Hans Magnus Enzensberger, Mircea Dinescu, Carlos Fuentes, Nilgün Yerli, Luigi Malerba

De Duitse dichter en schrijver Hans Magnus Enzensberger werd geboren op 11 november 1929 in Kaufbeuren. Zie ook mijn blog van 11 november 2010 en eveneens alle tags voor Hans Magnus Enzensberger op dit blog.

Zungenwerk

Dein seltsamer, stockender Singsang,
jahrzehntelang fortgesetzt,
und der Singsang des Andern –
Flüstern, Summen, Keuchen, Stammeln –
wirre Wirbelstürme im Luftmeer:

Der gewandteste unter den Muskeln,
die Zunge allein – denke dir
eine einsame Zunge,
die sich vor dir auf dem Teller windet –,
die Zunge allein tut es nicht.

Seufzen, Murmeln, Schreien und Radebrechen –
»Qui la sua voce soave«, »Zu Befehl«,
»London Interbank Offered Rate«,
oder Verwickelteres
wie Koran oder Kosmologie:

Da geht es nicht ab ohne Blasebalg,
Ansatzrohr, Resonanzhöhlen;
da werden Knorpel gedreht, gekippt;
Deckel heben und senken,
Öffner und Schließer

spannen sich und erschlaffen,
Fasern, Membranen werden erregt,
immer so fort, innen,
im Andern, arbeitet es,
es arbeitet, innen, in dir:

eine Polsterpfeife, ein Zungenwerk,
unberechenbar, schwer verständlich,
ein chaotischer Oszillator,
immer so fort, bis ihr versteht,
oder bis euch die Luft ausgeht.

 

Für Karajan und andere

Drei Männer in steifen Hüten
vor dem Kiewer Hauptbahnhof –
Posaune, Ziehharmonika, Saxophon –

im Dunst der Oktobernacht,
die zwischen zwei Zügen zaudert,
zwischen Katastrophe und Katastrophe:

vor Ermüdeten spielen sie, die voll Andacht
in ihre warmen Piroggen beißen
und warten, warten

ergreifende Melodien, abgetragen
wie ihre Jacken und speckig
wie ihre Hüte, und wenn Sie da

fröstelnd gestanden wären unter Trinkern,
Veteranen, Taschendieben,
Sie hätten mir recht gegeben:

Salzburg, Bayreuth und die Scala
haben dem Bahnhof von Kiew
wenig, sehr wenig voraus.

 
Hans Magnus Enzensberger (Kaufbeuren,11 november 1929)

 

De Roemeense dichter en schrijver Mircea Dinescu werd geboren op 11 november 1950 in Slobozia. Zie ook mijn blog van 11 november 2010 en eveneens alle tags voor Mircea Dinescu op dit blog.

TANZ

der tod liest zeitung am straßenrand,
dem toten bettler deckt sie das gesicht.
er hebt sein glas mit sicherer hand,
der tod auf den feldern, der tod im gedicht.

bürst ihm die kleider, leck ihm die schuh,
dein leben lang diene ihm gut.
nimm den talmiglanz der moscheen dazu,
er leuchte dir bei ebbe im blut.

schwing die ketten, sklave, beim totentanz,
das passende musikinstrument…
durch unser fleisch zieht sich byzanz,
mal als Europa, mal als Orient.

 

Vertaald door Werner Söllner

 

Exil

Les pommes de terre ont fleuri en Marmatie
et c’est maintenant que vous prenez le chemin du sud
quand le ciel bat la campagne éperdu
quand se confondent les pleurs et le pays?

Vous inventerez la douleur comme une terre
vous trouverez peut-être une tombe plus chaude
nous déterrons, nous déterrons les pommes d’émeraude,
ces pierres précieuses mes pauvres pommes de terre.

Quel dieu conservé dans les saumures divines
viendra encore nous ramasser tous à nouveau ?
Chez nous chez vous on pleure près des tombeaux
chez vous chez nous une histoire se termine.

 

Vertaald door Sanda Stolojan


Mircea Dinescu (Slobozia, 11 november 1950)

 

De Mexicaanse dichter en schrijver Carlos Fuentes Macías werd geboren op 11 november 1928 in Panama-Stad. Carlos Fuentes overleed op de 15e mei van dit jaar. Zie ook mijn blog van 11 november 2010 en eveneens alle tags voor Carlos Fuentes op dit blog.

Uit: Inez (Vertaald door Margaret Sayers Peden)

“When the crystal seal began, first very low, very distantly, barely in a whisper, to sing, when the center of its circumference vibrated like a magical little bell, invisible, born of the very heart of the crystal — its exaltation and its soul — the old man felt first a shiver of forgotten pleasure run down his spine, then an unwanted rush of saliva, the uncontrollable drool of a mouth fitted with yellowed dentures, and then, as if gaze were allied to taste, he lost command of his tear ducts, and he told himself that old men should disguise their ridiculous tendency to weep at the least excuse, should cover it with the pious veil of a senility — lamentable, but worthy of respect — that tends to dribble like a wineskin run through too often by the swords of time.
He then took the crystal seal in his fist, as if to choke it as he would an annoying little gerbil, extinguishing the voice beginning to issue from its transparency, though he was fearful of snapping the seal’s fragility in his grip, for he was still strong — even if stringy and strung out — accustomed to directing, cuing without a baton, with the pure flourish of a long-fingered bare hand, as eloquent for the full orchestra as for a violin or piano or cello solo, and stronger than the fragile bâton he had always scorned because, he said, it’s nothing but a little stick, a stage prop that hinders rather than favors the flow of nervous energy that streams from my black curling locks, from my clear brow bursting with the light of Mozart, Bach, Berlioz, as if they, Mozart, Bach, Berlioz, they alone, were inscribing the score upon that brow, and from my eyebrows, beetling but separated by the sensitive, anguished space between them that they — the orchestra — perceive as my fragility, my guilt, and my punishment for being not Mozart or Bach or Berlioz but, rather, the simple transmitter, the conduit: the conductor so filled with energy, yes, but so fragile, too, so fearful of being the first to fail, to betray the work, he who has no right to err, but he who — despite appearances, despite a hiss from the audience or a silent recrimination from the orchestra or an attack from the press or a temperamental scene with the soprano or a gesture of disdain from the soloist or the scornful vanity of a tenor or the buffoonery of a bass — least deserves a critic harsher on himself than he himself, Gabriel Atlan-Ferrara.”

 
Carlos Fuentes (11 november 1928 – 15 mei 2012)

 

De Turks-Nederlandse schrijfster Nilgün Yerli werd op 11 november 1969 geboren in Kirsehir,Turkije. Zie ook mijn blog van 11 november 2008 en eveneens allle tags voor Nilgün Yerli op dit blog.

Uit: Ruimte voor Service (Column)

“Als ik de winkel binnenkom, is de dame geïrriteerd want ze is aan het stofzuigen en ik stap precies op het plekje dat ze net heeft gezogen.
‘Ik zoek een sjaal,’ vraag ik, ‘kunt u mij helpen?’
‘Ik ben aan het stofzuigen, vraagt u maar aan mijn collega,’ zegt ze vriendelijk.
Ergens achterin zie ik een andere dame. Ik vraag haar: ‘Kunt u mij helpen?’
‘Ik ben even koffie aan het zetten, vraagt u maar aan mijn collega,’ zegt ze vriendelijk.
Maar ik ben uitgecollegaat… Er werken maar twee mensen in de zaak.
‘Ik ga weer want er is niemand die mij kan helpen,’ zeg ik bij vertrek tegen de dame die stofzuigt. Ze maakt een gebaar dat ze me niet kan horen vanwege het geluid van de stofzuiger
Het was 17.20 uur.
Nu ben ik veertig en het zal misschien klinken als ouderdomsgezeur, maar vroeger, toen ik als studente in winkels werkte, gingen om 18.00 uur de winkels dicht en waren wij nog aan het schoonmaken en de kassa tellen.
Maar nu begint men daarmee om 17.00 uur, zodat ze om 18.00 uur de deur van de winkel kunnen sluiten en buiten staan.
Zijn dit bezuinigingen, of is het verloedering van de service of nog erger: het krimpen van de economie?
Vrienden die bij mij op bezoek komen uit Istanbul of London kijken hun ogen uit, ‘niemand wil iets verkopen het gaat hier te goed’, de winkelier heeft een attitude van graag of niet, zeggen ze dan.

 
Nilgün Yerli (Kirsehir, 11 november 1969)

 

De Italiaanse schrijver Luigi Malerba werd geboren op 11 november 1927 in Berceto. Zie ook alle tags voor Luigi Malerba op dit blog en ook mijn blog van 11 november 2010

Uit: Het meisje in het grijs (Vertaald door Marc Vingerhoedt)

“Toen ik wakker werd, was mijn kussen doorweekt. Dat was bij mijn weten nog nooit gebeurd. Er is niets aan te doen, sinds de dag dat ik mij in het grijs kleed, is ook mijn leven grijs geworden, en wat nog erger is, ik begin mijn neerslachtigheid, mijn droefheid te koesteren en ik krijg nu ook angstaanvallen, net als al mijn vriendinnen. Ik zou dolgraag naar een psychoanalist gaan, maar eerst moet ik een nieuw contract hebben, want ze zeggen dat dat verschrikkelijk duur is.
Wanneer niemand me uitnodigt naar een restaurant, maak ik thuis iets klaar voor mij alleen. Gisteren barstte ik tijdens het eten van mijn spaghetti plots uit in een huilbui, de tranen vielen als regendruppels in mijn bord. Wanneer ik begin te huilen kan dat tellen. Op zeker ogenblik echter besloot ik te reageren, ik nam me voor iets te doen, in opstand te komen tegen de schooiers die mij in deze toestand hadden gebracht. Ik nam de telefoon en belde naar de boekhouder van die snoepgoedfirma, een kennis van mij, hoewel ik nooit met hem naar bed ben geweest. Ik zei hem dat ik in de maand dat ik voor hen had gewerkt, 500.000 lire had uitgegeven, alleen aan huur, telefoon en taxi. Plus het voorschot voor de kleurentelevisie, 100.000. Ze hadden mijn 800.000 lire betaald min de voorheffing, en daarvan had ik er 600.000 uitgegeven. Als zij denken dat ik een maand lang werk voor minder dan 200.000 lire, vergissen ze zich. De boekhouder zei niets, het was duidelijk dat hij niet wist wat te antwoorden. Daarna probeerde hij me ervan te overtuigen dat de uitgaven voor huur, telefoon en taxi, en ook die voor de kleurentelevisie, helemaal niets te maken hebben met het loon dat ik voor mijn diensten heb ontvangen. Voor uw diensten, zei hij, de idioot. Volgens sommige mensen zijn actrices allemaal sletten. Ik zei hem dat hij het nooit meer in zijn hoofd moest halen mij over diensten te spreken. Hij verontschuldigde zich en ging verder met te zeggen dat ze me goed betaald hadden en dat 800.000 lire een goede verdienste was. Alsof hij, als boekhouder, niet wist dat je je verdienste berekent door de uitgaven af te trekken van de inkomsten. Wie heeft het geld voor de huur, de telefoon en de kleurentelevisie uitgegeven, zei ik, jullie of ik? En de taxi? En het restaurant? Moet iemand die werkt volgens jullie niet meer eten? En hij zei, u mag niet vergeten dat de firma niet al uw kosten op zich kan nemen, en u mag niet vergeten dat een telefoonrekening drie maanden omvat. Ja, maar de rekening heb ik betaald terwijl ik voor jullie werkte. Hij was uit zijn lood geslagen, mijn redenering sloot als een bus. Ik weet hoe je balansen maakt, zei ik, al ben ik dan geen boekhouder. Hij begon te lachen aan de telefoon en zei dat ik geen firma ben, maar een gewoon meisje.”

 
Luigi Malerba (11 november 1927 – 8 mei 2008)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e november ook mijn vorige blog van vandaag.

Zie voor bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 11 november 2008, mijn blog van 11 november 2007 en ook mijn blog van 11 november 2006.