Herman de Coninck, W. H. Auden

De Vlaamse dichter, essayist, journalist en tijdschriftuitgever Herman de Coninck werd geboren in Mechelen op 21 februari 1944. Zie ook alle tags voor Herman de Coninck op dit blog.

 

Ballade van de traagheid

ik hou van de traagheid van liggen in gras, als een vorst:
ik, uitkijkend over mijn aanhangers,
mijn ledematen, zeggend tot mijn linkerarm:
jij daar, breng mijn hand eens voor
mijn mond, dat ik geeuw, in orde,
ga maar weer liggen, goed zo,
tucht moet ik hier hebben.

ik hou van de traagheid van zijn,
zen, zegt men in het oosten, ik geloof dat het
hetzelfde is.
ik hou van de traagheid van liggen in bed,
jij naast mij, je knieën in mijn knie-
holtes, als twee s-sen, de traagheid waarmee je me
niet gezegd hebt dat je al wakker was,
je uit lippen bestaande ontvankelijkheid,
de traagheid waarmee ik sneller en sneller kom,
de kalmte waarmee ik wilder en wilder word
de traagheid van jouw diplomatisch lichaam
dat geeft en neemt, jouw corps diplomatique,

en de traagheid van een sigaar nadien,
de traagheid van grandeur, de traagheid van wie
zich te pletter rijdt tegen een boom in vertraagde
film, het majestuoso van een ontploffing, plechtig,
plechtig eindigt dit leven.

 

Ik

ik, de bij gebrek aan beter
dan maar mezelf zijnde: een soort
De Slegte voor tweedehandse
onverkochte emoties,

ik kwam mezelf tegen, je was zo lief
voor mijn melancholie, dat soort
reuma van het gevoelsleven,
maar als ik het warmhield,
bijvoorbeeld in jouw armen,
viel het best te harden.

eigenlijk pasten we zo mooi bij elkaar
dat ik sinds je weggaan een derde
ben geworden.
ik herinner me nu na 2 jaar nauwelijks wie het is
die jou mist.

 

44

Zonder ik, zonder onderwerp.
Lier aan wilgen gehangen.
Ander instrument aangeschaft.

Met voorhamer van grote
gevoelens op xylofoon
van ziel. Ziel kapot, natuurlijk.

Met hark ziel in hoek
geveegd en opgestookt.
Meer ziel dan hij dacht.

En vervolgens op hark viool
gespeeld, met zaag als strijkstok.
Een liedje.

 

Herman de Coninck (21 februari 1944 – 22 mei 1997)

 

De Engelse dichter, essayist en criticus Wystan Hugh Auden werd geboren in York op 21 februari 1907. Zie ook alle tags voor Wystan Hugh Auden op dit blog.

 

Johnny

O ’s zomers in de dalen waar ik met mijn John
Langs de brede rivier zo fijn wandelen kon,
Bloemen in het gras en vogels in het blauw
We zeiden wel duizend keer: ik hou zoveel van jou
Ik hing aan zijn schouders: Johny, ik ben smoor”
Maar hij ging er als de donder en bliksem ervandoor.

Op vrijdag voor Kerstmis, nooit raak ik het kwijt,
Op een matinee voor de liefdadigheid
De vloer was zo glad en de band was zo knots
En Johny zo knap en ik was zo trots
Ik zei: “Johnny, we dansen de hele nacht door”
Maar hij ging er als de donder en bliksem ervandoor.

Die keer in de Opera vergeet ik nooit meer
Die muziek en die sterren, die fantastische sfeer;
Parels, juwelen in duizendvoud
Zijden japonnen van zilver en goud
“Dit is de hemel, John,” zei ik in zijn oor
Maar hij ging er als de donder en bliksem ervandoor.

O hij was de knapste, een bloem in het gras
Zo slank en zo groots als de Euromast
We walsten en walsen, zijn blik en zijn lach
Troffen mijn hart elke keer als ‘k hem zag.
“Jij bent de man, die ik toebehoor”
Maar hij ging er als de donder en bliksem ervandoor.

Vannacht in mijn droom, John, zag ik je staan
Met in je armen de zon en de maan
Het gras was groen, de zee was blauw
De sterren maakten muziek op jou;
Diep was de put waarin ik lag en in mijn oor
Klonk jouw donder en bliksem …. en je ging er vandoor.

 

Vertaald door Arie van der Krogt

 

W. H. Auden (21 februari 1907 – 29 september 1973)    

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e februari ook mijn blog van 21 februari 2019 en ook mijn blog van 21 februari 2016 deel 2.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *