De Duitse dichter en schrijver Johann Christoph Friedrich von Schiller werd geboren op 10 november 1759 in Marbach. Zie ook mijn blog van 10 november 2010 en eveneens alle tags voor Friedrich Schiller op dit blog.
Uit:Der Spaziergang unter den Linden
„Wollmar und Edwin waren Freunde und wohnten in einer friedlichen Einsiedelei beisammen, in welche sie sich aus dem Geräusch der geschäftigen Welt zurückgezogen hatten, hier in aller philosophischen Muße die merkwürdigen Schicksale ihres Lebens zu entwickeln. Edwin, der glückliche, umfaßte die Welt mit frohherziger Wärme, die der trübere Wollmar in die Trauerfarbe seines Mißgeschicks kleidete. Eine Allee von Linden war der Lieblingsplatz ihrer Betrachtungen. Einst an einem lieblichen Maientag spazierten sie wieder; ich erinnere mich folgenden Gespräches:
Edwin. Der Tag ist so schön – die ganze Natur hat sich aufgeheitert, und Sie so nachdenkend, Wollmar?
Wollmar. Lassen Sie mich. Sie wissen, es ist meine Art, daß ich ihr ihre Launen verderbe.
Edwin. Aber ist es denn möglich, den Becher der Freude so anzuekeln?
Wollmar. Wenn man eine Spinne darin findet – warum nicht? Sehen Sie, Ihnen malt sich jetzt die Natur wie ein rothwangigtes Mädchen an seinem Brauttag. Mir erscheint sie als eine abgelebte Matrone, rothe Schminke auf ihren grüngelben Wangen, geerbte Demanten in ihrem Haar. Wie sie sich in diesem Sonntagsaufputz belächelt! Aber es sind abgetragene Kleider und schon hunderttausendmal gewandt. Eben diesen grünen wallenden Schlepp trug sie schon vor Deukalion, eben so parfümiert und eben so bunt verbrämt. Jahrtausende lang verzehrt sie nur mit dem Abtrag von der Tafel des Todes, kocht sich Schminke aus den Gebeinen ihrer eigenen Kinder und stutzt die Verwesung zu blendenden Flittern. Es ist ein unfläthiges Ungeheuer, das von seinem eigenen Koth, viele tausendmal aufgewärmt, sich mästet, seine Lumpen in neue Stoffe zusammenflickt und groß thut und sie zu Markte trägt und wieder zusammenreißt in garstige Lumpen. Junger Mensch, weißt du wohl auch, in welcher Gesellschaft du vielleicht jetzo spazierest? Dachtest du je, daß dieses unendliche Rund das Grabmal deiner Ahnen ist, daß dir die Winde, die dir die Wohlgerüche der Linden herunterbringen, vielleicht die zerstobene Kraft des Arminius in die Nase blasen, daß du in der erfrischenden Quelle vielleicht die zermalmten Gebeine unsrer großen Heinriche kostest? Pfui! Pfui! Die Erderschütterer Roms, die die majestätische Welt in drei Theile rissen, wie Knaben einen Blumenstrauß unter sich theilen und an die Hüte stecken, müssen vielleicht in den Gurgeln ihrer verschnittenen Enkel einer wimmernden Opernarie frohnen.“
Friedrich Schiller (10 november 1759 – 9 mei 1805)
Portret door Louis Ammy Blanc, 1861
De Nederlandse dichterschrijver, zanger en producer Rick de Leeuw werd geboren in Haarlem op 10 november 1960. Zie ook mijn blog van 10 november 2010 en eveneens alle tags voor Rick de Leeuw op dit blog.
Planeet jeugd
wie heeft niet
of woont er nog
ooit verdwaald op planeet jeugd
weet van niets
zoek de grenzen
voel ik elk vezel dat
waar verbod heerst genot huist
en nooit komt later
het half beleefde kabbelende later
waar het milde midden lonkt
en achterom inmiddels net zo weids
geen fraai uitzicht biedt als de wazige blik vooruit
30 mensen maximaal
een mooie leeftijd om te sterven
als je van een drukke begrafenis houdt
met bloemen en onmacht
toespraken en een boel verdriet
wanneer je aan het leven hecht
nog zo veel plannen en goede vrienden hebt
kijk toch eens ze zijn er allemaal
is het hier veel te druk
Rick de Leeuw (Haarlem, 10 november 1960)
De Vlaamse dichter en schrijver Jan van Nijlen werd geboren op 10 november 1884 in Antwerpen. Zie ook mijn blog van 10 november 2010 en eveneens alle tags voor Jan van Nijlen op dit blog.
Carpe Diem
Indien het waar is dat de sterren
Voor eeuwig in de ruimte staan,
Zonder dat iets in een nabije of verre
Toekomst veranderd wordt in dit bestaan,
Wat kan dan nog het doel zijn van dit leven,
Dat eens mijn zoon zal kennen zoals ik,
Dan een beperkt geluk en een heel even
Genieten van het vluchtend ogenblik.
Franse wijn
“Dégustation de vins français”
Dat is het enige wat ik ken
In deze streek van mist en regen
Waar ik gevestigd ben,
Dat nog wat zon zet in de hemel
En blijdschap in een dor gemoed,
Want waar het leven onbeleefd is
Zijn Franse wijnen dubbel zoet.
Grafschrift
Hij was een stille, zeer bedeesde man,
die hield van bloemen, dieren en insekten
totdat het warme gras zijn lichaam dekte:
’t is nu gedaan met de heer Nijlen (Van).
Jan van Nijlen (10 november 1884 – 14 augustus 1965)
De Duitse schrijver Arnold Zweig werd op 10 november 1887 in een gematigd religieuze joodse familie geboren in Glogau, Neder-Silezië (nu Głogów, Polen). Zie ook mijn blog van 10 november 2010 en eveneens alle tags voor Arnold Zweig op dit blog.
Uit:Education Before Verdun (Vertaald door Eric Sutton)
“The uproar in the starlit night, the explosions, the bursts of flame, the scream of hurtling shells – how long would it endure? Bertin could bear it no more; to him, half deafened, the repulsive dugout now seemed like a refuge; he stumbled down some steps, pushed aside a tarpaulin, and saw, by the dim illumination of a stearine cartridge, a squad of men sitting and lying about on a wire netting, their weapons ready to hand. The air was thick and smoke-laden. The faces of the sappers, the gunners, and the Saxon riflemen made him feel almost ill. Hitherto he had seen them against a background of glorious illusion; but here no illusion could survive. Here, in this clay and boarded tomb, were men for whom all hope had ended, throw-outs from the world markets now glutted with human material…
(…)
The air had turned to thunder, and burst upon them in a thudding tornado of steel cylinders, packed with ekrasite. Impossible to leave the trenches, which indeed were trenches no more; impossible to stay in them, when the very earth quivered and split, and leapt in volcanoes to the sky or poured into ever fresh abysses that were opened on every side. The dugouts, in which the men took refuge, collapsed; the deeper galleries, choked by the heavy shells, buried their struggling, gasping occupants, who were of no further use as fighting men, though they might be actually unhurt…”
Arnold Zweig (10 november 1887 – 26 november 1968)
Cover
De Nederlandse dichter en schrijver Jacob Cats werd geboren op 10 november 1577 in Brouwershaven. Zie ook mijn blog van 10 november 2010 en eveneens alle tags voor Jacob Cats op dit blog.
Wat hangt hij aan een ander man
Dank hebt, o wijngaard, oude stam,
dat ik een reis zo verre kwam
Dat ik mijn eigen wortel had,
En zoog voortaan mijn eigen nat.
Nu wil ik naar een ander dal,
Waar ik mijn eigen wezen zal.
De vrijheid is te grote goed,
De vrijheid is te wonder zoet:
Wat hangt hij aan een ander man,
Die van zijn eigen leven kan?
Ouderdom en buitenleven
Het is geen klein vermaak, te zitten met een boekje
Omtrent een groene laan, of in een eenzaam hoekje,
Te lezen enig werk, dat onze ziele sticht,
Of God een offer doen, met enig zoet gedicht.
Dit zou het leven zijn, dat ik me zou verkiezen,
Ik wou mijn eigen zelfs met zo te doen verliezen;
Ja wens alzo te zijn, tot aan mijn leste reis
Om, eer de dood genaakt, te scheiden uit het vleis.
Het is van ouds gemerkt, dat even* dorre luiden*
Nog vinden haar vermaak omtrent de groene kruiden,
Omtrent een keerstig* hout, dat in de velden groeit,
Of in het blij gewas, dat in de tuinen bloeit.
Een akker, niet te groot, naar eis te laten bouwen,
Een hof tot ons gerief te laten onderhouwen,
Een tuin daarin het moes voor onze keuken wast,
Is ja een zoet bedrijf, dat oude lieden past.
Jacob Cats (10 november 1577 – 12 september 1660)
Portret door Ludolph de Jongh, 1659
Onafhankelijk van gebooortedata:
De Chileense schrijver Alejandro Zambra werd in 1975 geboren in Santiago de Chile, waar hij ook opgroeide. Zie ook mijn blog van 10 november 2010 en eveneens alle tags voor Alejandro Zambra op dit blog.
Uit: Manieren om naar huis terug te keren (Vertaald door Luc de Rooy)
“Raúl was de enige in de wijk die alleen woonde. Ik vond het moeilijk me voor te stellen dat iemand alleen kon leven. Ik dacht dat alleen leven een soort straf of ziekte was.
De ochtend dat hij hier met een matras boven op zijn Fiat 500 aan kwam rijden, vroeg ik mijn moeder wanneer de rest van zijn familie zou komen, en zij antwoordde begripvol dat niet iedereen een familie had. Ik vond meteen dat we hem moesten helpen, maar naderhand begreep ik tot mijn verbazing dat mijn ouders er weinig voor voelden Raúl te helpen, dat ze meenden dat het niet nodig was, dat ze zelfs een soort weerzin ten opzichte van die magere, zwijgzame man voelden. We waren buren, we deelden een muur en een ligusterheg, maar er gaapte een enorme kloof tussen ons.
In de nieuwbouwwijk werd gezegd dat Raúl christendemocraat was en dat vond ik interessant. Het is moeilijk uit te leggen waarom een jongen van negen het interessant vond dat iemand christendemocraat was. Misschien dacht ik dat er een verband bestond tussen het christendemocraat zijn en de verdrietige situatie van het alleen wonen. Ik had mijn vader nooit met Raúl zien praten, daarom was ik er erg van onder de indruk dat ze die avond samen een sigaret rookten. Ik dacht dat ze het over zijn eenzaamheid hadden, dat mijn vader onze buurman adviezen gaf om zich over die eenzaamheid heen te zetten, al wist hij daar vast en zeker niet heel veel over te vertellen.
Ondertussen omhelsde Magali Claudia, in een hoekje iets terzijde van de groep. Ze leken zich niet erg op hun gemak te voelen. Uit beleefdheid, maar misschien ook wel om haar een streek te leveren, vroeg een buurvrouw aan Magali wat ze voor de kost deed, en zij antwoordde meteen, alsof ze de vraag verwacht had, dat ze docente Engels was.”
Alejandro Zambra (Santiago de Chile, 1975)
Zie voor nog meer schrijvers van de 10e november ook mijn vorige blog van vandaag.