De Duitse dichter en schrijver Johann Christoph Friedrich von Schiller werd geboren op 10 november 1759 in Marbach. Zie ook mijn blog van 10 november 2010 en eveneens alle tags voor Friedrich Schiller op dit blog.
Geburtstagsgedicht
Rastlos vorwärts musst du streben,
nie ermüdet Stille stehn,
willst du die Vollendung sehn,
musst ins Breite dich entfalten,
soll sich deine Welt gestalten,
in die Tiefe musst du steigen,
soll sich dir das Wesen zeigen,
nur Beharrung führt zum Ziel,
nur die Fülle führt zur Klarheit,
und im Abgrund wohnt die Wahrheit.
Hoffnung
Es reden und träumen die Menschen viel
Von bessern künftigen Tagen,
Nach einem glücklichen goldenen Ziel
Sieht man sie rennen und jagen.
Die Welt wird alt und wird wieder jung,
Doch der Mensch hofft immer Verbesserung.
Die Hoffnung führt ihn ins Leben ein,
Sie umflattert den fröhlichen Knaben,
Den Jüngling locket ihr Zauberschein,
Sie wird mit dem Greis nicht begraben,
Denn beschließt er im Grabe den müden Lauf,
Noch am Grabe pflanzt er – die Hoffnung auf.
Es ist kein leerer schmeichelnder Wahn,
Erzeugt im Gehirne des Toren,
Im Herzen kündet es laut sich an:
Zu was Besserm sind wir geboren!
Und was die innere Stimme spricht,
Das täuscht die hoffende Seele nicht.
Die Führer des Lebens
Zweierlei Genien sinds, die dich durchs Leben geleiten,
Wohl dir, wenn sie vereint helfend zur Seite dir stehn!
Mit erheiterndem Spiel verkürzt dir der eine die Reise,
Leichter an seinem Arm werden dir Schicksal und Pflicht.
Unter Scherz und Gespräch begleitet er bis an die Kluft dich,
Wo an der Ewigkeit Meer schaudernd der Sterbliche steht.
Hier empfängt dich entschlossen und ernst und schweigend der andre,
Trägt mit gigantischem Arm über die Tiefe dich hin.
Nimmer widme dich einem allein. Vertraue dem erstern
Deine Würde nicht an, nimmer dem andern dein Glück.
Friedrich Schiller (10 november 1759 – 9 mei 1805)
Charlotte Schiller – Schillers Gartenhaus in Jena, aquarel, ca. 1798
De Vlaamse dichter en schrijver Jan van Nijlen werd geboren op 10 november 1884 in Antwerpen. Zie ook mijn blog van 10 november 2010 en eveneens alle tags voor Jan van Nijlen op dit blog.
De Tuinier
Hij is voortaan alleen nog maar tuinier,
Vergat voorgoed de straten en de steden
En hij verzorgt, verlost van zijn verleden,
De teere phlox, de stralende anjelier.
Hij woont zoo ver, wie achterhaalt hem hier?
Het kleine dorp ligt rustig daar beneden….
Zijn leven heeft voortaan geen andre reden,
Dan de berusting van het vreedzaam dier.
Maar soms in vroegen nacht, wanneer de maan
Oranjekleurig bloeit aan de bewaasde kimmen,
Voelt hij zijn hart heel even sneller slaan,
Als hij ziet rijzen in opalen gloor
Al de gedaanten uit het rijk der schimmen
Die hij bemind heeft en voorgoed verloor.
Circuslicht
‘k Zie elke avond aan de hemel branden
De gloed van ’t circus en ik ben verblind
Door ’t lokkend licht, ginds in de lage landen.
’t Is of in droom het leven herbegint,
Of ik weer kind ben en nog weer verlang
Naar ’t lieve spel van clowns en acrobaten,
Naar wigwam, vredespijp en boomerang
En naar de strijd van cowboys of piraten.
Dit teder licht verheldert de atmosfeer:
Morgen wellicht ontluiken de eerste blaren
En bouwen weer de vogels aan hun nest.
En ik begrijp, thans deftige meneer,
Hoe het geluk van de verloren jaren
Het enige is wat mij ten slotte rest.
Heloise en abelard
Alles had ons moeten scheiden,
alles bracht ons tot elkaar;
van een grondeloos verblijden
werd de najaarshemel klaar.
Nooit in ’t bitterste uur van lijden
vroeg het hunkrend hart: tot waar?
Alles had ons moeten scheiden,
alles bracht ons tot elkaar.
Liefde die geknecht moet strijden
wordt eens luide en openbaar;
eens dekt ons dezelfde baar
die voor eeuwig zal bevrijden.
Alles had ons moeten scheiden…
Jan van Nijlen (10 november 1884 – 14 augustus 1965)
De Duitse schrijver Arnold Zweig werd op 10 november 1887 in een gematigd religieuze joodse familie geboren in Glogau, Neder-Silezië (nu Głogów, Polen). Zie ook mijn blog van 10 november 2010 en eveneens alle tags voor Arnold Zweig op dit blog.
Uit: Der Streit um den Sergeanten Grischa
“Um Deutschland geht es uns …: dass in dem Land, dessen Rock wir tragen, und für dessen Sache wir in Dreck und Elend zu verrecken bereit sind, Recht richtig und Gerechtigkeit der Ordnung nach gewogen werde. Dass dies geliebte Land nicht verkomme, während es zu steigen glaubt. Dass unsere Mutter Deutschland nicht auf die falsche Seite der Welt gerate. Denn wer das Recht verlässt, der ist erledigt.”
(…)
“‘Der siegt für uns, der plagt sich für uns, nu lass ihn man schlafen, Matz. Die Welt wird ja nicht einstürzen und Deutschland nicht ins Wasser fallen, bloß wenn er das ‘ne Stunde später erfährt.’
Damit entnahm er der Zigarrenkiste zwei der großen Brasil, um sich für seine Rücksicht zu belohnen und kopfschüttelnd, voll aufrichtiger Bewunderung, nach einem letzten Blick auf den Ruhenden, zog er ganz leise die Tür hinter sich zu.”
(…)
»Tja«, räusperte sich Posnanski endlich, »wie sagten Sie, Deutschland? Was will das heißen, mein Lieber? Wer hochsteigt und ein gemischtes Wesen ist, trampelt auf seiner Seele herum und sinkt also innerlich. Deutschland an Macht geht auf wie ein Napfkuchen, Deutschland als Sittlichkeit schrumpft ein zur Fadendünne. Wen wundert das? So geht es den Staaten. Und es macht auch nicht viel Erst wenn der Faden risse, wenn Rechtlosigkeit als Zustand allgemeine Billigung und ein Siegerbehagen fände, sähe es etwas schlimmer aus.“
Arnold Zweig (10 november 1887 – 26 november 1968)
Gedenksteen aan zijn voormalige woning in Berlijn-Niederschönhausen
De Nederlandse dichterschrijver, zanger en producer Rick de Leeuw werd geboren in Haarlem op 10 november 1960. Zie ook mijn blog van 10 november 2010 en eveneens alle tags voor Rick de Leeuw op dit blog.
Echte mannen scheiden niet (Samen met Erik Jan Harmens)
Wat piekte werd gesmoord
Het pad langs de diepte was zo smal het was geen pad
Wat piekte werd gesmoord
Wat kiemde werd vermoord
Het pad langs de diepte was zo smal het was geen pad
Wat piekte werd gesmoord
Wat kiemde werd vermoord
Alleen wat ik niet zei werd gehoord
Het pad langs de diepte was zo smal het was geen pad
Wat piekte werd gesmoord
Wat kiemde werd vermoord
Alleen wat ik niet zei werd gehoord
Wij werd een drieletterwoord
Het pad langs de diepte was zo smal het was geen pad
Toen ik de deur achter me dichttrok voelde ik geen strop maar juist
Een hand die losliet omdat het eindelijk kon
IK HOU VAN JOU
Staat met gemeende streken op een muur in de stad gekalkt
IK HIELD VAN JOU
Maar zoiets schreeuw je niet op oude muren
Niet elke waarheid leent zich voor publicatie
En trouwens
De mannen van het sloopbedrijf zijn al onderweg
Als in een klucht heb ik ze een kaart op de kop meegegeven
Het pad langs de diepte was zo smal het was geen pad
Het was een muur
Rick de Leeuw (Haarlem, 10 november 1960)
Rick de Leeuw en Erik Jan Harmens
De Nederlandse dichter en schrijver Jacob Cats werd geboren op 10 november 1577 in Brouwershaven. Zie ook mijn blog van 10 november 2010 en eveneens alle tags voor Jacob Cats op dit blog.
’t Neemt toe, men weet niet hoe
Laatst ging ik in de hof, daar schreef ik op een linde,
Ik sneed in een pompoen de naam van mijn beminde;
Het schrift was eerstmaal teer, men zag daar anders niet
Als dat het groen gewas beschreidde mijn verdriet:
Maar als ik naderhand hier weder kwam getreden,
Toen stond ’t uitgepuild al wat ik had gesneden;
Dies riep ik overluid: dus gaat ’t met de min,
Daar komt een grote wond ook van een klein begin.
Niet zonder vragen
Gij wenst een echte Wijf, gij wenst te mogen trouwen,
Gij wenst (gelijk het schijnt) uw huis te mogen bouwen,
Gij wenst en anders niet. Maar lieve, zeg een reis,
Wie trouwt’er in de droom of in een dom gepeis?
Het vrijen eist verzoek. Geen Echo zal der kwelen
Dan als haar iemand vergt, en dat met luider kelen;
Wel, tijd dan aan het werk; want ziet! een rechte Maagd
En komt niet ongenood, en geeft niet ongevraagd.
Jacob Cats (10 november 1577 – 12 september 1660)
Standbeeld in Brouwershaven
De Georgische schrijver Aka Morchiladze werd geboren op 10 november 1966 in Tbilisi. Zie ook alle tags voor Aka Morchiladze op dit blog en ook mijn blog van 10 november 2010.
Uit: Santa Esperanza
„And so, at last, I was there and happy! But, unfortunately, I had to go back home: first by sea to Trabzon, and then along the road to Georgia.
It was not at all easy for me to leave. But it wasn’t easy to live without my family any longer either. As for the family, well, they were already used to my long-term disappearings from time to time. Nevertheless, I was returning home, and like a man of infinite precocity, I started packing my luggage ten days in advance.
During my stay in Santa City, I haven’t lost a single day without writing something. There are some fine, thin notebooks sold at every shop on John’s Isles. They have funny covers and remind me of my childhood notebooks – the thin ones of twelve pages – that were a bit wider. I bought nearly two hundred of those, and filled them with various stories. Some of the stories were condensed versions of the local historical facts, or of the current events borrowed from the local papers. Some others had been heard from the natives, and in case I failed to hear them to the end, I tried to invent the end myself. I had lots of them, those exciting stories recorded in my notebooks.
All the stories were quite different, none of them resembled another. Every time I tried to record a new one, I thought a lot. No wonder I managed to succeed in understanding a great deal of the mode of the Johnians’ life-style.
Those more than a hundred notebooks (to be more exact, there were one hundred and forty-one, when I last counted them) made up a huge excess baggage. For that I had to blame my age-long passion for using unexploited notebooks – I could never relinquish a bad habit of starting a new piece in a fresh one! The temptation of buying them in huge amounts was boosted by the fact that they were extremely cheap – three-pence each. Thus, on the whole, all my expenses for them amounted to three local pounds only.”
Aka Morchiladze (Tbilisi, 10 november 1966)
Zie voor nog meer schrijvers van de 10e november ook mijn blog van 10 november 2013 deel 2.