De Engelse dichteres en schrijfster Eleanor Farjeon werd geboren op 13 februari 1881 in Londen. Zie ook mijn blog van 13 februari 2007 en en ook mijn blog van 13 februari 2009.
Easter Monday
In the last letter that I had from France
You thanked me for the silver Easter egg
Which I had hidden in the box of apples
You like to munch beyond all other fruit.
You found the egg the Monday before Easter,
And said. ‘I will praise Easter Monday now –
It was such a lovely morning’. Then you spoke
Of the coming battle and said, ‘This is the eve.
‘Good-bye. And may I have a letter soon’.
That Easter Monday was a day for praise,
It was such a lovely morning. In our garden
We sowed our earliest seeds, and in the orchard
The apple-bud was ripe. It was the eve,
There are three letters that you will not get.
Eleanor Farjeon (13 februari 1881 – 5 juni 1965)
De Argentijnse schrijver Ricardo Güiraldes werd geboren op 13 februari 1886 in Buenos Aires. Zie ook mijn blog van 13 februari 2009.
Uit: Inleiding tot Don Segundo Sombra (J. Slauerhoff, die het werk vertaalde)
„De pampa’s in hun oneindigheid, vaak ook golvend en steeds van kleur verschietend, hebben maar één equivalent op aarde, maar niet op de vaste: dat is de oceaan, die ook geen grenzen kent.
Zoo is het dan ook geen toeval, dat er maar één boek bestaat, dat met ‘Don Segundo Sombra’ vergeleken kan worden, en dat is: ‘Moby Dick’, het epos van de walvischvangst.
Evenals daarin: èn de eenzaamheid van de groote Oceaan, èn de onderdeelen van de techniek over de jacht op dit ontzaggelijkst waterwild, vormen een sterksmakende verbinding, waarvan alleen de sterken de dronkenschap kunnen beproeven.
Zoo zijn in ‘Don Segundo Sombra’ de eenzaamheid van de pampa’s èn de vakkundige bijzonderheden van het veehoudersbedrijf ineengesmolten.
De jacht op een walvisch, en een ‘rodeo’: de beschrijving van het ongelooflijk feit dat een twintigtal ruiters zesduizend stuks wild vee uit alle hemelstreken bijeendrijven en vormen tot een kudde, een willooze massa, die gehoorzaamt aan hun wil en gedwee de richting ingaat, die hun paarden aangeven, hetzij de slachtplaats, hetzij de weide of ’t moeras, staan mijns inziens gelijk.
Daarnaast is de walvischjacht een misschien gevaarlijker, maar zeker niet imposanter avontuur.
Men beweert, dat tegenwoordig zou bestaan een weerzin tegen de cultuur, een verlangen naar terugkeer tot primitieve toestanden.
De roep van Rousseau: terug naar de natuur zou weer worden gehoord, met nòg meer klem dan in de 18de eeuw.
Ik heb er niet veel van gemerkt. Men ziet gaarne eilanden in de Zuidzee, hooglanden van Pamir en oerwouden; maar dan in de bioscoop.
De cultuurvliedenden kunnen zich beter laven aan ‘Don Segundo Sombra’. De pampa’s zijn ongerept als het paradijs, ja, als het paradijs vóór Eva’s komst.
Want liever dan een rib vrouwengestalte te zien aannemen, hoe verleidelijk ook, heeft de gaucho, – te zeer geradbraakt door de rit op zijn zadel om erotiek te kunnen apprecieeren, – wanneer hij ’s avonds zit bij het vuur, waarboven aan een ossehoorn de ketel hangt waarin het water voor de maté kookt, de rib van een rund, welks sterk smakend vleesch straks zijn eenig avondmaal zal zijn.“
Ricardo Güiraldes (13 februari 1886 – 8 oktober 1927)
Zelfportret, 1922
De Italiaanse dichteres Antonia Pozzi werd geboren op 13 februari 1912 in Milaan. Zie ook mijn blog van 13 februari 2007 en ook mijn blog van 13 februari 2009.
November
And so—if it happens that I go—
something of me
will remain
in this world—
a slight trace of silence
amidst the voices—
a frail breath of white
in the heart of blue.
And one evening in November
a slender little girl
on a street corner
will sell many chrysanthemums,
and the stars will be there,
frozen, green, remote.
Someone will cry,
somewhere—somewhere—
someone will look for chrysanthemums
for me
in this world
when, with no return, it happens that
I have to go.
Vertaald door Nick Benson
Antonia Pozzi (13 februari 1912 – 3 december 1938)
De Oostenrijkse dichter, schrijver, vertaler en jurist Friedrich Adler werd geboren op 13 februari 1857 in Amschelberg. Zie ook mijn blog van 13 februari 2009.
Ade!
Ade! Du schreitest zum Altare,
Zu schließen froh das frohe Band,
Und ich, vertraut dir manche Jahre,
Seh’ stumm sich fügen Hand in Hand
Aus meinen Lippen weicht das Blut,
Im Herzen zuckt empor das Weh, –
Sei still da drin … Es ist so gut –
Ade!
Es ist so gut. Ob auch mein Streben
Sich nur um deinen Beifall hob,
Ob, was die Muse eingegeben,
Für dein Ohr ich zu Liedern wob.
Das Leben braucht der festen Hand,
Der Weg, den ich, der Träumer geh’,
Trägt Unkraut nur und Flittertand, –
Ade!
Umdunkelt ist mein Weg. Doch deinen
Umfließe hell der Sonne Licht:
Und keine Stunde soll erscheinen,
Da dir das Wort, die Hoffnung bricht.
Die Eintracht kröne deinen Bund,
Und ich, der still im Schatten steh’,
Ich seg’ne dich mit zitterndem Mund …
Ade!
Friedrich Adler (13 februari 1857 – 2 februari 1938)
Bartholomeuskerk in Amschelberg (Kosova Hora)