Elif Shafak, Peter Rühmkorf

De Turkse schrijfster Elif Shafak (eigenlijk Elif Şafak) werd geboren in Straatsburg op 25 oktober 1971. Zie ook alle tags voor Elif Shafak op dit blog.

Uit: Het eiland van de verdwenen bomen (Vertaald door Manon Smits)

“Lang geleden lag er helemaal aan het uiterste puntje van de Middellandse Zee een eiland zo mooi en blauw dat de vele reizigers, pelgrims, kruisvaarders en handelaren die er verliefd op werden er ofwel nooit meer weg wilden, of probeerden het met henneptouwen helemaal mee terug te slepen naar hun eigen land. Mythen, misschien. Maar mythen bestaan om ons te vertellen wat de geschiedenis is vergeten. Het is vele jaren geleden dat ik dat oord ontvluchtte aan boord van een vliegtuig, in een koffer van soepel zwart leer, om nooit meer terug te keren. Sindsdien is Engeland mijn nieuwe land, waar ik tot groei en bloei ben gekomen, maar er gaat geen dag voorbij dat ik er niet naar verlang om terug te zijn. Om thuis te zijn. In mijn moederland. Het moet nog steeds daar liggen waar ik het heb achtergelaten, rijzend en dalend terwijl de golven breken en schuimen op de ruige kustlijn. Op het kruispunt van drie continenten – Europa, Afrika, Azië – en de Levant, die uitgestrekte, ondoordringbare regio die volledig is verdwenen van de huidige landkaarten. Een landkaart is een tweedimensionale weergave met willekeurige symbolen en geschetste lijnen die bepalen wie onze vijanden moeten zijn en wie onze vrienden, wie onze liefde verdient en wie onze haat, en wie onze pure onverschilligheid. Cartografie is een andere naam voor verhalen die worden verteld door winnaars. Verhalen verteld door verliezers, daar is geen naam voor.
Dit is zoals ik het me herinner: gouden stranden, turquoise wateren, heldere luchten. Elk jaar kwamen er zeeschildpadden aan land om hun eieren te leggen in het rulle zand. De middagwind bracht de geur van gardenia, cyclaam, lavendel, kamperfoelie. Vertakkende slierten blauweregen klommen omhoog tegen witte muren, reikend naar de wolken, hoopvol zoals alleen dromers kunnen zijn. Als de nacht je huid kuste, zoals hij altijd deed, rook je de jasmijn in zijn adem. De maan, die daar dichter bij de aarde is, hing met zijn vriendelijke schijnsel boven de daken en wierp een zachte gloed over de smalle steegjes en geplaveide straatjes. Maar helaas waren er donkere schaduwen naar binnen gedrongen in het licht. Fluisteringen van wantrouwen en samenzwering ruisten door de duisternis. Want het eiland was in twee delen gespleten: het noorden en het zuiden. In beide delen heerste een andere taal, een ander alfabet, een andere herinnering, en als de eilanden gingen bidden, was dat zelden tot dezelfde god. De hoofdstad was opgedeeld door een scheidslijn die er dwars doorheen kliefde, als een houw door het hart. Langs die lijn – de grens -stonden vervallen huizen doorzeefd met kogelgaten, lege binnenplaatsen vol littekens van granaatinslagen, dichtgetimmerde winkels die waren ingestort, sierlijke poorten die scheef hingen aan kapotte hengsels, luxueuze auto’s uit een ander tijdperk die stonden weg te roesten onder lagen stof… Wegen waren versperd door rollen prikkeldraad, stapels zandzakken, vaten vol beton, antitankgrachten en wachttorens. Straten eindigden abrupt, als onafgemaakte gedachten, onopgeloste gevoelens. Soldaten stonden op wacht met machinegeweren, als ze niet patrouilleerden; jonge, verveelde, eenzame mannen uit verschillende delen van de wereld, die maar weinig hadden geweten van het eiland en de ingewikkelde geschiedenis voordat ze ineens in die onbekende omgeving werden gestationeerd.“

 

Elif Shafak (Straatsburg, 25 oktober 1971)

 

De Duitse dichter en schrijver Peter Rühmkorf werd geboren op 25 oktober 1929 in Dortmund. Zie ook alle tags voor Peter Rühmkorf op dit blog.

 

Iets unieks

Wie vraagt zich nooit af: is dat het leven?
Wie denkt nooit eens: is dan dit het wezen?
Word je wakker, is het al voorbij.
Niks beleefd dan al wat schrijvers schreven,
zie je, dat ben jij.

En je denkt misschien: ik ga ten onder,
naar de afgrond, tot je schrik –:
Eentje uit de grote grijze massa,
hooguit door wat lapwerk ietsje bonter,
zie je, dat ben ik.

Eensklaps komt er dan, terwijl je wandelt,
lucht in het verdichte, barst het ei,
dat van hoed tot schoenen vonken springen:
Die heel eigen slinger, dat wat ongerichte,
dat een tikje zonderlinge,
iets unieks, dat niks of niemand nog verandert:
zie je, dat ben jij.

 

Vertaald door Judy Elfferich

 

Peter Rühmkorf (25 oktober 1929 – 8 juni 2008)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e oktober ook mijn blog van 25 oktober 2018 en ook  mijn blog van 25 oktober 2016 en eveneens mijn blog van 25 oktober 2015 deel 2.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *