Dolce far niente
Alkmaar, De Waag
Zo kijken
Zeg ik: ik zag
je warrig haar, je stille ogen,
je lippen smal die woorden
sloten. Zeg ik: ik zag, maar niet
wie je was. Zag ik de lijnen
van je rug met het kleine van
de weerstand, de rijp op je ogen?
Niet van wachten op lente,
maar vaak te koud.
Zeg ik: ik zag zonder onderscheid.
Jij was zoveel
in mij. Zien doet bestaan,
woorden maken leven. Nooit lang.
Zeg ik: alles is even en ook niet.
Zag ik je huid vol aarzelend haar?
Ik was daar thuis. Ik hoorde
In je lichte lied, in je schromend spel.
Kan een hart zich vergissen, doen
ogen mee? Elke weg ging toch
naar huis waar jij, waar welkom
op jouw warme lippen.
Zeg ik: er is veel voorbij, maar niet
dat je was, niet wat ik zag.
Zo zeg ik.
Dit gedicht in de Paternosterstraat in Alkmaar
Margreet Schouwenaar (Schagen, 16 mei 1955)
Zie voor de schrijvers van de 10e augustus ook mijn blog van 10 augustus 2012 en ook mijn blog van 10 augustus 2011 deel 1 en eveneens deel 2.