Dolce far niente – Naarden Vesting

Dolce far niente – Naarden Vesting

 

 
Naarden Vesting

 

 
Duivensteeg

 

Iemand moet het doen

Iemand moet het doen, iemand
moet de schimmen van zieners
en zangers de weg wijzen, iemand

bevroren paden betreden onder
schaduwregen van een vlucht spreeuwen,
moet in de melkwitte winter allen

gedenken die hier ooit liepen
en dronken en sliepen – zodat zij
blijven. Iemand moet het doen.

 

 
Anna Enquist (Amsterdam, 19 juli 1945)

 


Bussummerstraat

 

Na de Mattheuspassie

Het wemelt hier van neuriënde mensen.
U leert ze kennen door te groeten, dwalend door het haakse stratenplan.
Zij weven neuriënd Erbarme Dich.
Zo u nu neuriet weeft u mee, een web van stemmen door de Vesting heen.
En wie verstomt, hij neemt zijn draad mee in zijn graf.
Hoor hoe het leven verder weeft, nooit komt het af.

 

 
Willem Jan Otten (Amsterdam, 4 oktober 1951)

 

 
Kerkpad

 

Zonder bagage

Ik heb een roofdierhart en roofdiermond,
verorber land na land, elk moment is
het moment voor de sprong.
Ik knoop tijd aan elkaar.
Hoe het komt?

De grens, klemvast, was een ver geheim.
Het was nacht, de maan was rood.
De hoge heuvel sleepte stenen aan
waar ’t licht afdroop als
afscheidstranen. Het gevaar
verbond de wond.
We liepen.
De bergkam had
gaten in zijn tanden en het kind
vleugels op haar rug:
schooltasje, foto van de klas,
krabbel van de eerste liefde.

De mens is een bundel
verzwegen verhalen, klaar om
op te stijgen, uit te varen,
verstoppertje te spelen, alleen
tijdelijk in een haven.
Daar
zoek ik weleens tussen sleetse
koffers, reistassen en andere bagage
het schooltasje terug. De eerste
verte. Hoe ik dat doe?

Ik leg me op de grond en vouw me
op tot een pakketje. Verloren maar
vrij om te gaan als de maan
zich schurkt tegen de havenkade.

 

 
Jana Beranová (Plzen, 2 mei 1932)

 

Zie voor de schrijvers van de 30e juli ook mijn blog van 30 juli 2013 en ook mijn blog van 30 juli 2012 en eveneens mijn blog van 30 juli 2011 deel 2.