Hans Werkman

De Nederlandse dichter, schrijver en literair criticus  Johannes (Hans) Werkman werd geboren in Uithuizermeeden op 12 februari 1939 als derde zoon in een schoenmakersgezin met vier kinderen In Werkmans geboortedorp was Willem de Mérode, over wie Werkman een biografie zou schrijven, van 1907 tot 1924 onderwijzer geweest. Werkman bezocht de kweekschool en behaalde de aktes MO-A en MO-B. Hij was onderwijzer in Breezand, Ommen en Kampen en is leraar Nederlands geweest aan het Zutphense Baudartius College en het Johannes Fontanus College in Barneveld. Werkman is in 2004 gepromoveerd op “De haven uitgraven. De wereld van J.K. van Eerbeek’.  In 1977 onderging Werkman een hartoperatie in de Verenigde Staten (Houston, Texas) bij de vermaarde hartchirurg Denton Cooley. Hiervan deed hij verslag in “Het hart op tafel”(1979) en “Dagboek openhartoperatie” (1981). Werkman is getrouwd met Nelie Rietveld en heeft vijf kinderen. Hij is lid van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en bekleedde daar het ambt van ouderling. Hij schreef kinderboeken, gedichten, verhalen, romans, kritieken, beschouwingen, dagboeken en biografieën. Als schrijver, literair criticus en biograaf van Willem de Mérode, J.K. van Eerbeek en schrijver van biografische schetsen over Nel Benschop, Ida Gerhardt, Bé Nijenhuis en Jo van Dorp-Ypma is Hans Werkman sinds de jaren zeventig van de twintigste eeuw een vooraanstaande figuur binnen de christelijke literatuur in Nederland. Hij is de medeoprichter van de christelijke literaire tijdschriften Woordwerk en Liter. Hij is sinds 1974 recensent van het Nederlands Dagblad (ND). Vooral met Willem de Mérode heeft Werkman zich sinds het begin van de jaren zeventig continu beziggehouden. In 1986 ontving Werkman de Henriëtte de Beaufort-prijs 1986 voor “De wereld van Willem de Mérode”. Hij was jurylid van de Dr. C. Rijnsdorp Prijs (1993) en de Puntkomma-poëzieprijs (1997-1998) en is ook de samensteller van vele bloemlezingen en is bovendien als vertaler actief geweest. In opdracht van de BCB (Brancheorganisatie voor het Christelijke Boeken- en Muziekvak) schreef Werkman het ‘alternatieve Boekenweekgeschenk’ voor de ‘Actieweek voor het christelijke boek’, de novelle “Een dagje naar huis” (maart 2013).

 

De straat

Gemeentemannen kwamen in mijn straat
om takken, stammen, wortels weg te slepen.
Ik liep verdrietig door mijn kale straat.
Het leven was er tussenuitgeknepen.

Ik struikelde in levenloze gaten.
De vogels vlogen mij voorbij. Hoe mooi
waren eens bloesems en bladertooi.
Mijn straat was leeg als honderd stenen raten.

Een man kwam kruipend nader met gesteente.
Het was een levensdroom die mij bewoog.
Ik zei: ‘In deze gaten stonden bomen!’

Hij lag geknield. Hij stak zijn hand omhoog
en riep: ‘Misschien dat er nog bomen komen.
Ik raad u: schrijf een brief aan de gemeente.’

 

Tentamen

De koppen vragen en nu moet ik praten.
Ik word bedreigd. Ik voel mij in de ban
van hun gemoedsrust en mijn eigen haten,
en stotter: dus en eigenlijk en dan.

Ik zwijg. Zij zwijgen mee. Hun blikken trekken
één lang moment van ’t bonken in mijn borst
tot aan mijn nek met rode zenuwvlekken.
Ik lik mijn droge lippen. Ik heb dorst,

maar mag niet drinken in de hete stilte.
Ik schaam mij voor drie man en kijk uit ’t raam
en zie een pony vreten van het milde
gras, een witte pony zonder naam,

die rustig staat te zwijgen, onbedreigd
de kop optilt om zich de hals te schuren
aan ’t prikkeldraad, en als hij honger krijgt
weer verder vreet zonder iets te bezuren.

Als hij wil drinken is daarginds de sloot.
Zijn vijgen vallen waar ze willen vallen.
Hij is een rustig stuk natuur, geen nood
kan hem zijn wit en groen bestaan vergallen.

Er schraapt een keel: het dromenloze heden
wordt voortgezet, mij wordt als mens de das
strak omgedaan, de pas snel afgesneden.
Wij zijn gescheiden door het harde glas.

 

Hans Werkman (Uithuizermeeden, 12 februari 1939)

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *