Donald Hall, Javier Marías, Joseph Breitbach, Adolf Endler, Henry Arthur Jones, Cyriel Buysse, Stevie Smith, Upton Sinclair, Hanns Cibulka

De Amerikaanse dichter en schrijver Donald Hall werd geboren in Hamden, New Haven County, Connecticut op 20 september 1928. Zie ook mijn blog van 20 september 2009.

An old life

Snow fell in the night.
At five-fifteen I woke to a bluish
mounded softness where
the Honda was. Cat fed and coffee made,
I broomed snow off the car
and drove to the Kearsarge Mini-Mart
before Amy opened
to yank my Globe out of the bundle.
Back, I set my cup of coffee
beside Jane, still half-asleep,
murmuring stuporous
thanks in the aquamarine morning.
Then I sat in my blue chair
with blueberry bagels and strong
black coffee reading news,
the obits, the comics, and the sports.
Carrying my cup twenty feet,
I sat myself at the desk
for this day’s lifelong
engagement with the one task and desire.

 

White Apples

when my father had been dead a week
I woke
with his voice in my ear
                                          I sat up in bed

and held my breath
and stared at the pale closed door

white apples and the taste of stone

if he called again
I would put on my coat and galoshes

 hall

Donald Hall (Hamden, 20 september 1928)

 

De Spaanse schrijver Javier Marías Franco werd op 20 september 1951 in Madrid geboren. Zie ook mijn blog van 20 september 2007 en ook mijn blog van 20 september 2008 en ook mijn blog van 20 september 2009.

Uit: Voyage Along the Horizon (Vertaald door Kristina Cordero)

„Even now, I cannot be sure whether his intentions were purely romantic-as he reiterated far too often-or if his many strategies were in fact a belated attempt to reestablish his somewhat faded reputation as an intrepid adventurer; or if they were a response to the shameless offers of some or other scientific institution, though I sincerely doubt that was the case. What I can say, however, is that those of us who found ourselves entangled in this allowed ourselves to be seduced by his passion and persistence, and I would even go so far as to say-though it pains me to say so given what happened in the end-that when the first few obstacles began to materialize when we were still on dry land, and there was talk of abandoning something that was still a mere proposition, it was our little coterie-and not the opportunistic men of science whose influence with the authorities had secured them a place on the trip-that was the most determined to overcome these problems and set sail, despite the adversities and the very abominable conditions under which we would do so.

Perhaps it is not very honest of me to say so, and perhaps I am only trying to console myself with false conclusions, but I do think that under other circumstances-in Paris, for example-things would have unfolded in a very different manner indeed. Had we first met on the Boulevard des Italiens some spring morning or at the opera, during a delectable intermission in Mme D’Almeida’s box, instead of the middle of those vast, nauseating waters that surrounded us on all sides, day in and day out, it is entirely possible that the grievances I now harbor would be expressed with a bit more savoir-faire and a bit less bile.“

marias

Javier Marías (Madrid, 20 september 1951)

 

De Duitse schrijver en journalist Joseph Breitbach werd geboren op 20 september 1903 in Ehrenbreitstein bij Koblenz. Zie ook mijn blog van 20 september 2009.

Uit: Bericht über Bruno

 “Sollte es meinem Enkel Bruno Collignon gelingen, die Kammer und die Massen so erfolgreich aufzuwiegeln, dass unser Königshaus zum Verzicht auf den Thron gezwungen und die Republik ausgerufen würde, dann fiele eine gewissen Mitschuld an dem unvermeidbaren Bürgerkrieg auf mich. Das ist mir, zu meiner Qual, in der letzten Sitzung des Parlaments von Bruno selber bestätigt worden. Als bei seiner zweiten Rede, jener scharfen gegen die monarchische Staatsform, sich die Blicke vieler Abgeordneter immer wieder von ihm fort und auf mich richteten, konnten diese taktlosen Menschen nicht wissen, dass sie in einem bestimmten Maße das Recht hatten, mir Brunos Entwicklung zum Demagogen und Revolutionär vorzuwerfen.”

(…)

“Umso mehr beeindruckte es mich, dass er, offenbar aus einem Bedürfnis nach Vertraulichkeit, so seltsam aufrichtig zu mir war. Sein Ehrgeiz, fragte ich, worauf der denn eigentlich ziele. Rysselgeert zum Beispiel werde Parlamentarier, um mithilfe einer politischen Karriere sein Ideal, sein Programm der staatsbürgerlichen Volkserziehung zu verwirklichen. Der Anteil Macht, den er dabei gewinne, sei aber nicht das Ziel, sondern nur ein Mittel, mit dem er seine Ideen durchzusetzen suche. … Bei meinen ersten Worten schon war er aufgesprungen. Wenn der Ehrgeiz nach Macht, den er im Gegensatz zu den Heuchlern offen bekenne, etwas so Schlechtes sei im Vergleich mit den Idealen Rysselgeerts, rief er, was dann mich seinerzeit getrieben habe, bei den Parlamentswahlen zu kandidieren. Ob ich mir einen Heiligenschein habe verdienen wollen. ‘Ersparen Sie mir das!’, rief er. ‘Ich springe Ihnen an die Kehle, wenn Sie mir mit dem Gerede vom Gemeinwohl und Staatsinteresse kommen’.”

breitbach.jpg

Joseph Breitbach (20 september 1903 – 9 mei 1980)

 

De Duitse dichter, schrijver en essayist Adolf Endler werd geboren op 20 september 1930 in Düsseldorf. Zie ook mijn blog van 20 september 2008 en ook mijn blog van 20 september 2009.

VERKOMMENHEITS-BLUES

I

Der Dichter Sascha Anderson,
Hier vorder-, dort hintergründig,
Der Geistesfron, der Fron zum Hohn
Schlürft Schnaps selbst aus dem Mikrophon;
Man sehe es kurz oder bündig:
Sascha wird überall fündig…
Apropos:
Aber neulich wars
meiner, verdammt!
Sieben Doppelte insgesamt!

2

An mehr abgelegenen Plätzen,
Ich darf ausnahmsweise mal petzen,
Saugt ihn Sasch’ gar aus Pfennigabsätzen
Der Meisjes, der Muttis, der Metzen;
Die Häufigkeit läßt sich nur schätzen…
Apropos:
Aber neulich wars
mein Korn, verdammt!
Dreizehn Doppelte insgesamt!

 

Die Urne

Grüß Gott! rief ich, Tach!,
Als ich sie herbeitorkeln sah,
Die aparte graugelbe Urne »A.E.«;
Und, wie jeder sich denken kann,
Nicht ganz ohne mißlichen Riß
Dieses Dings ­
»You¹re welcome!

endler

Adolf Endler (20 september 1930 – 2 augustus 2009)

 

De Engelse schrijver Henry Arthur Jones werd geboren op 20 september 1851 in Granborough, Buckinghamshire. Zie ook mijn blog van 20 september 2009.

Uit: The Silver King

“… Where’s my hat? (Gets up, takes candle, staggers, steadies himself, comes round table, sees Ware.) What’s that? It’s Geoffrey Ware! What’s he doing here! Get up, will you? (Kneels down.) Ah, what’s this? Blood! He’s shot! My God, I’ve murdered him! No! No! Let me think. What happened? Ah yes, I remember now — I came in at the door, he sprang at me and then we struggled. (Looking at revolver) My revolver. — One barrel fired — I’ve murdered him. No, he’s not dead. Geoffrey Ware! Is he dead? (Eagerly feeling Ware’s pulse) No, it doesn’t beat. (Tears down Ware’s waistcoat and shirt, puts his ear over Ware’s heart.) No, no, quite still, quite still. He’s dead! Dead! Dead! Oh, I’ve killed him — I’ve killed him. . . .”

jones

Henry Arthur Jones (20 september 1851 – 7 januari 1929)

 

De Vlaamse schrijver Cyriel Buysse werd geboren op 20 september 1859 in Nevele. Zie ook mijn blog van 20 september 2007. Zie ook mijn blog van 20 september 2007 en ook mijn blog van 20 september 2008 en ook mijn blog van 20 september 2009.

Uit: Mea Culpa

„Liefste René,

Als ge mij de waarheid geschreven hebt; als ge D. verlaten hebt op het uur en met den trein die ge mij aanduidt; en als die trein noch derailleerde noch zijne correspondentie miste met de verdere treinen die gij moest nemen; kortom, als gij geen hinderpaal of ramp op uwe baan ontmoet hebt, dan moet gij, op dit oogenblik, thuis terug zijn en er reeds dezen brief gevonden hebben, die u, – aangename of vervelende verrassing, – onmiddellijk in een gezelschap van vrienden komt opeischen. Wij hebben voor morgen namiddag een uitstapje naar het kasteel van Lauwegem belegd. Wij zullen een heel troepje zijn: Clara Sioen; Andrée Nicaise; Marie, Christine en Marguerite Jocquier; Blanche Serruijs met haar verloofde; de heeren Wennemackers, Liefmans en Lateur; Bébé Lechat, uw vriend Hody en ons beidjes met mevrouw Blondiaux als ‘chaperone’ (tschjijperône, hoor, op zijn Engelsch) voor gansch de bende.

Zooals gij ziet, niet waar? zijn daar meer dan genoeg elementen tot pleizier vereenigd. En voor ons beiden zal het genoegen, zooals immer, dubbel zijn: wij zullen deelnemen in de algemeene vreugd en, terzelfdertijd, nog eens het fijn vermaak hebben allerlei karakteristieke waarnemingen op te doen, ‘études de moeurs’ te maken, gelijk gij het met een ietwat dédaigneuse – wat al te dédaigneuse ironie, vind ik – soms noemt, en met elkander onze indrukken wisselen.

Wij zullen met den trein van drie ure vertrekken en met dien van negen terugkeeren. Het is ook besloten geweest, dat een ieder zijn proviand zal meebrengen en dat men zal lunchen op het gras, aan den boord van den vijver, die zich vóór het prachtig kasteel uitstrekt. Maar aangezien gij door het vertrek van Henri en Suzanne naar Oostende bij uwe terugkomst het huis ledig zult gevonden hebben, en dat ik van hier uw verbijstering zie bij de enkele gedachte aan die proviand, welke gij u zoudt moeten aanschaffen en die gij niet zoudt vinden, heb ik medelijden met u gehad en besloten zelve uw deel met het mijne meê te brengen. Gij hoeft u dus met die gewichtige zaak niet te bemoeien. Men vergt maar uwe tegenwoordigheid; maar deze vergt men bepaald. Gij zult ons rekenschap geven van uwe reis in Duitschland; gij zult ons de streken beschrijven die gij bezocht hebt, en de stad waar gij verbleven zijt. Gij zult ons in ’t lang en met bijzonderheden over de personen spreken, welke gij ginds ontmoet hebt; en ons ook, uit het geheugen, de merkwaardige redevoering voordragen, die gij, met zooveel bijval, op een der zittingen van het congres van Crimineele Anthropologie aan de leden voorgelezen hebt.“

buysse

Cyriel Buysse (20 september 1859 – 25 juli 1932)
Buysses geboortehuis in Nevele

 

De Engelse dichteres en schrijfster Stevie (eig. Florence Margaret) Smith werd geboren op 20 september 1902 in Kingston upon Hull. Zie ook mijn blog van 20 september 2009.

Autumn

He told his life story to Mrs. Courtly
Who was a widow. ‘Let us get married shortly’,
He said. ‘I am no longer passionate,
But we can have some conversation before it is too late.’

 

In the Night

I longed for companionship rather,
But my companions I always wished farther.
And now in the desolate night
I think only of the people i should like to bite.

 

Bag-Snatching in Dublin

Sisely
Walked so nicely
With footsteps so discreet
To see her pass
You’d never guess
She walked upon the street.

Down where the Liffey waters’ turgid flood
Churns up to greet the ocean-driven mud,
A bruiser in fix
Murdered her for 6/6.

smith

 Stevie Smith (20 september 1902 – 7 maart 1971)

 

De Amerikaanse schrijver Upton Beall Sinclair werd geboren op 20 september 1878. Zie voor onderstaande schrijver mijn blog van 20 september 2006 en ook mijn blog van 20 september 2008 en ook mijn blog van 20 september 2009.

Uit: The Jungle

„Jurgis heard of these things little by little, in the gossip of those who were obliged to perpetrate them. It seemed as if every time you met a person from a new department, you heard of new swindles and new crimes. There was, for instance, a Lithuanian who was a cattle-butcher for the plant where Marija had worked, which killed meat for canning only; and to hear this man describe the animals which came to his place would have been worth while for a Dante or a Zola. It seemed that they must have agencies all over the country, to hunt out old and crippled and diseased cattle to be canned. There were cattle which had been fed on “whiskey-malt,” the refuse of the breweries, and had become what the men called “steerly”—which means covered with boils. It was a nasty job killing these, for when you plunged your knife into them they would burst and splash foul-smelling stuff into your face; and when a man’s sleeves were smeared with blood, and his hands steeped in it, how was he ever to wipe his face, or to clear his eyes so that he could see? It was stuff such as this that made the “embalmed beef” that had killed several times as many United States soldiers as all the bullets of the Spaniards; only the army beef, besides, was not fresh canned, it was old stuff that had been lying for years in the cellars.

Then one Sunday evening, Jurgis sat puffing his pipe by the kitchen stove, and talking with an old fellow whom Jonas had introduced, and who worked in the canning-rooms at Durham’s; and so Jurgis learned a few things about the great and only Durham canned goods, which had become a national institution. They were regular alchemists at Durham’s; they advertised a mushroom-catsup, and the men who made it did not know what a mushroom looked like. They advertised “potted chicken,”—and it was like the boarding-house soup of the comic papers, through which a chicken had walked with rubbers on. Perhaps they had a secret process for making chickens chemically—who knows? said Jurgis’s friend; the things that went into the mixture were tripe, and the fat of pork, and beef suet, and hearts of beef, and finally the waste ends of veal, when they had any.“

 sinclair

Upton Sinclair (20 september 1878 – 25 november 1968)
Sinclair op de cover van Time, 22 oktober 193

 

De Duitse dichter en schrijver Hanns Cibulka werd geboren op 20 september 1920 in Jägerndorf, in het toenmalige Tsjechoslowakije. Zie ook mijn blog van 20 september 2008 en ook mijn blog van 20 september 2009.

Uit: Das Buch Ruth

„Der Morgen war kühl. Wir kamen von Sättelstädt. In den Vorgärten blühten die Osterglocken, die Rosenstöcke zeigten ihr erstes Grün. Ein breiter sonniger Feldweg führte uns durch die Wiesen bergauf. Der ganze Berg lag in dieser frühen Morgenstunde noch in einem hellen wässerigen Grün.

Der Hörselberg ist ein mächtiger Kalksteinblock: im Süden steilwandige Abstürze, im Norden geht er in eine weite, wenig bewegte Hügellandschaft über. Er ist dem Hochland als selbständiger Bergrücken trabantenartig vorgelagert. Obwohl er mit den anderen Erhebungen des Thüringer Waldes kaum vergleichbar ist, seine Höhe liegt unter der Fünfhundertmetergrenze, gibt ihm seine isolierte Lage, sein jähes Ansteigen aus dem Tal ein gewaltiges Ansehen.

Je näher wir an den Kalksteinriesen herankamen, desto schneller verloren sich seine malerischen Umrisse. Kulissenartig schob sich der Wald in das Blickfeld, andere Bildgruppierungen traten auf, die Horizontale des Berges zog sich zurück, wir sahen nur noch den schroffen bewaldeten Bergfuß, der hinter der Autobahn steil nach oben steigt … „

 cibulka

Hanns Cibulka (20 september 1920 – 20 juni 2004)