Frans Kellendonk, Dionne Brand, Sofi Oksanen, Henk van Zuiden, Shobhaa Dé, Marie Desplechin

De Nederlandse schrijver en vertaler Frans Kellendonk werd geboren in Nijmegen op 7 januari 1951. Zie ook alle tags voor Frans Kellendonk op dit blog.

Uit: Mystiek Lichaam

“‘De medische ziekte sloeg een tweespalt in de jongen. Hij verhield zich tot zijn lichaam alsof hij het delen moest met een Siamese tweelingjongen die ziek was. Die ander moest maar verstandig zijn, vond hij, en het ervan nemen in het jaar dat hem restte, een wereldreis gaan maken of gaan vissen in Canada. Zelf wenste hij aan de ziekte geen concessies te doen.
Op één punt moest hij toch toegeven. Elke twee weken legde hij tegen heug en meug een bezoek af aan Klein-Transsylvanië, zoals hij de bloedkankerkliniek noemde. De deernis had bij de behandelende geneesheer het veld geruimd voor solidariteit met de zieke tweelingjongen, voor verraad dus. Wie door zijn eigen lichaam is verraden heeft geen medestanders meer. De arts geloofde even halsstarrig in de sterfelijkheid van zijn patiënt als de patiënt er zelf aan twijfelde. De controles waren veldslagen in een geloofsstrijd, waarbij de arts de werkelijkheid van de ziekte en de jongen die van de gezondheid verdedigde. Hij kwam elke keer deerlijk geblutst van het slagveld.’ (…) ‘Hij lag op bed in een pyjama, kledingstuk dat hij bij welzijn nooit had gedragen, uniform der moribunden. De dekens waren teruggeslagen en er was veel pyjama, weinig jongen.’

 

 
Frans Kellendonk (7 januari 1951 – 15 februari 1990)

 

De Canadese dichteres en schrijfster Dionne Brand werd geboren op 7 januari 1953 op Trinidad. Zie ook alle tags voor Dionne Brand op dit blog.

 

Old Pictures of the New World (Fragment)

They show american medical students
coming back to Grenada
now it is safe for them to do their practicals
in imperialism
and to spit on the population.

They show grenadian market vendors
and taxi drivers
call Reagan “daddy”
now we understand the class war
and patriarchy.

They show george shultz
celebrating the day columbus discovered Grenada
he shades his eyes with his hands
at Queen’s Park
he sees colonies and slaves
like the celebrity of 1498
now we know our place.

In the end
I suppose one knows that Eugenia and Adams
and Seaga are compradors,
one knows that they are enemies of the people
and the future,
one knows these saprophytes
will eat on colonialism’s corpse until it dries
one knows that they are our class
enemies
but one cannot part with the sense of shame
at their voraciousness and our current defeat.

now I am frightened
to be alone,
not because of strangers,
not thieves or psychopaths
but, the state,

they think that I’ll forget it
but I won’t
and when they think that I’ve forgotten
they will find a note in the rubble
of the statue of liberty

 

 
Dionne Brand (Trinidad, 7 januari 1953)

 

De Finse schrijfster Sofi Oksanen werd geboren in Jyväskylä op 7 januari 1977. Zie ook alle tags voor Sofi Oksanen op dit blog.

Uit: Purge (Vertaald door Lola Rogers)

“Hans started to have quiet, somber discussions with Father. Maybe they didn’t want to worry the women of the family, so they didn’t talk about the troubling signs when the women could hear, or maybe they did talk about it, but neither one of the sisters attached any significance to what they said. Father’s wrinkled brow didn’t worry them, because he was an old man, from the old world, afraid of war. The Free Estonia students didn’t worry about that sort of thing. They hadn’t committed any crimes—what harm could come to them? It was only after the Soviet squads had spread out around the country that they started to fear that their future might be in danger. As she rocked her baby, Ingel whispered to Aliide that Hans had started to hold her tighter, that he slept beside her holding her hand all night long, and his grip didn’t loosen even after he fell asleep, which she thought was strange; he squeezed her as if he were afraid she would disappear from his arms during the night. Aliide listened to Ingel’s worries, although every syllable was like a dagger thrust in her heart. At the same time, she felt that the thing which possessed her was loosening its grip a little, and something else was replacing it—fear for Hans.
Neither woman could avoid the truth any longer when they went to the small square in town and heard the Red Army orchestra playing Soviet marches. Hans wasn’t with them, because he no longer dared to come into town, and he didn’t want the girls to go, either. First he started sleeping in the little room behind the kitchen, then he spent his days there, too, and in the end, he went into the woods and stayed there.”

 


Sofi Oksanen (Jyväskylä, 7 januari 1977)

 

De Nederlandse dichter, bloemlezer Henk van Zuiden werd geboren in Apeldoorn op 7 januari 1951. Zie ook alle tags voor Henk van Zuiden op dit blog.

 

Mariniersbroer

Onze vader zou doodgaan.
Door de ijlbrief van dokter mocht mijn broer
uit oorlog worden gehaald. Na ansichtkaarten
waarop Papoea’s met peniskokers en spannende
berichten over piranha’s en klapperratten
was hij er heel bruin zelf weer.
Hij had giftige pijlen bij zich en voor mij een schild-
paddenarmband.
In de klas vertelde ik over mijn broer en zijn luchtreis.
Nog nooit had iemand van ons gevlogen, dat was
voor dure mensen en arme soldaten.

Soms sliep ik bij hem. Langs gordijneinden
tekenden koplampen van nachtauto’s
figuren op de muur. Ze vinden ons, godverdomme,
ze vinden ons! Met ingehouden adem bleef ik liggen.
Hij sloeg de dekens weg en kroop onder bed,
maakte daar kssst kssst geluiden.
Het is weer veilig, fluisterde ik, ze zijn weg.
Klam kwam hij terug, keek meteen of de veldfles
nog onder matras lag.
Bij het rinkelen van de wekker liep de oorlog af.

 

 
Henk van Zuiden (Apeldoorn, 7 januari 1951)

 

De Indiase schrijfster en columniste Shobhaa Dé werd geboren op 7 januari 1947 in Maharashtra. Zie ook alle tags voor Shobhaa Dé op dit blog.

Uit: Verhängnisvolle Schönheit (Vertaald door Uschi Gnade)

“Mrs Aggarwal, Sie verziehen Ihre Tochter. Was für ein Unsinn! Wie können Sie einem so jungen Mädchen erlauben, allein nach Bombay zu gehen?«
Amritas Mutter lächelte nachsichtig. Sie teilte ihrer Nachbarin höflich, aber entschieden mit, Amrita sei kein Kind mehr. Sie sei zwanzig Jahre alt und eine sehr verantwortungsbewusste junge Dame. Und außerdem, was für eine Zukunft hätte sie in Delhi schon zu erwarten? Die Nachbarin ließ sich nicht so leicht überzeugen. Die beiden Frauen saßen gesellig strickend auf dem kleinen Rasen hinter dem Bungalow der Aggarwals in Vasant Vihar. Eine blasse Sonne stieg hoch in den winterlichen Himmel auf, und der Duft von Paranthas, die vor Ghee nur so trieften, wehte zu ihnen heraus.
»Es ist ja schließlich nicht so, als gäbe es in Delhi keine Models«, fuhr Mrs Sethia fort.
Amrita schnappte diese Bemerkung auf und fauchte:
»Ja, allerdings . . . drittklassige Models, die sich für die Textilfabriken von Ludhiana in Pose werfen. Das ist nicht mein Stil.«
Ihre Mutter betrachtete voller Stolz ihre schöne Tochter und brachte die Nachbarin mit einem Finger auf den Lippen behutsam zum Schweigen. Amritas Koffer stand auf der Veranda und war bereits randvoll mit Kleidern gefüllt.
Ihre Mutter fragte sich, was sie sonst noch hineinstopfen würde. Amrita war verrückt nach schönen Kleidern und konnte nicht genug davon bekommen. Aber war es nicht ganz natürlich, sagte sich Mrs Aggarwal, dass ein attraktives, ehrgeiziges Model nur das Beste wollte? Außerdem war das Glück Amrita schon immer hold gewesen, vom Tag ihrer Geburt an.“

 

 
Shobhaa Dé (Maharashtra, 7 januari 1947)

 

De Franse schrijfster Marie Desplechin werd geboren op 7 januari 1959 in Roubaix. Zie ook alle tags voor Marie Desplechin op dit blog.

Uit: Le journal d’Aurore

« 12 février.
On peut ruiner sa vie en moins de dix secondes. Je le sais. Je viens de le faire. Là, juste à l’instant. J’arrive à la porte de l’immeuble, une modeste baguette dans la main et la modeste monnaie dans l’autre, quand Merveille-Sans-Nom surgit devant moi. Inopinément. A moins de cinq centimètres (il est en train de sortir et je m’apprête à entrer, pour un peu on s’explose le crâne, front contre front). Il pose sereinement sur moi ses yeux sublimes. Je baisse les miens illico, autant dire que je les jette quasiment sous terre, bien profond, entre la conduite d’égout et le tuyau du gaz. Sa voix amicale résonne dans l’air du soir :
– Tiens ! Aurore ! Tu vas bien ?
Je reste la bouche ouverte pendant environ deux
millions de secondes, avant de me décider et de lui hurler à la figure :
– Voua ! Merdi !
(…)

5 octobre
Si quelqu’un n’avait pas remarqué le cadenas qu’il vient d’ouvrir en traître, je rappelle que ceci est mon journal intimement intime. Et que je maudis par avance toute personne qui y jettera les yeux. Qu’elle soit maudite jusqu’à la fin de sa vie, qu’elle ait des allergies, des pellicules et des appareils dentaires à élastiques.
7 octobre
Bon sang, j’ai une quantité industrielle de trucs à raconter. Mes journées sont bourrées d’événements. Quelquefois, j’ai l’impression qu’elles vont exploser. En plus, je ne sais jamais si je suis hyper excitée ou hyper malheureuse. Ma vie est un Himalaya d’hyper hésitations.”

 

 
Marie Desplechin (Roubaix, 7 januari 1959) 

 

 Zie voor nog meer schrijvers van de 7e januari ook mijn drie blogs van 7 januari 2011.