De Nederlandse dichter Erik Lindner werd geboren op 3 mei 1968 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Erik Lindner op dit blog.
Pastille de menthe
Het is dit woord dat liegt, niet ik, weet je
wat – wat heb ik er mee te maken?
Ik ben die jongen die telkens verdwijnt.
Ik ben de tweeling in haar armen.
Onze botten gebed in behoeften.
Onze huid verschilfert bij het licht.
Ons uniform is bont, onze ogen blauw.
We zijn allebei even ongewoon, weet je.
We zijn allebei even beperkt en gesterkt.
We zijn op dezelfde schoot genomen.
Onze oren zijn klein in het veld.
Onze tanden staan recht in het gareel.
Onze nagels zijn koud ons vlees is lauw.
Een lamp buigt over de tafel
en laat haar staan.
De zwijgende vrouw aan tafel verdeelt
wat van ons is en wat van taal.
Tengel en kruiskop
Het lijkt raadzaam voor het raam te prevelen
een ladder tegen een boomtak aan
blijft in het midden van het veld staan
je lippen op zoek naar het stevigste glas
om het een lichtbeeld te helpen herinneren
terwijl je vingerkootjes voelen of het meegeeft
maar de ruit heeft al haar antwoord klaar
een stuk voor de grens aan het spoor het
fabriekje Buys Negerzoenen De Lekkerste.
Steek een kruiskop bij je en ga op jacht naar witgoed
de patrijspoort in de deur van een wasmachine
zit met drie schroeven vast
het is een kom voor een grote eter
wat grof voor een fruitschaal
te gestroomlijnd voor een soepterrine
er zit een wondje op je schouderblad
de kruiskop in je binnenzak die door je hemd stak
je jas binnenstebuiten over de rugleuning van de stoel.
De buurman nadert aarzelend de verhuisbus
en zegt een tengel, een blokje van vijf bij een
in de kom te werpen, dan klotst het water niet
zoals water klotst in een kan op de wasmachine
in de rondte spat om de kom van twee handen
of een sleutelbos rammelt aan het slot van een deur
tengel is vis zonder vinnen
tengel doet blub als wij onderweg zingen
de kom tussen je knieën, een hand aan het stuur.
………………..
‘sta en ga / en zeg mij na: hier is geen Ka’
-Jacq Vogelaar
De tuin bloeit onder de lat en in de ruit
hangt de uitgeworpen sprei boven het bed
veulens liggen paarden staan in de wei
een schim fietsend onder een formatie
ganzen gakkend in de schemer
de geit aan de ketting boven op zijn hok
voetzolen die fuut zeggen op het zand
het water dat tegen de tenen stroomt
strandvlooien die opspringen op het strand
zwemmend over een baan van licht naar de zon.
De Duits-Israëlische dichter en schrijver Jehuda Amichai werd op 3 mei 1924 geboren in Würzburg. Zie ook alle tags voor Jehuda Amichai op dit blog.
Hier
Hier, onder de vliegers die kleine kinderen oplaten
en onder de vliegers die door telefoondraden van vorig jaar
zijn vastgehouden, sta ik, en de sterke takken
van mijn stille besluiten zijn al ver van mij gegroeid
en de vogels van de kleine aarzeling
in mijn hart en de rotsen van de grote aarzeling
aan mijn voeten en mijn tweelingogen waarvan de ene
altijd bezig is en de andere verliefd, en mijn grijze broek
en mijn groene trui en mijn gezicht dat kleuren opvangt
en kleuren weerkaatst; en ik weet niet wat ik nog meer
weerkaats en opvang en uitstraal en afstoot
en hoe ik een ruilbeurs was voor heel veel dingen.
Export en import. Grensstation. Kruispunt van wegen.
Waterscheiding. Scheiding van doden. De ontmoeting, het afscheid.
En de wind gaat door de top van een boom en stopt
bij elk blaadje even; en toch,
hoe gaat hij verder zonder stil te staan
en komen wij en stoppen even om dan uit te vallen.
En als tussen twee zusters is er veel gelijkenis in de wereld:
dijbeen, schouder van een berg. Een verre gedachte
lijkt op een daad die hier is gegroeid in het vlees en de berg.
Lijkt op de cypressen, donker gebeurd op de heuvelrug.
De cirkel sluit zich. Ik ben de gesp.
En toen ik ontdekt had dat mijn harde voorouders
van binnen zacht waren, gingen mijn voorouders dood.
En alle generaties die voor mij waren, zijn acrobaten
zij staan op elkaars rug in een circus
en meestal ben ik de onderste en staan zij
allemaal, een zware last, op mijn schouders
maar soms ben ik de bovenste, met een arm omhoog gestrekt
naar het dak: het gejuich in de arena beneden
is mijn loon en mijn vlees.
Vertaald door Tamir Herzberg
Zie voor nog meer schrijvers van de 3e mei ook mijn blog van 3 mei 2020 en eveneens mijn blog van 3 mei 2019 en ook mijn blog van 3 mei 2017 en mijn blog van 3 mei 2015 deel 2 en eveneens deel 3.