Gedichten voor de vastentijd

Twee gedichten in het kader van de vastentijd, tenslotte zitten we al weer op de helft. Zo nodig geschikt voor een meditatie.

Simon Vestdijk, ooit genoemd voor de Nobelprijs, maar nu steeds minder gelezen en als dichter ten onrechte verwaarloosd.

Gethsemane

Waakt met mij, éen nacht, éen uur, éen oogwenk,
Opdat ik de plek voel waar gij zijt.
Kunt gij waken, strijdend tegen lijfsdwang,
Kunt ge ook troosten met aanwezigheid.

Zóo zijn goden vaak op ’t eind vereenzaamd,
Menschonwaardig, haav’loos en verkild,
Dat zij need’rig smeeken om de bijstand
Van een vriend die ’t zelfde heeft gewild.

En zij gaan ongaarne in de doodsstrijd
Waar geen spiegel zelfs hen gadeslaat,
En zij huiv’ren voor de bleeke nanacht,
Als de haan kraait en de vriend verraadt.

Waakt met mij, éen nacht, éen uur, éen oogwenk,
Slaap is maar een smalle overzij,
En wanneer de slaap u tóch vermeestert,
Breekt uit droomen los, en waakt met mij.

 

Simon Vestdijk (17 oktober 1898 – 23 maart 1971)

 

Martinus Nijhoff, een van mijn favorieten, niet vergeten dankzij zijn moderniteit (Awater, Het Uur U),associeert men ook niet direkt met de hier verwoorde religieuze gevoeligheid.

De soldaat die Jezus kruisigde

Wij sloegen hem aan ’t kruis. Zijn vingers grepen
wild om den spijker toen ‘k den hamer hief –
Maar hij zei zacht mijn naam en: ‘Heb mij lief -‘
En ’t groot geheim had ik voorgoed begrepen.

Ik wrong een lach weg dat mijn tanden knarsten,
en werd een gek die bloed van liefde vroeg:
Ik had hem lief – en sloeg en sloeg en sloeg
den spijker door zijn hand in ’t hout dat barstte.

Nu, als een dwaas, een spijker door mijn hand,
trek ik een visch – zijn naam, zijn monogram –
in ied’ren muur, in ied’ren balk of stam,
of in mijn borst of, hurkend, in het zand,

En antwoord als de menschen mij wat vragen:
‘Hij heeft een spijker door mijn hand geslagen.’

Martinus Nijhoff (20 april 1894 – 26 januari 1953)

One thought on “Gedichten voor de vastentijd

De commentaren zijn gesloten