De Nederlandse dichter en schrijver Gerard Reve werd op 14 december 1923 in Amsterdam geboren. Zie ook alle tags voor Gerard Reve op dit blog.
Uit: Op weg naar het einde
“Hoek van Holland, donderdag 16 augustus 1962. Enige uren geleden heb ik mij uit Amsterdam op reis begeven met bestemming de Schotse hoofdstad Edinburgh, waar, van 20 tot en met 24 augustus, ter gelegenheid van het Edinburgh Festival, een International Writers Conferencezal worden gehouden, tot deelneming waaraan ik ben uitgenodigd. Aldus bevind ik mij in de eersteklas lounge van de nachtboot naar Harwich, de Duke of York, die kort voor middernacht, over ongeveer een uur, zal vertrekken. (Lounges op schepen zijn, hoe kostbaar ook het gebezigde materiaal moge zijn — wat hier niet het geval is — altijd even lelijk. Wie gelooft dat het einde der tijden op handen is, moet zijn geloof wel in dit soort interieur bevestigd zien, welks stijl niet meer wezenlijk vergelijkbaar schijnt met enige vroegere stijl uit de geschiedenis.) Eersteklas overtocht was niet mijn wens, maar mijn te late reservering liet mij geen andere mogelijkheid over. Zoals u bekend zal zijn, is eersteklas reizen duurder, maar meestal ook aangenamer, omdat de toegemeten ruimte per persoon royaler, en het comfort, beter is. Om de mensen echter hoeft u het beslist niet te doen: zo men in de tweede klasse wellicht nog enkele fatsoenlijke, godvrezende mensen zou kunnen aantreffen, in de eerste klasse is het werkelijk allemaal schorum. Het afgelopen half uur heb ik van walging mijn ogen bijna geen moment kunnen afhouden van twee, aan hetzelfde tafeltje gezeten, inkopers of assistent-hoerenlopers, de één met een bek als een apenreet, de ander met een gezicht dat zowel vreeswekkend is door zijn anonimiteit als deerniswekkend door de pogingen van de eigenaar, er gevoelens en gedachten op tot uitdrukking te brengen die hij niet bezit. Met brede gebaren, peinzend gewrijf over het gezicht en noodlottorsende blikken door de lounge worden luide verklaringen voorbereid als ,I do think you’re right there’ of ,Ah, well, there you are’. Hoewel ze vijf stappen van de bar zitten, moeten ze, als mannen van de wereld, aan hun tafeltje bediend worden, waarbij beiden tegenover de kellner een welwillende, zij het lijdende houding aannemen.”
Gerard Reve (14 december 1923 – 8 april 2006)
De Nederlandse dichter, schrijver en televisiemaker Boudewijn Maria Ignatius Büch werd geboren op 14 december 1948 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Boudewijn Büch op dit blog.
Uit: Geestgrond
“Er groeien geen bomen aan de Bering Zee.
Uiteindelijk was Winkler er gekomen. Weliswaar is het schiereiland waarop Kotzebue ligt niet de meest afgelegen plek van de aardbol – de reiziger kan nog noordelijker als hij dat wil; Winkler was zelf inderdaad nog noordelijker geweest – maar de plek had voor hem al sedert hij kon horen en begrijpen het gevoel, de klank en de historische lading van absolute verlatenheid.
Winkler stond bijna op de rand van de aardbol, maar wilde uiteraard verder, daar waar het grijs van de zee dezelfde kleur aannam als de vale luchten.
Een week na zijn bezoek aan Kotzebue stond hij in een kantoortje te Nome, een paar honderd kilometer zuidelijker in Alaska.
‘Waarom zou ik u erheen brengen?’ vroeg de piloot, die een karikatuur van zijn beroep was; hij had een versleten leren jekker aan, droeg een zonnebril met te grote glazen – terwijl de zon een nauwelijks geziene gast in Noord-Alaska was – en kauwde op een cocktailprikkertje.
‘Het geeft niet wat het kost,’ drong Winkler aan.
‘Het kost me misschien mijn leven.’
‘Ik zei toch dat het mij niet kan schelen wat het kost.’
‘Origineel, origineel! Zo kun je het ook bekijken,’ zei de piloot lachend. ‘Als het even kan, stijgen we op, maar ik zeg je van tevoren: er valt daar niks te zien, niks te doen en als piloot heb ik er ook geen flikker aan. Daarheen vliegen is zoiets als het vliegen door een tunnel watten.’”
Boudewijn Büch (14 december 1948 – 23 november 2002)
De Franse schrijver Hervé Guibert werd geboren op 14 december 1955 in Saint-Cloud. Zie ook alle tags voor Hervé Guibert op dit blog.
Uit: Mon valet et moi
«C’est lui qui a eu cette idée géniale de me faire passer pour un garçon de sa trempe. Il m’a dit un jour : « Si vous me permettez, Monsieur, c’est vrai que pour votre âge, si vous avez vraiment celui que vous prétendez, vous faites hyperjeune de tronche, mais alors point de vue sapes, Monsieur, vous êtes complètement out. Ces vestes à pied-de-poule, ces cravates tricotées à bout carré, ces fut’ pattes d’eph’, vos manteaux poil de chameaux, on aurait du mal à faire plus ringard. Vous qui vous plaignez sans arrêt de ne plus pouvoir marcher, pourquoi vous ne mettez pas des Nike comme moi, au lieu de ces horribles mocassins Berlutti, qui vous coûtent la peau des fesses comme vous dites et que moi je dois astiquer, si vous me permettez Monsieur, tous les matins, alors que je pourrais vous rendre d’autres petits services plus utiles. Vous verriez qu’avec des Nike-air, vous retrouveriez votre peps, elles sont hyperconfortables, vous n’auriez plus ces crampes, vous n’auriez plus besoin de vous accrocher à mon bras en fin de promenade. C’est comme pour une voiture, elle a besoin d’une suspension. Votre vieille carcasse rouillée n’en avait plus. C’était moi votre suspension. Avec les Nike-air, vous aurez la suspension incorporée.”
(…)
“Mon valet prétend que cette nuit, en dormant, j’ai hurlé, et que j’en appelais à Satan, “tantôt à Satan, a-t-il dit, tantôt à Allah, en tout cas pas au bon dieu”. Il m’a fait la tête pendant toute la journée. Il dit : “Moi je ne suis pas croyant, mais on offense pas Jésus.”
Hervé Guibert (14 december 1955 – 27 december 1991)
De Franse dichter en schrijver Paul Eluard werd geboren op 14 december 1895 in Saint Denis. Zie ook alle tags voor Paul Eluard op dit blog.
Sans rancune
Larmes des yeux, les malheurs des malheureux,
Malheurs sans intérêt et larmes sans couleurs,
Il ne demande rien, il n’est pas insensible,
Il est triste en prison et triste s’il est libre.
Il fait un triste temps, il fait une nuit noire
A ne pas mettre un aveugle dehors. Les forts
Sons assis, les faibles tiennent le pouvoir
Et le roi est debout près de la reine assise.
Sourires et soupirs, des injures pourrissent
Dans la bouche des muets et dans les yeux des lâches.
Ne prenez rien : ceci brûle, cela flambe!
Vos mains sont faites pour vos poches et vos fronts.
Une ombre…
Toute l’infortune du monde
Et mon amour dessus
Comme une bête nue.
Première du monde
à Pablo Picasso
Captive de la plaine, agonisante folle,
La lumière sur toi se cache, vois le ciel :
Il a fermé les yeux pour s’en prendre à ton rêve,
Il a fermé ta robe pour briser tes chaînes.
Devant les roues toutes nouées
Un éventail rit aux éclats.
Dans les traîtres filets de l’herbe
Les routes perdent leur reflet.
Ne peux-tu donc prendre les vagues
Dont les barques sont les amandes
Dans ta paume chaude et câline
Ou dans les boucles de ta tête?
Ne peux-tu prendre les étoiles?
Écartelée tu leur ressembles,
Dans leur nid de feu tu demeures
Et ton éclat s’en multiplie.
De l’aube bâillonnée un seul cri veut jaillir,
Un soleil tournoyant ruisselle sous l’écorce,
Il ira se fixer sur tes paupières closes.
Ô douce, quand tu dors, la nuit se mêle au jour.
Paul Eluard (14 december 1895 – 18 november 1952)
Hier met André Breton (rechts)
De Deense schrijfster Helle Helle werd geboren als Helle Krogh Hansen in Nakskov op 14 december 1965. Zie ook alle tags voor Helle Helle op dit blog.
Uit:Remains (Vertaald door Mark Kline)
“The doorbell rings, and downstairs stands a man who introduces himself as Richard. His clothes are wet, it has been raining for several hours; a soggy newspaper lies on the doorstep.
He apologizes for intruding, but he used to rent part of this house, the second floor, do I live there? I say that I do. He apologizes again, he hasn`t been in this part of town for several years, and it’s just a coincidence that he is here now; he drove out to pick up some pheasants from a man who had put an ad in the paper. And so he stopped here on his way home, he says, because when he moved he forgot a few things in the basement. A picture, and possibly a small dresser.
I say that I`m expecting guests soon. He leans his head inside the hallway and says that he thought it smelled like gullasch. I say that it`s an Italian stew with sundried tomatoes. He doesn`t understand and asks me to repeat what I said. I say that it doesn`t matter.
He asks if there’s still a plumbing shop on the ground floor. There is. He laughs and asks about several things. If a battered-up shower stall still sits under the steps. If the door still bangs at night, if the basement is still flooded with paint cans, if there’s an old jukebox down there. I say that the house has probably always been in need of upkeep. But that the rent is still cheap, and it`s nice in the summer when the windows can be left open, when it`s hot outside.
I let him in the hall, he insists on taking his boots off. Otherwise you`ll have to wash the floor tomorrow, he says. So anyway he`ll run on down to the basement and pick his things up so I can get back to my gullasch. He is almost sure that the small dresser is in the basement`s back room. There’s no need to help him look, he`ll only be a minute.”
Helle Helle (Nakskov, 14 december 1965)
Zie voor nog meer schrijvers van de 14e december ook mijn blog van 14 december 2014 deel 1 en eveneens deel 2.