
er stil van. Het mooie aan het woord stil is dat het
iets zegt over geluid en beweging en het bijzondere
aan geluid is dat het bestaat uit beweging. Het fijne
aan beweging is dat het zo ingetogen is, je kunt
heel zacht je huid laten voelen dat iemand anders
je huid voelt. Tegelijkertijd is het fijne aan beweging
juist dat het uitbundig is, je kunt heel hardnekkig
een dansend monster in je voeten hebben zitten, dat
je hakken de hele avond de grond in wil stampen.
Maar het vreemde aan een hele avond is dat je soms
niet weet welke vorm van beweging je het liefst
lang laat duren. Gelukkig is het goede aan iets lang
laten duren dat alles op den duur weer terug stil valt.
En wat ik het allermooiste aan het woord stil vind,
is dat je er in het Engels een l aan kunt plakken,
waardoor we elkaar kunnen vragen, waarom we
nog steeds niet gaan slapen.
Lieke Marsman (Den Bosch, 25 juli 1990)
De Duitse dichter en schilder Max Dauthendey werd geboren op 25 juli 1867 in Würzburg. Zie ook alle tags voor Max Dathendey op dit blog.
Die Stunde stirbt wie in dem Wind die Frucht
Es rollen die Äpfel Dir vor die Füße am Weg,
Augustwind bläst mit vollen, warmen Backen,
Die Ähren stehen struppig, gelb und träg,
Und Wolken wandern, wie Berge mit gläsernen Zacken.
Mein Haus liegt dort unter den gläsernen Bergen
Und atmet Menschen ein und atmet Menschen aus.
Tage wie Riesen, Tage gleich den Zwergen
Trafen sich oft um Mitternacht am Haus.
Des Windes Fahne rauscht am Dach vorüber,
Die Sommerstund enteilt auf blauem Kahne,
Die Gläserberge werden matt und trüber,
Und keine Stunde, ob ich sie auch mahne,
Stillt ganz der Sehnsucht ewige Lebenswunde.
Die Stunde stirbt, wie in dem Wind die Frucht,
Und wenn nicht Liebe sie vertraut umwirbt,
Die Stunde, wie der Apfel an dem Weg, verdirbt.
Die gelb und roten Dahlien spiegeln sich
Die gelb’ und roten Dahlien spiegeln sich
Im flachen Wasser, das im Parkgrün glänzt;
Die Luft ist wie das Wasser unbewegt.
Die Seele allen Bäumen längst entwich,
Sie stehen nur noch unbewußt bekränzt;
Das Uferbild sich matt zum Spiegel legt.
Schwertlilienkraut fiel um, sein Grün verblich;
Und von metallnen Wolken eng begrenzt
Ein Stückchen Blau sich wie ein Auge regt,
Ein blauer Blick, der sich zum Wasser schlich.
Manch’ Wolke, wie ein Drache wild beschwänzt,
Mit grauem Leib den blauen Fleck durchfegt.
Und unter Wolken treffen Menschen Dich
Denen die Lieb’ den Sommer neu ergänzt,
Daß ihn kein Herbst aus ihrem Auge schlägt,
Denen das Leben dann wie nur ein Tag verstrich.
Max Dauthendey (25 juli 1867 – 29 augustus 1918)
De Macedonische dichter Jovica Tasevski – Eternijan werd geboren op 25 juli 1976 in Skopje. Zie ook alle tags voor Jovica Tasevski – Eternijan op dit blog.
Momentum: The Border
The footsteps lying weary
at the treacherous threshold,
they hesitate:
shall they choose death as their darling –
or the raging storm?
O,
slaughterers,
scars,
river beds!
A sting loves the milky soul:
a gentle hand
twists a silver dagger,
like a medal for earthly rituals
at the red spring
Let a dark shriek rise
always
Vertaald door Zoran Ančevski
Jovica Tasevski – Eternijan (Skopje, 25 juli 1976)
De Duitse schrijfster Annette Pehnt werd geboren op 25 juli 1967 in Keulen. Zie ook alle tags voor Annette Pehnt op dit blog.
Uit: Chronik der Nähe
„Das Schreiben versagt sich mir. Daher Plan der selbstbiographischen Untersuchungen. Nicht Biographie, sondern Untersuchung und Auffindung möglichst kleiner Bestandteile. Daraus will ich mich dann aufbauen, so wie einer, dessen Haus unsicher ist, daneben ein sicheres aufbauen, womöglich aus dem Material des alten. Schlimm ist es allerdings, wenn mitten im Bau seine Kraft aufhört und er jetzt statt eines zwar unsichern aber doch vollständigen Hauses, ein halbzerstörtes und ein halbfertiges hat, also nichts.
Franz Kafka
My maxim would be for God’s sake write about what you don’t know! For how else will you bring your imagination into play? How else will you discover or explore anything?
Graham Swift
Dienstag
Ein Tag ohne Sprechen gilt nicht. Heute Morgen warst du wie zugenäht, nichts gesagt, aber auch gar nichts, so etwas von nichts. Ich wollte deine Lippen auseinanderzerren und die Augenlider hochstemmen, einfach nichts zu sagen, das geht in unserer Familie nicht, vieles geht, aber nicht sprechen: nicht. Großmutter Mutter Kind: wortgewaltig, Lästermäuler, nicht auf den Mund gefallen, Quasselstrippen, Plaudertaschen, Zwitschermaschinen, redselig. Plötzlich schweigen gilt nicht. Wenn du nichts sagst, mache ich es für dich.
Mutter bedroht Annie mit dem Tod, das kann sie gut.
Ich sterbe, sagt sie zunächst leise, aber es genügt, um den Herzschlag des Kindes zu beschleunigen, um Annie an Mutters Seite zu holen, sie nimmt Mutters Hand und presst sich an ihre Schulter.“
Annette Pehnt (Keulen, 25 juli 1967)
Zie voor nog meer schrijvers van de 25e juli ook mijn vorige blog van vandaag.