De Nederlandse dichteres Ester Naomi Perquin werd geboren in Utrecht op 16 januari 1980. Zie ook alle tags voor Ester Naomi Perquin op dit blog.
Moeder
Zoals ze in je praat en dingen vindt, dwars door je eigen woorden
klinkt, vaak ongevraagd, doe je haar nou wat opzij, je hebt toch
ogen, waarom moet dat nou zo open, die mouwen staan
je raar en doe een das om als het waait.
Zoals ze in je borstkas zucht wanneer je iets onnodigs dreigt te kopen,
zegt dat suiker, vet, voor je bloed, je hart, je lever slecht, door
drank en sigaretten is gekwetst, als je slordig oversteekt
of fietst door rood – je mag van haar niet dood,
niet eens geschud, geschaafd.
Als een achtervolgingsscène die een leven lang vertraagd
wordt afgespeeld. Ze loopt je na. Dit voortbewegen,
één en twee, in hetzelfde beeld.
Zo vaak val je tegen, zo vaak val je mee. Steeds ongevraagd
gered. Bij hond, stoep, hek en noodlot weggegrist.
Je kijkt naar haar. Je weet niet wie ze is.
Nattigheid
(Bij de aanhoudende droogte in Nederland) (NRC Handelsblad, 19 juli 2018)
Wat moeten we nu van ons landschap maken? Een akker moet van bovenaf
toch zichtbaar zijn maar alles is al lang vergeeld, vervaagd. Het veld,
de zoom, het gras, de bomen – bij de losplaats van de supermarkt
zullen de wagens komen. Kisten vol stofvormig fruit,
verpulverde slierten, draden, knollen.
Aardappels koken in de aarde droog. Vlees blijft stollen. De tijd wordt kaal.
De zon een bloeddoorlopen, starend oog dat onkruid brandt over
de godverlaten wegen. Een hark buigt langzaam krom.
Een hondentong plakt piepend vast
aan heet metaal.
De sloot spuugt gaargekookte eenden uit. Onzichtbaar leven stinkt en
woekert aan de kant. En vannacht staan de boeren op, sjouwen
langs akkers, houden de zonsopkomst tegen – bidden
tegen statistieken in. Grote weerman, aarde die
ons kostbaar is, geef ons heden regen
Bloem
(Bij de opnening van de Boekenweek op het thema ‘natuur’) (NRC Handelsblad, 9 maart 2018)
Natuur is voor tevredenen of legen.
Uitzicht waarbij geen uitleg nodig is.
Een aaibaar lapje vlees noch vis
waarlangs we ons gewapend voortbewegen.
Haast alle herten zijn van pluche gemaakt,
de goudvis zwemt de kinderkamer rond
en zelfs de stijf bevroren wintergrond
blijkt roomijs, met bastognesmaak.
Zelf vielen we tevoorschijn uit een boek,
bedachten de grenzen en tekenden kaarten,
kweekten rokerslongen, paardenstaarten,
de ongeslachtelijke onderbroek.
De evolutie is ons goed gezind geweest,
God heeft ons ingeënt tegen verdwalen.
Achter de hekken van onze verhalen
zijn wij het gezegendste beest.
De Amerikaanse dichter Anthony Hecht werd geboren op 16 januari 1923 in New York. Zie ook alle tags voor Anthony Hecht op dit blog.
Lot’s vrouw
Hoe eenvoudig de geneugten van die kindertijd,
Eenvoudig maar gevuld met exquise genoegens.
Het iriserende labyrint van de spin,
Zijn vastgebonden tensornest van polygonen
Opgezwollen door de wind tot een klein bolstaand zeil –
Dit alleen maar observeren gaf oneindig veel plezier.
Het geluid van regen. De zachte grafieten sluier
Van regen die van de wereld een staalgravure maakt,
Vol zachte vervagingen en vage afstanden.
De zelffelicitatie! van een vlieg,
Die in zijn handen wrijft. Het bruine bicamerale brein
Van een walnoot. De geur van was. Het gevoel
Van suiker op de tong: een heerlijk zand.
Men begrijpt meteen hoe Proust
Al die postzegeldetails zou kunnen koesteren.
Wie kan de charmes van retrospectie weerstaan?
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 16e januari ook mijn blog van 16 januari 2019 en ook mijn blog van 16 januari 2016 deel 2 en eveneens deel 3.