Geert Buelens, William S. Burroughs, Joris-Karl Huysmans, Terézia Mora, Philip Weiss, Rikkert Zuiderveld, Luc Indestege

De Vlaamse dichter, essayist en columnist Geert Buelens werd geboren in Duffel op 5 februari 1971. Zie ook alle tags voor Geert Buelens op dit blog.

 

i.m. dfw

ik ben hier
hier
in een steelse pan die doldraait
en zich afvraagt
afvraagt afvraagt afvraagt
wat als en of en
want
echt
zou het zo verder kunnen
wanneer je geest openklapt
als hapering
als
mozaïekverwantschap
en
komaan zeg, dat kun je toch niet
menen
zo zit je in elkaar
er niet intrappen
dat is je natuurlijke setting
niet?
de dingen altijd anders zien
open houden
pijnbestrijding inzetten
als kennisverwerving
kennisverwerking begrijpen als
pijnbestrijding
niet alles is een taalspel
want alles is
maar niet alles is groen
he
niet alles
is
alsof het ontstond om opgeschreven
te worden

 

 
Geert Buelens (Duffel, 5 februari 1971)

 

De Amerikaanse schrijver William S. Burroughs werd geboren in Saint Louis (Missouri) op 5 februari 1914. Zie ook alle tags voor William S. Burroughs op dit blog.

 

My Legs Señor

attic room and window my ice skates on the wall
the Priest could see the bathroom pale yellow wood panels
toilet young legs shiny black leg hairs
“It is my legs señor.”
lustre of stumps rinses his lavender horizen
feeling the boy groan and what it meant
face of a lousy kid on the doctor’s table
I was the shadow of the waxing evening and strange window panes.
I was the smudge and whine of missed times in the reflected sky
points of polluted water under his lavender horizen window pane
smudge scrawled by some boy cold lost marbles in the room
the doctor’s shabby table…his face…
boy skin spreads to something else.
“CHRIST WHAT’S INSIDE?”  HE screams
flesh and bones rose tornado
“THAT HURTS”
I was the smudge and whine of shinny back leg hairs
silver paper in the wind frayed sounds of distant city.

 

 
William S. Burroughs (5 februari 1914 – 2 augustus 1997)

 

De Franse dichter en schrijver Charles-Marie-Georges Huysmans werd geboren op 5 februari 1848 in Parijs. Zie ook alle tags voor Joris-Karl Huysmans op dit blog.

 

Le hareng saur

Ta robe, ô hareng, c’est la palette des soleils couchants,
la patine du vieux cuivre, le ton d’or bruni des cuirs de
Cordoue, les teintes de santal et de safran des feuillages
d’automne !

Ta tête, ô hareng, flamboie comme un casque d’or, et l’on
dirait de tes yeux des clous noirs plantés dans des cercles
de cuivre !

Toutes les nuances tristes et mornes, toutes les nuances
rayonnantes et gaies amortissent et illuminent tour à tour
ta robe d’écailles.

A côté des bitumes, des terres de Judée et de Cassel, des
ombres brûlées et des verts de Scheele, des bruns Van Dyck
et des bronzes florentins, des teintes de rouille et de
feuille morte, resplendissent, de tout leur éclat, les ors
verdis, les ambres jaunes, les orpins, les ocres de rhu,
les chromes, les oranges de mars !

Ô miroitant et terne enfumé, quand je contemple ta cotte de
mailles, je pense aux tableaux de Rembrandt, je revois
ses têtes superbes, ses chairs ensoleillées, ses scintil-
lements de bijoux sur le velours noir ; je revois ses jets
de lumière dans la nuit, ses traînées de poudre d’or dans
l’ombre, ses éclosions de soleils sous les noirs arceaux !

 

 
Joris-Karl Huysmans (5 februari 1848 – 12 mei 1907)

 

De Hongaarse, Duitstalige, schrijfster en vertaalster Terézia Mora werd geboren op 5 februari 1971 in Sopron. Zie ook alle tags voor Terézia Mora op dit blog.

Uit: The Monster (Vertaald door Zaia Alexander)

“As she leaned over him her breasts swung forward and a fragrance rose up from her belly, he lifted his head slightly to look at her navel, a small shell with a brim at the top, the view pleased him, but what intrigued him most was the small protuberance jutting out from the underbelly, the chocolate brown pubic hair; yethere, of all places, something went haywire, a bright flicker disrupted the image, at the same time voices clamored inside, there were many of them, at least one man and one woman was among them, they talked and laughed, not so close, in an adjacent room they spoke inaudibly and laughed, and just as increasingly hot waves of great joy (“there you are, finally!”) and anxiety (“don’t even dare to think it’s only a dream or it will end”) surged inside Darius Kopp, now rage set in, thatwas the hottest wave, a fierce hammering pounded his head, a sledgehammer on metal, infernal, irrepressible: rage. What’s there to laugh about, hyenas, who are you anyway, what are you doing here, Yuri, goddamn you, you pig! He’s got somebody with him again, when did he pick her up, we came here together, nobody came with us, he waited until I fell asleep and then. Andreina and Monica, wild strawberry-blond curls, they’d be willing, grunted Yuri in Kopp’s neck. Do what you want, I’ll go to a hotel. Yuri’s saliva felt like a furious pinprick on Kopp’s skin. It’s time you pulled yourself together, honestly. I should pull myself together? I should pull myself together?
You pull yourself together! You’ll see what that gets you, I’ll walk right over and give you a knuckle sandwich! It’s all your fault! I was happy and satisfied until you showed up! No, I wasn’t, but it worked fine, and then you came and took it away from me. That you can’t live forever? Nobody does that! Nobody lives forever! Yuri held the woman in his lap, the knees and elbows folded around each other, they guffawed with a hundred teeth, waved to him and laughed: Come on!”

 

 
Terézia Mora (Sopron, 5 februari 1971)

 

De Oostenrijkse schrijver Philip Weiss werd geboren op 5 februari 1982 in Wenen. Zie ook alle tags voor Philip Weiss op dit blog.

Uit: Blätterliebe

„Um fünf Uhr Früh waren die Tagschichtärzte zwar noch müde und schlecht gelaunt, doch weniger müde als die Nachtschichtärzte und auch weniger schlecht gelaunt. Um fünf Uhr Früh mischte sich selbst im Notaufnahmeraum der Geruch der Sterilität mit dem Geruch von Kaffee. Die ankommenden Tagschichtärzte ließen sich zu dieser Stunde Kaffee zubereiten von den aufbrechenden Nachtschicht­schwestern, der dann, mit einem Lächeln überreicht, ein bisschen von der Müdigkeit mit fortnahm und sogar ein gutes Stück von der schlechten Laune. Ich war zufrieden mit dem Zeitpunkt meiner Übelkeit. Ich ging langsam, denn so wie sich die Gerüche von Sterilität und Kaffee vermischten und die Gesichter der Nachtschichtschwestern mit dem Tagschichtärtzelächeln, so mischte sich meine Übelkeit mit meinen Unterleibs­krämpfen. Um fünf Uhr Früh saßen viele Menschen im grellen Licht der Notaufnahme.
Ich trug meinen Abendanzug mit abfallendem Revers, darunter die Weste, das Hemd, darauf die dunkle Krawatte, über allem den schwarzen Mantel und auf dem Kopf meinen Hut. Den nahm ich ab und führte ein Gespräch mit der Schwester am Notaufnahmeschalter. Ja? sagte sie und ich sagte, Krämpfe und Übelkeiten. Warum? fragte sie und ich sprach von der allgemeinen Undurchschaubarkeit. Wie? fragte sie und ich meinte, dass es eben so sei. Dann schwiegen wir beide und beide versuchten wir der allgemeinen Undurchschaubarkeit etwas entgegenzuhalten.“

 

 
Philip Weiss (Wenen, 5 februari 1982)

 

De Nederlandse dichter, schrijver en zanger Rikkert Zuiderveld werd geboren in Groningen op 5 februari 1947. Zie ook alle tags voor Rikket Zuiderveld op dit blog.

 

Stille trom

Vergeef ons toch, wij zijn maar muzikanten,
de arme sloebers van de stille trom.
Wij hurken voor de haast en zijn trawanten,
zijn helm, zijn bankgeheim, zijn intercom.

Vergeef ons, haast, dat wij u lastigvallen
met wat gebleven is: dit oude lied
waaruit wij ooit geboren zijn, om niet,
nog vóór de komst van klok en priemgetallen.

Vergeef ons dat wij hier zijn neergestreken,
ook als u ons niet aanziet of betaalt.
Of valt uw wet van ijzer te doorbreken,

terwijl u onderweg naar uw bedrijven
zich afvraagt of de koersen zijn gedaald?
U gaat voorbij, wij spelen. En wij blijven.

 

 
Rikkert Zuiderveld (Groningen, 5 februari 1947)
Oude LP cover voor Elly en Rikkert

 

De Vlaamse dichter en schrijver Luc Indestege werd geboren in Zonhoven op 5 februari 1901. Zie ook alle tags voor Luc Indestege op dit blog.

Uit: Een vriendschap in het Groenendaalse klooster ten tijde van Ruusbroec

“Het Groenendaalse klooster! Hoe moeten we het ons voorstellen? Toen Jan Spieghel stierf, was de kloosterstichting, de proosdij, nog maar amper veertien jaren oud. In 1344 nl. had Ruusbroec, samen met Jan Hinckaert en Vrank van Coudenbergh, Brussel verlaten om de wijk te nemen naar het rustige Groenendaal, waar op 17 maart van datzelfde jaar, een houten kapel werd gewijd door de Karmeliet, Mathias, bisschop van Trebizonde(14). Alle drie waren toen nog seculiere geestelijken en pas op 10 maart 1449 kwam op het verlangen van de groep, die inmiddels tot een tiental leden, zo priesters als conversen, was aangegroeid, een kloostergemeenschap tot stand die de regel van de H. Augustinus aannam. Vrank van Coudenbergh werd de eerste proost, Ruusbroec de eerste prior en Jan van Leeuwen de eerste kok van het Groenendaals conventje. Toen Jan van Cureghem er binnentrad, was de gemeenschap nog in het beginstadium van haar ontwikkeling.
Hoe groot de materiële begrenzing van het kloosterdomein bij zijn ontstaan mag geweest zijn, kan niet met zekerheid worden uitgemaakt. Op het stuk grond dat Hertog Jan III in 1443 aan de Brusselse kanunniken geschonken had, lag een woning, een domus, bij het begin van de eeuw door een kluizenaar, Johannes de Busco, bewoond.”

 

 
Luc Indestege (5 februari 1901 – 11 juli 1974)
Priorij van Groenendaal, fotogravure, 1910

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e februari ook mijn blog van 5 februari 2011 deel 2.