Georg Trakl, Paul Auster, Jan Willem Holsbergen, Henning Mankell, Richard Yates, Gertrude Stein, Michael Scharang, Ferdinand Schmatz

De Oostenrijkse dichter Georg Trakl werd op 3 februari 1887 in Salzburg geboren. Zie ook alle tags voor Georg Trakl op dit blog.

 

Traumwandler

Wo bist du, die mir zur Seite ging,
Wo bist du, Himmelsangesicht?
Ein rauher Wind höhnt mir ins Ohr: du Narr!
Ein Traum! Ein Traum! Du Tor!
Und doch, und doch! Wie war es einst,
Bevor ich in Nacht und Verlassenheit schritt?
Weißt du es noch, du Narr, du Tor!
Meiner Seele Echo, der rauhe Wind:
O Narr! O Tor!
Stand sie mit bittenden Händen nicht,
Ein trauriges Lächeln um den Mund,
Und rief in Nacht und Verlassenheit!
Was rief sie nur! Weißt du es nicht?
Wie Liebe klang’s. Kein Echo trug
Zu ihr zurück, zu ihr dies Wort.
War’s Liebe? Weh, daß ich’s vergaß!
Nur Nacht um mich und Verlassenheit,
Und meiner Seele Echo – der Wind!
Der höhnt und höhnt: O Narr! O Tor!

 

Sommer

Am Abend schweigt die Klage
Des Kuckucks im Wald.
Tiefer neigt sich das Korn,
Der rote Mohn.

Schwarzes Gewitter droht
Über dem Hügel.
Das alte Lied der Grille
Erstirbt im Feld.

Nimmer regt sich das Laub
Der Kastanie.
Auf der Wendeltreppe
Rauscht dein Kleid.

Stille leuchtet die Kerze
Im dunklen Zimmer;
Eine silberne Hand
Löschte sie aus;

Windstille, sternlose Nacht.

 

De treden van de waanzin…

De treden van de waanzin in zwarte kamers,
De schimmen der ouden onder de open deur,
Wanneer helians ziel in de rozige spiegel zichzelf bekijkt
En sneeuw en melaatsheid van zijn voorhoofd glijden.

Aan de wanden zijn de sterren uitgedoofd
En de witte gestalten van het licht.

Aan het tapijt ontstijgt gebeente der graven,
Het zwijgen van verweerde kruizen op de heuvel,
De zoetheid van wierook in de purperen nachtwind.

O jullie gebroken ogen in zwarte monden,
Wanneer de nakomeling in tere waanzin
Eenzaam het donkerder einde overpeinst,
De stille God de blauwe oogleden over hem neerslaat.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

 
Georg Trakl (3 februari 1887 – 4 november 1914)
Georg Trakl im Garnisionsspital door Bernhard Brungs, 2007

 

De Amerikaanse dichter, schrijver en essayist Paul Auster werd geboren op 3 februari 1947 in Newark, New Jersey. Zie ook alle tags voor Paul Auster op dit blog.

 

Spokes

Roots writhe with the worm-the sift
Of the clock cohabits the sparrow’s heart.
Between branch and spire-the word
Belittles its nest, and the seed, rocked
By simpler confines, will not confess.
Only the egg gravitates.

In water~my absence in aridity. A flower.
A flower that defines the air.
In the deepest well, your body is fuse.

The bark is not enough. It furls
Redundant shards, will barter
Roch for sap, blood for veering sluice.
While the leaf is peeked, brindled
With air, and how much more, furrowed
Or wrapped, between dog and wolf,
How much longer will it stake
The axe to its gloating advantage?

Nothing waters the bole, the stone wastes nothing.
Speech could not cobble the swamp,
And so you dance for a brighter silence.

 

 
Paul Auster (Newark, 3 februari 1947)

 

De Nederlandse schrijver Jan Willem Holsbergen werd geboren in Rotterdam op 3 februari 1915. Zie ook alle tags voor Jan Willem Holsbergen op dit blog.

Uit: Tussen melk en bitter

“Vanavond zette ik na de aardappelsla met warme worst Petrouchka op. In dat ballet heb ik Angelique het laatst zien dansen voor ze met de groep naar Engeland vertrok. Na de voorstelling keken wij elkaar op een afstand aan of we vreemden waren. Mijn vader was er, oom Herbert en Mischa die ik nog nauwelijks kende. Hij viel me op als iemand die je niet kunt negeren, zeker op het toneel niet. Iemand naar wie je onmiddellijk moet kijken als hij opkomt. ‘Présence’ heet dat. Wel dat had hij.
De volgende dag bracht ik haar naar de boot, met alle ouders, vriendinnen en vrienden. Als afscheid kuste ze me op de mond en stak haar tong tussen mijn tanden. De Laatste Kus. Nog één keer kreeg ik het gevoel als een raket door het luchtruim te schieten. De romance, duurde bijna twee jaar. Heel gek, na die eerste kus had ik ineens een meisje en mijn hele leven veranderde. Al gauw liefkoosden we elkaar als we maar even de kans kregen. Angelique gaf een hele voorstelling van verkleedpartijen: maillot uit, in d’r nakie en de tutu aan. Ze wilde nooit dat ik haar dan aanraakte. Het maakte me opgewonden en wanhopig, totdat ze me troostte en ik haar kleine borsten die precies in mijn handen pasten streelde. Nooit lang, ze weerde me dan af.
Ook in de vakantie waren we doorlopend samen en kropen bij elkaar in bed, zonder dat het er ooit van kwam. Zij ging met ons mee naar een hotel in de Ardennen. ’s Avonds sloop ik naar haar kamer zoals duizenden gelieven voor mij al gedaan hebben. Hebben gedaan – het zal nu zelden meer nodig zijn. Het is geen zonde, geen schande meer. Het zou je tegenwoordig zelfs kwalijk genomen worden als je niet in de kamer van je liefje slaapt. Angelique sliep in mijn armen en doordat ik altijd – toen ook al – om half zeven wakker word was ik steeds op tijd in mijn eigen kamer terug. ’t Is nooit uitgekomen.
Het ging iets moeilijker toen Els en ik bij haar ouders in het vakantiehuisje aan de Friese meren logeerden. Het huis, geheel van hout, was gehorig. Elke plank, elke deur kraakte of piepte en een oliespuitje hielp alleen voor de deurscharnieren.”

 

 
Jan Willem Holsbergen (3 februari 1915 – 20 mei 1995)
Hier met letterkundige Garmt Stuiveling (rechts)

 

De Zweedse schrijver Henning Mankell werd geboren in Stockholm op 3 februari 1948. Hij woont afwisselend in Mozambique en in zijn vaderland Zweden. Zie ook alle tags voor Henning Mankell op dit blog.

Uit: The Man From Beijing (Vertaald door Laurie Thompson)

„It was the ninth and final day of his journey. It had been made possible by a scholarship enabling him to study deserted villages and other small settlements that were being depopulated. He had come as far as Hudiksvall and had one hamlet left to photograph. He had chosen this particular one because an old man who lived there had read about his project and sent him a letter. Höglin had been impressed by the letter and decided that this was the place for him to conclude his study.
He got up and opened the curtains. It had snowed during the night and was still gray, the sun not yet risen. A bundled-up woman was cycling past in the street below. Karsten considered her and wondered how cold it was. Negative five degrees Celsius, possibly negative seven.
He dressed and took the slow-moving elevator down to reception. He had parked his car in the enclosed courtyard behind the hotel. It was safe there. Even so, he had taken all his photographic equipment up to his room, as was his practice. His worst nightmare was to come to his car one day and find that all his cameras had vanished.
The receptionist was a young girl, barely out of her teens. He noticed that her makeup was slapdash and gave up on the idea of complaining about the bed. After all, he had no intention of ever returning to the hotel.“

 

 
Henning Mankell (Stockholm, 3 februari 1948)

 

De Amerikaanse schrijver Richard Yates werd geboren op 3 februari 1926 in Yonkers, New York. Zie ook alle tags voor Richard Yates op dit blog.

Uit: Revolutionary Road

“Her name was April Wheeler, and she caused the whispered word “lovely” to roll out over the auditorium the first time she walked across the stage. A little later there were hopeful nudges and whispers of “She’s good,” and there were stately nods of pride among the several people who happened to know that she had attended one of the leading dramatic schools of New York less than ten years before. She was twenty-nine, a tall ash blonde with a patrician kind of beauty that no amount of amateur lighting could distort, and she seemed ideally cast in her role. It didn’t even matter that bearing two children had left her a shade too heavy in the hips and thighs, for she moved with the shyly sensual grace of maidenhood; anyone happening to glance at Frank Wheeler, the round-faced, intelligent-looking young man who sat biting his fist in the last row of the audience, would have said he looked more like her suitor than her husband.
“Sometimes I can feel as if I were sparkling all over,” she was saying, “and I want to go out and do something that’s absolutely crazy, and marvelous…”
Backstage, huddled and listening, the other actors suddenly loved her. Or at least they were prepared to love her, even those who had resented her occasional lack of humility at rehearsals, for she was suddenly the only hope they had.

 

 
Scene uit de film uit 2008 met Leonardo DiCaprio en Kate Winslet

 

The leading man had come down with a kind of intestinal flu that morning. He had arrived at the theater in a high fever, insisting that he felt well enough to go on, but five minutes before curtain time he had begun to vomit in his dressing room, and there had been nothing for the director to do but send him home and take over the role himself.
The thing happened so quickly that nobody had time to think of going out front to announce the substitution; a few of the minor actors didn’t even know about it until they heard the director’s voice out there in the lights, speaking the familiar words they’d expected to hear from the other man.“

 

 
Richard Yates (3 februari 1926 – 7 november 1992)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Gertrude Stein werd geboren op 3 februari 1874 in Allegheny (Pennsylvania). Zie ook alle tags voor Gertrude Stein op dit blog.

 

Stanzas In Meditation: Stanza XV

Should they may be they might if they delight
In why they must see it be there not only necessarily
But which they might in which they might
For which they might delight if they look there
And they see there that they look there
To see it be there which it is if it is
Which may be where where it is
If they do not occasion it to be different
From what it is.
In one direction there is the sun and the moon
In the other direction there are cumulus clouds and the sky
In the other direction there is why
They look at what they see
They look very long while they talk along
And they may be said to see that at which they look
Whenever there is no chance of its not being warmer
Than if they wish which they were.
They see that they have what is there may there
Be there also what is to be there if they may care
They care for it of course they care for it.
Now only think three times roses green and blue
And vegetables and pumpkins and pansies too
Which they like as they are very likely not to be
Reminded that it is more than ever necessary
That they should never be surprised at any one time
At just what they have been given by taking what they have
Which they are very careful not to add with
As they may easily indulge in the fragrance
Not only of which but by which they know
That they tell them so.

 

 
Gertrude Stein (3 februari 1874 – 27 juli 1946)
Portret door Francis Picabia, 1937 of later

 

De Oostenrijkse schrijver Michael Scharang werd geboren in Kapfenberg in de provincie Steiermark op 3 februari 1943. Zie ook alle tags voor Michael Scharang op dit blog.

Uit: Komödie des Alterns

„Sie hätten es als himmlisch empfunden, einmal, ein einziges Mal in diesen höllischenAugust- und Septemberwochen des Jahres 2001 in einen Schlaf zu fallen, der länger währte als zwei Stunden. Aber auch dieser Kurzschlaf war nur eine Art Ohnmacht, randvoll noch dazu mit Alpträumen. Erwachten sie daraus, war es ein Aufschrecken, das den Körper von der Matratze katapultierte und ihn neben das Bett auf den Fußboden warf. Als sie später darüber sprachen, konnten sie es nicht fassen, dass jedem das Gleiche widerfahren war: von einem Alptraum aus demSchlaf gerissen zu werden und, wach geworden, neben dem Bett sich wiederzufinden. Danach aber waren sie erst recht mit einem Alptraum konfrontiert, dem schrecklichsten:der Wirklichkeit ihrer, wie sie meinten, für immer zerbrochenen Freundschaft.
Der Österreicher, er hieß Heinrich Freudensprung, wusste nicht, in welchem Zustand der Freund sich befand, sprach vom Ende seines Lebens, halblaut sprach er in sich hinein, dass er diese Pein keinen Tag länger ertrage. Der Ägypter mit Namen Zacharias Sarani, der seinerseits nicht ahnte, wie es dem Freund erging, fühlte sich sterbenselend. So könne er nicht leben. Der September war noch nicht zu Ende – der Monat, in welchem unweit des Hauses, in dem der Österreicher wohnte, im südlichen Teil Manhattans, die beiden höchsten Gebäude New Yorks nach Anschlägen zusammenstürzten; die Nachricht darüber kam ihm zwar zu Ohren, sein Verstand, vom eigenen Unglück zerrüttet, vermochte sie jedoch nicht aufzunehmen –, der September war noch nicht zu Ende, als die beiden Freunde, gegen ihre Absicht, wie jeder betonte, doch wieder mitein-ander sprachen, wenn auch nur am Telefon.“

 

 
Michael Scharang (Kapfenberg, 3 februari 1943)

 

De Oostenrijkse dichter en schrijver Ferdinand Schmatz werd geboren op 3 februari 1953 in Korneuburg. Zie ook alle tags voor Ferdinand Schmatz op dit blog.

 

psalm 150
(wer alles hat, lobt gern)

1 ja, es hallt, hoch jauchzt gelobtes, füllt das zelt mit blau, aber lullt
es ein, wenn es nur das grosse herausstellt, wenn es hoch weist, weite, die
nie naht, und, eben diese ganz ist.

2 hoch jauchzt das, was sich im lob zusammentut, ist immer nur eins, jede
tat herrlich, schafft (an) und hebt (nicht) auf, was sich als unterschied
gibt: schöpfung, die macht (in ihn).

3 hoch jauchzt nicht nur der mund, alles, was dient, blech, schrift,
papier, saite – posaunt, schreibt, zitiert, tönt weiter, es.

4 hoch jauchzt, seis trommel oder mund, alles dreht sich um seine seite im
kreis, schlag wie pfiff.

5 hoch jauchzt auch der dunkelste stahl, wird hell, klingt wohl
(zimbelgebimbel).

6 alles jauchzt hoch, was den atem hat, lang und hält an (ihn), hallt, aber
lullt es ein!

 

 
Ferdinand Schmatz (Korneuburg, 3 februai 1953)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 3e februari ook mijn blog van 3 februari 2015 en ook mijn drie blogs van 3 februari 2013.