Hendrik Groen

Onafhankelijk van geboortedata

De Nederlandse schrijver Hendrik Groen (pseudoniem van Peter de Smet) werd geboren in Amsterdam-Noord in 1930. Hij is de auteur van het in 2014 verschenen boek “Pogingen iets van het leven te maken: Het geheime dagboek van Hendrik Groen, 83¼ jaar”. Dat boek werd in 2016 bekroond met de Publieksprijs voor het Nederlandse Boek. Het vervolg “Zolang er Leven is: Het nieuwe geheime dagboek van Hendrik Groen, 85 jaar” verscheen in 2016. Jarenlang was onbekend wie er schuilging achter het pseudoniem. Dit leidde tot speculatie over wie het kon zijn. De namen Sylvia Witteman tot Arnon Grunberg werden genoemd. Zowel de Volkskrant als het NRC Handelsblad onthulden in 2016 vrijwel gelijktijdig dat het zou gaan om de toen 62-jarige Peter de Smet. De Smet heeft daarop gereageerd met de woorden dat ‘hij niet zit te wachten op publiciteit’ en ‘geen zin in de heisa van bekendheid heeft’. “Pogingen iets van het leven te maken” won in 2016 de Publieksprijs voor het Nederlandse Boek. Deze prijs werd door de auteur niet persoonlijk opgehaald. In 2017 werden de boeken verfilmd en door Omroep Max als televisieserie “Het geheime dagboek van Hendrik Groen uitgezonden”. De scenarioschrijver Martin van Waardenberg bevestigde wederom dat De Smet de man achter het pseudoniem is.

Uit: Pogingen iets van het leven te maken: het geheime dagboek van Hendrik Groen, 83 1/4 jaar

“Dinsdag 1 januari 2013
Ik hou ook het komend jaar niet van bejaarden. Dat geschuifel achter die rollators, dat misplaatste ongeduld, dat eeuwige klagen, die koekjes bij de thee, dat zuchten en steunen.
Ik ben zelf 83 1/4 jaar.
Woensdag 2 januari
Er was royaal poedersuiker gemorst. Om de tafel beter af te kunnen nemen met een vaatdoekje zette mevrouw Smit de schaal met appelflappen even op een stoel. Mevrouw Voorthuizen kwam aanlopen en ging met haar enorme reet midden in de schaal met flappen zitten zonder het zelfs maar te merken. Pas toen mevrouw Smit de schaal ging zoeken om hem terug te zetten kwam iemand op het idee onder mevrouw Voorthuizen te kijken. Toen die opstond plakten er drie appelflappen aan haar bloemetjesjurk. ‘Ze passen mooi bij het motiefje,’ zei Evert. Ik stikte haast van het lachen. Dit prachtige begin van het nieuwe jaar had moeten leiden tot algemene hilariteit maar gaf, in plaats daarvan, aanleiding tot drie kwartier gezemel over de schuldvraag. Ik werd van verschillende kanten boos aangekeken vanwege het feit dat ik het blijkbaar grappig had gevonden. En ik, ik mompelde excuses. In plaats van nog harder te lachen, mompelde ik excuses. Ik, Hendrikus Gerardus Groen, ben namelijk altijd correct, innemend, vriendelijk, beleefd en behulpzaam. Niet omdat ik dat ook allemaal ben maar omdat ik niets anders durf te zijn. Zelden zeg ik wat ik zeggen wil. Altijd kies ik voor de veilige weg. Mijn specialiteit: het sparen van kool én geit. Mijn ouders hadden een vooruitziende blik toen ze mij Hendrik noemden: veel braver zul je ze niet snel tegenkomen. ‘Kent gij Hendrik niet, die altijd zoo beleefd zijnen hoed afneemt als hij voorbij gaat?’ Dat ben ik. Ik word nog depressief van mezelf, dacht ik. Toen heb ik het besluit genomen om ook iets van de ware Hendrik Groen te laten horen: precies één jaar lang zal ik mijn ongecensureerde kijk geven op het leven in een bejaardenhuis in Amsterdam-Noord. Als ik voor het eind van het jaar doodga is dat overmacht. In dat geval zal ik mijn vriend Evert Duiker vragen om op mijn begrafenis een kleine bloemlezing te houden uit mijn dagboek. Als ik opgebaard lig in de kleine zaal van crematorium ‘De Einder’, netjes gewassen en gestreken, zal de ongemakkelijke stilte doorbroken worden door de raspende stem van Evert die enkele aardige passages zal voorlezen aan het onthutste publiek. Over één ding maak ik mij zorgen: stel dat Evert eerder doodgaat dan ik? Dat zou niet netjes zijn van hem, vooral omdat ik nóg meer ziektes en gezwellen heb dan hij. Op je beste vriend moet je kunnen rekenen. Ik zal het er met hem over hebben.”

 
Hendrik Groen (Amsterdam-Noord, 1930)
Cover