De Nederlandsedichter en schrijver Henk Fedder werd op 7 april 1890 te Amsterdam geboren. In eerste instantie werd hij procuratiehouder bij de Rotterdamsche Bank, personeelschef, maar later letterkundige. En loopbaan in het onderwijs ging niet door. Ook studeerde Fedder voor organist. Henk Fedder heeft een aantal dichtbundels, toneelspelen, boekbesprekingen, romans en historische romans op zijn naam staan. Het boek “Onverwoestbaar ideaal” (ca. 1967) gaat over de op 11 oktober 1839 geboren Hollandse Jeanne Merkus, een meisje van goede huize, die nu eens niet wil trouwen, sigaren rookt, later meevecht in de Balkanoorlogen en zelfs aan het hoofd van een cavalerie staat. Hij overleed op 29 mei 1979.
Wittebrood
Alweer gedroomd van wittebrood met ham
De honger maakt de wildste dieren tam
Maar Holland is door niets kapot te krijgen
‘k wou dat er ’n postpakket met bruine bonen kwam
Joodsch Kind
Zij wacht hem elke avond aan de trein
Het meisje met d’on-arisch zwarte haren.
Met ogen, die verstrakken in een staren
of vader gauw de tunnel door zal zijn.
Forensen schuif’len langs de binnendeur
en schieten van de trap in daag’lijks jachten.
Het donkre kind kan enkel staan en wachten
vlak bij het hokje van de conducteur.
Dan zwaait een mannenarm een verre groet,
Op ’t klein gezicht bloeit plotseling herkennen.
Ze moet op slag hard naar haar vader rennen.
Hij bukt zich laag en zoent haar smalle toet.
Nu gaan ze samen door de late dag,
De man gebogen en van zorg gebeten,
Het ratelstemmetje wil erg graag weten
Waarom ze nog niet naar het zwembad mag .
O Heer, ik heb vandaag één bede maar:
Elk Joods gezin wordt haast vaneengereten,
Laat de Gestapo deze twee vergeten,
Laat die in Jesus’ naam toch bij elkaar.
Henk Fedder (7 april 1890 – 29 mei 1979)