Hella Haasse, Norbert Bugeja, Esther Gerritsen, James Joyce, Kees Torn, Eriek Verpale

De Nederlandse schrijfster Hella Haasse werd geboren op 2 februari 1918 in Batavia. Zie ook alle tags voor Hella Haasse op dit blog.

Uit: Oeroeg

““Hij had, op het zadel tussen twee bergtoppen in, een oude hut ontdekt, en die tot jachthuis gepromoveerd. Dit verblijf dankte zijn fantastisch uiterlijk aan de door Gerard aangebrachte reparaties. Deksels van koekjesblikken, stukken hout in de meest verschillende kleuren en vormen, en primitief vlechtwerk van uit het bos gekapte luchtwortels, stopten de gaten in dak en muren. Een wand die dreigde te verzakken, werd door zorgvuldig opgestapelde stenen gesteund. Het inwendige van de hut bestond uit twee ingebouwde slaapkooien, door Gerard de ‘konijnehokken’ genoemd, een wankele tafel en een paar stompjes van boomstammen, die tot zitplaatsen moesten dienen. Een rij spijkers, in het stevigste gedeelte van de wand geslagen, vervulde de functie van kast. Hier hingen wij kroezen, kledingstukken en wapens aan op. Onder een der kooien haalde Gerard een enigszins beschadigd houtskoolkomfoor, dat kwam te staan op de zwartgeblakerde plek grond onder het afdak voor de hut. Een pan en een leeg margarineblik vormden ons kookgerei. Ali, de koelie die Gerard altijd vergezelde, zocht droog hout bij elkaar, terwijl Oeroeg en ik water gingen tappen in de beek achter de hut.

 
Scene uit de Nederlands-Belgisch-Indonesische film uit 1993

Met behulp van een kunstmatige waterval en een stuk uitgeholde bamboe had Gerard een leiding gefabriceerd, die bij allerlei voorkomende huishoudelijke bezigheden van groot nut bleek. Onveranderlijk verbonden met de bittere rooklucht van brandend hout blijft voor mij het beeld van deze maaltijden voor de hut: Gerard, die, gezeten op een stuk boomstam, de inhoud van een blik cornedbeef roert door de rijst; Ali, hurkend, met zijn armen neerhangend over zijn wijd uit elkaar gespreide knieën; Oeroeg en ik, nauwelijks in staat tot stilzitten van opwinding en honger; en voor ons, voorbij de kale, steenachtige helling van het bergzadel, over de boomtoppen van het daar beneden gelegen oerwoud heen zichtbaar, het afdalende bergland, in alle schakeringen van blauw, grijs en groen, met scherp getekende schaduwplekken in de kloven en ravijnen, en nog dieper omlaag, rondom, naar de horizon toe verdwijnend in nevels van hitte, de vlakte, waarover de voortdrijvende wolken grote schaduwen wierpen.”

 
Hella Haasse (2 februari 1918 – 29 september 2011)

 

De Maltese dichter Norbert Bugeja werd geboren in Siġġiewi op 2 februari 1980. Zie ook alle tags voor Norbert Bugeja op dit blog.

PHOTO NO. 7

From me to you there’s a second, a laugh,
there’s a full clothesline looking out to sea.
After the larking at It-Toqba z-Zghira*
I tried to reach you. And maybe because
there are no lights in this house,
in its still-echoing hallway,
in the rooms upstairs and down, at the bottom of this well
that moans and mumbles your barren words,
I found no one. By myself in your kitchen,
my starving intestines grumble about the boy
who wanted to be born and found himself hanging
on the parched breast that sprouted in the wasteland;
almost like a city which everyone has fled.

And it is useless to hide behind ancient walls,
and to walk barefoot along your mothers’ roads,
inhabiting the ruins of your beauty with pride;
since you were never a mother, you will never be.

From your neighbour’s door a girl exploded,
her eyes, two cannonballs crossed
on the cornetto at the small door of her mouth.
She gazes at you, she does not try to reach you.
Like a mine on the port sea bed which never blasted
she regards you, the peeling paint, and laughs
for a second, at you, lying that you are beautiful.

 
Norbert Bugeja (Siġġiewi, 2 februari 1980)

 

De Nederlandse schrijfster Esther Gerritsen werd op 2 februari 1972 geboren in Nijmegen. Zie ook ook alle tags voor Esther Gerritsen op dit blog.

Uit: Dorst

“Soms begin je ergens aan terwijl je weet dat het nooit genoeg zal zijn. Dat zijn de gevaarlijke zaken en de enige belangrijke. Het kan een man zijn die je niet moet zoenen omdat je weet dat je dan meer wilt. Het kan drank zijn waar je niet aan moet beginnen. Het kan ook het verlangen zijn te gaan liggen en de angst nooit meer op te staan. Toch begin je eraan. Je drinkt, je zoent, je gaat liggen. Je helpt je stervende moeder om je een beter mens te voelen terwijl je weet dat het niet genoeg zal zijn.
(…)

“Coco zit op haar bed en wiegt haar bovenlijf op en neer. Blijven bewegen.
Een heel kort moment dacht Coco: daar gaat ze, dit zijn dan de laatste woorden van mijn moeder: ‘Ik hou van je.’ Mooier kon niet. Maar toen haar moeder het zei, keek ze haar niet aan. Haar blik was op de deur gericht, niet eens schielijk.
Dus knikte Coco vriendelijk naar het dressoir en zei: ‘Ik ook van jou.’ Opnieuw moet ze erom lachen en denkt: als het niet zo grappig was, zou je erom huilen.
Ze moet niet gaan liggen. Deze ijle stemming verdraagt geen slaap, die dik en zwaar is en al het luchtige zal verstoppen en naar beneden trekken. Ze had Martin niet weg moeten sturen, nu is ze gebonden aan dit huis en aan wachten. Dit waken is niets voor haar. Er moet iets gebeuren. Iets met ambulances en dokters aan huis en paniek en pijn, alles beter dan dit stille.
‘Ik heb geen zin meer’, zegt ze en ze lacht alweer om haar puberale toon. Wanneer houdt ze met deze hele zorgact op? Niemand vraagt erom. Iemand moet het doen. Niemand vraagt erom. Iemand moet het doen. Ze wiegt met de woorden mee. Iemand moet het doen, iemand moet het doen.”

 
Esther Gerritsen (Nijmegen, 2 februari 1972)

 

De Ierse schrijver James Joyce werd geboren in Dublin op 2 februari 1882. Zie ook ook alle tags voor James Joyce op dit blog.

Uit: Ulysses

“ — The rage of Caliban at not seeing his face in a mirror, he said. If Wilde were only alive to see you!
Drawing back and pointing, Stephen said with bitterness:
— It is a symbol of Irish art. The cracked lookingglass of a servant.
Buck Mulligan suddenly linked his arm in Stephen’s and walked with him round the tower, his razor and mirror clacking in the pocket where he had thrust them.
— It’s not fair to tease you like that, Kinch, is it? he said kindly. God knows you have more spirit than any of them.
Parried again. He fears the lancet of my art as I fear that of his. The cold steel pen.
— Cracked lookingglass of a servant! Tell that to the oxy chap downstairs and touch him for a guinea. He’s stinking with money and thinks you’re not a gentleman. His old fellow made his tin by selling jalap to Zulus or some bloody swindle or other. God, Kinch, if you and I could only work together we might do something for the island. Hellenise it.
Cranly’s arm. His arm.
— And to think of your having to beg from these swine. I’m the only one that knows what you are. Why don’t you trust me more? What have you up your nose against me? Is it Haines? If he makes any noise here I’ll bring down Seymour and we’ll give him a ragging worse than they gave Clive Kempthorpe.
Young shouts of moneyed voices in Clive Kempthorpe’s rooms.
Palefaces: they hold their ribs with laughter, one clasping another. O, I shall expire! Break the news to her gently, Aubrey! I shall die! With slit ribbons of his shirt whipping the air he hops and hobbles round the table, with trousers down at heels, chased by Ades of Magdalen with the tailor’s shears.“

 
James Joyce (2 februari 1882 – 13 januari 1941)
Standbeeld in Triëst

 

De Nederlandse dichter, tekstschrijver en cabaretier Kees Torn werd geboren in Oostburg op 2 februari 1967. Zie ook alle tags voor Kees Torn op dit blog.

Moeder belt

Hallo met ma, ik dacht het is al weer zo lang geleden
Dus ik dacht, ik bel maar weer eens even om te vragen hoe het is
Met jou en met je technicus, hoe heet ie ook weer, Chris
Want tante Stien vroeg ook al of je nog in Naaldwijk op kwam treden

Ja, heel toevallig kwam ik toen we aan de koffie zaten
In de Koningshoek, je weet wel, net vanmiddag uitgerekend langs
Dus die zit als je weer in Naaldwijk komt op de eerste rang
En verder was er weinig tijd om even bij te kunnen praten

Want hooguit tegen vieren moesten wij er weer vandoor
Omdat de man van Karin, weet je wel, dat is de dochter van de mijne
Voor de deur zou staan omdat wij zouden passen op de kleine
Tjonge, jonge, dat is trouwens wel een druktemaker, hoor

We kunnen er toch niet zo goed meer tegen als we dachten
Ik ben uitgeput en nou lig ik wat bij te komen op de bank
Je wordt er gek van heel die dag gejengel en gejank
Dat moet ik ook nog op gaan ruimen maar dat kan wel even wachten

Want als ik daarmee klaar ben, loopt het tegen etenstijd
Dat wordt dus pizza want ik heb echt helemaal geen zin meer om te koken
En nou ligt hier ook nog heel de straat opengebroken
Dus voorlopig kunnen we hier nergens meer de auto kwijt

Met oma gaat het goed, ze is alleen een beetje moe
Maar dat is logisch na die onderzoeken van de afgelopen dagen
Want ze is vanmorgen uit het Dijkzichtziekenhuis ontslagen
Dus vanmorgen moest ik met de auto naar het Dijkzicht toe

Ik heb de hele dag nog geen seconde stilgezeten
Dus ik ga op tijd naar ben, want ik moet morgen bij de tandarts zijn
Want als ik eventjes niet praat, doen al m’n kiezen pijn
En zul je trouwens de verjaardag van je neefje niet vergeten

Ik hoorde dat, hoe heet ze, Els een huis in Drenthe heeft
En dat is grappig want ik dacht dat ik haar maar weer ons op moet bellen
Verder heb ik voor de rest niet zo veel grappigs te vertellen
Dus ik ga maar weer eens hangen of had jij nog wat beleefd?

 
Kees Torn (Oostburg, 2 februari 1967)

 

De Vlaamse dichter en schrijver Eriek Verpale werd geboren op 2 februari 1952 te Zelzate. Zie ookook alle tags voor Eriek Verpale op dit blog.

Die tijd

Toen de tijd der Grote Fabrieken definitief
op zijn einde liep zocht hij het kleiner,
ging hij zelfs opgerold in vitrines op
afgeprijsde matrassen liggen. En deed
alsof hij sliep. Zo konden mensen
met nog een béétje geld in hun
zakken eerst een halfuur
naar hem staan kijken
om inmiddels te zien
hoe duur toch nog
het leven was
geworden.
En dat het zelfs
beter was om nooit meer
op te staan, van iemand nog
post te aanvaarden en dat men in plaats
van gezinnen maar beter brand kon stichten
bijvoorbeeld in de laatste der Grote Fabrieken
waarin alleen nog maar de ratten sliepen.

 
Eriek Verpale (Zelzate, 2 februari 1952)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e februari ook mijn blog van 2 februari 2014 deel 2 en ook deel 3.