De Nederlandse schrijver Harry Mulisch werd geboren op 29 juli 1927 in Haarlem. Zie ook alle tags voor Harry Mulisch op dit blog.
Uit: Twee vrouwen
‘Denk er om,’ zei ik, misschien tien minuten nadat ik haar had gesproken, ‘ik ben niet iemand die veel spreekt.’
‘Ik ook niet,’ zei zij.
Wat bezielde mij? Het was een soort verklaring dat iemand in de stationsrestauratie aflegt, waar hij een andere stakker ontmoet die op zijn huwelijksadvertentie heeft gereflecteerd, wanneer van meet af de opzet bestaat om bij elkaar te blijven. Ook zij voelde blijkbaar dat het geen gewone ontmoeting was – zelf had ik het al aan haar rug gezien.
Ik had brood gekocht. Het was zaterdagmiddag, een dunne februarizon scheen op de stad. Aan de overkant van de straat zag ik haar voor de etalage van een juwelier. Ik bleef staan. Ik keek naar haar rug en naar haar achterhoofd en haar kuiten, die in felrode laarzen staken, en vroeg mij tegelijk af waarom ik bleef staan en naar haar keek. Het was of alles in de straat vaag was geworden en vervormd, zoals op een bepaald soort foto’s, terwijl alleen dat meisje in het midden scherp was gebleven. Niet dat haar achterkant zo mooi was: haar haren waren mooi los opgestoken, maar haar rug was iets te lang, haar heupen te smal en haar benen niet zo recht als over het algemeen graag wordt gezien. Maar alles week af van het ideaal in een richting, die op een of andere manier precies in mij paste. Het lichaam van een mens bestaat uit mededelingen; over de ogen en de mond is iedereen het eens, en over de handen, maar ook de voeten en de nek en de kuiten spreken een taal, die niet liegen kan. Sla het hoofd en de armen er af, dan nog is het een ideale boodschap, die in Louvre thuishoort.
Ik stak over. Ik hijgde plotseling een beetje. Nooit eerder had ik zo duidelijk het gevoel, van de ene seconden op de andere, dat ik bezig was met iets dat mijn leven ging veranderen. Ik had nog nooit iets met een vrouw gehad, en op dat moment realiseerde ik mij nauwelijks, dat ik hard op weg was. Vermoedelijk dacht ik op dat moment nog, dat ik mij liet meeslepen door een of ander platonisch, kunsthistorisch gevoel, afkomstig uit de boeken.
‘Zou je die stenen ook mooi vinden als ze niet duur en zeldzaam waren?’
Ik was naast haar gaan staan. Mijn hart bonkte. Verbaasd en geschrokken keek zij mij aan, op hetzelfde moment verdwenen de vlaagjes angst en gekweldheid van haar gezicht, zodat ik kon zien hoe zij er uitzag.”
De Duitse dichter en schrijver Thomas Rosenlöcher werd geboren op 29 juli 1947 in Dresden. Zie ook alle tags voor Thomas Rosenlöcher op dit blog.
Bezoek van mijn schoonmoeder
Ik heb deze bij super-duper Hubo gekocht.
Ja, Gamma is goedkoper. Eerlijk gezegd.
Werkelijk. Maar goed. Min of meer.
Alleen geen kerels meer in huis.
Bij de Titisee. Alleen de naam al.
De hele bus lachte.
Was vroeger ook leuker bij jullie.
Is er hier geen Dol-op-Wol winkel?
Ze willen allemaal hetzelfde, die kerels.
De sokken gewassen. Dat is alles.
Hoewel. Nou ja. Dat lukt misschien nog.
Wat kijk je nou, schoonzoon?
Schrijf eens een gedicht over mij.
Nee, niet van Goethe. Iets aardigs.
Ik zou zo graag weer eens lachen.
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 29e juli ook mijn blog van 29 juli 2020 en eveneens mijn blog van 29 juli 2019 en ook mijn blog van 29 juli 2017 deel 1 en ook deel 2.