Emile Verhaeren, Tudor Arghezi, Suzanne Lilar, Christian Schloyer

 

De Vlaamse dichter Emile Verhaeren werd geboren in Sint Amands op 21 mei 1855. Zie ook mijn blog van 21 mei 2010 en eveneens alle tags voor Emile Verhaeren op dit blog.

 

 

Wij kunnen niet aan onze omhelzing ontkomen

 

Wij kunnen niet aan onze omhelzing ontkomen,

Omdat ze intens is en volkomen

Opdat in het lichaam heldere liefde ruste,

Dalen wij samen af in jouw tuin van lusten.

 

Jouw borsten zijn daar als offergaven

En je handen, alles wat me bekoort;

Niets gaat boven dit naïeve laven

Van teder woord aan wederwoord.

 

De schaduw van de bloesemtwijgen gaat

Tussen je boezem en je gelaat

En je losgemaakte haren spreiden

Zich als bloemenslingers op de weiden.

 

De nacht is een blauw-zilver land,

De nacht is een stil ledikant,

De zoete nacht, wiens briesjes langzaamaan

Lelies plukken in het licht van de maan.

 

 

 

Schelde

 

Wilde en schone Schelde,

Heel de gloed

van mijn felle jeugd,

hebt gij doen stralen vol overmoed:

Opdat

als eens het lot mij nederslaat,

men op uw oevers, in uw schoot,

mijn lichaam rusten laat,

om u nog te voelen, na mijn dood !

 

 

 


Emile Verhaeren (21 mei 1855 – 27 november 1916) 

Emile Verhaeren dans son cabinet, 1892, door Théo van Rysselberghe

 

 

 

De Roemeense dichter en schrijver Tudor Arghezi werd geboren op 21 mei 1880 in Boekarest. Zie ook mijn blog van 21 mei 2009 en ook mijn blog van 21 mei 2010

 

 

Mildew Flowers

 

I wrote them with my nail on walls

In the empty alcoves,

In the dark and in solitude,

without the solicitude

of the bull, the lion or the eagle

that worked so eager

for Luke, Mark and John.

 

These are verses without time,

Verses of the dust,

Of terrible thirst

And hunger for the ashes that burnt,

Verses of this very moment.

When my celestial nail was worn blunt and low

I wanted to let it grow

And it never grew back in place –

Or maybe I couldn’t recognize its face.

 

It was dark. In the distance, outside, I could hear the rain.

And my hand felt like a claw through the pain,

Incapable to extend,

So I forced myself to write with the nails of my left hand.

 

 

Vertaald door Lori Tiron-Pandit

 

 

 


Tudor Arghezi (21 mei 1880 – 14 juli 1967)

 

 

 

 

De Vlaamse schrijfster Suzanne Lilar werd geboren als Suzanne Verbist in Gent op 21 mei 1901. Zie ook mijn blog van 21 mei 2009 en ook mijn blog van 21 mei 2010

 

Uit: Une enfance gantoise

 

« On a compris déjà que mes parents parlaient français. Cet usage n’était pas exceptionnel dans la petite bourgeoisie gantoise qui était bilingue mais, pour les convenances, se réglait volontiers sur la grande. Or celle-ci ne se contentait pas de parler français, elle affectait d’ignorer le néerlandais dont elle n’avait retenu que quelques locutions et commandements destinés à ses domestiques. Car la masse n’avait pas cessé de s’exprimer en ‘flamand’. Mis à part une poignée de professeurs (qui ressentaient l’injure faite au peuple et avaient entrepris de la redresser), elle était même la seule à le faire sans fausse honte.

Il y avait donc la classe ouvrière et paysanne qui patoisait allègrement, la classe dirigeante qui usait d’un français assez pur – et parfois même admirable. Entre les deux, la petite bourgeoisie qui s’y efforçait mais parlait aussi le néerlandais, mâtinant cette langue de gantois. Car telle était en ce début de siècle l’aberration linguistique que parler le néerlandais correctement exposait aux sarcasmes et à l’accusation de « flamingantisme ».

Ainsi le langage révélait-il le milieu auquel on appartenait, ainsi venait-il renforcer le compartimentage des castes. »

 

 

 

Suzanne Lilar (21 mei 1901 – 12 december 1992)

 

 

  

 

Onafhankelijk van geboortedata:

 

De Duitse  dichter en schrijver Christian Schloyer werd geboren in 1976 in Erlangen. Schloyer behaalde een Licentiaat in  Wijsbegeerte, Germanistiek, Theater en Media Studies in Erlangen. Hij was initiatiefnemer en mede-oprichter van de schrijversgroep en schrijfwerkplaats “Wortwerk” in Erlangen en Neurenberg (2000) en is redacteur van het literaire tijdschrift “Laufschrift” (sinds 2007).

 

 

memory

 

von rechts kommt der servierwagen, das
fahrrad, zwei freundinnen mit eis oder
sekt oder fröschen + spielzeugdrachen an den rümpel
tümpel, sie

schieben die bärtige sonne vor sich hin mit einem
karacho + spiraligen wurmfortsatz, die gut
gelaunten: nachts,
wir wissen, es ist vollmond oder

etwas vergleichbares. von links kommt erst
mal gar nichts. außer ein
krebs vielleicht. dann knien
da die beiden jungen über dem

wasser, schon länger, das sieht
man ihnen an. der eine stupst
mit der nase nach einem
papier oder fisch oder gespenst, der andere vorn

über gebeugt steckt
seine gabel in einen tran
tütigen wal, eben war der noch unterm
mondspiegel ganz sicher +

traurig. am ufer irr
listige lichter auf lauer. angst
könnte einem das
gesicht machen, hinten am horizont

 

 

 

 

Christian Schloyer (Erlangen, 1976)