De Nederlandse schrijfster Inez van Dullemen werd op 13 november 1925 in Amsterdam geboren. Zie ook alle tags voor Inez van Dullemen op dit blog.
Uit: De twee rivieren
“Altijd brak in de lente het verlangen naar reizen in mij los. Reizen was voor mij geen vlucht, maar een poging om dichter bij het onbekende te komen. Ieder mens heeft de neiging om dicht te slibben, zoals schapen waarvan de schedelnaden dichtgroeien als ze volwassen worden. Allemaal neigen we naar aanpassing aan het bekende, gewenning aan de status quo, de sleur van luxe. Steeds verlangde ik ernaar de gewenning te ondergraven, ik wilde geen trut worden, niet de tirannie van de dingen ondergaan, ik wilde geen slaaf zijn – ook niet van mijn eigen tekorten ik wilde keuzen openhouden, mezelf onderwerpen aan het onbekende.
Ik realiseer het me: mijn reisperiode is bijna afgesloten. Dat houdt in dat ik mijn herinneringen levend moet zien te houden. Urenlang zat ik aan de oever van de Ganges, kijkend naar de rituele verbranding van de doden. Ik was er getuige van hoe de oudste zoon gewijde kruiden tussen de dode lippen van zijn vader schoof, ik volgde met mijn ogen hoe de heilige rivier de as afvoerde, op weg naar de monding ver weg aan zee.
Ik genoot ervan te communiceren met mensen van wie ik de taal niet kende: zonder woorden samen eten, gezamenlijk iets ondergaan. Een enkele keer had ik het gevoel dat het pervers was, die voyeuristische eigenschap van me. Om te willen speuren naar andersoortige existenties.
Reizen is een dubbelleven leiden, net als een spion, zei de schrijver Paul Theroux.
Reisde ik om mezelf te ontdekken? Nee, zo belangrijk vond ik mezelf niet. Eerder wilde ik een oog zijn dat alles opzuigt. Ik trachtte draden te spinnen tussen het ene fenomeen en het andere. Reizen obsedeerde me omdat ik de fragmenten van een legpuzzel aan elkaar moest zien te passen.”
Inez van Dullemen (Amsterdam, 13 november 1925)
De Nederlandse schrijver en journalist Frank Martin Westerman werd geboren in Emmen op 13 november 1964. Zie ook alle tags voor Frank Westerman op dit blog.
Uit: Een woord een woord
“Het voorspelde onweer zet almaar niet door. De avondlucht is plakkerig, er komen wolken opzetten en het begint te waaien. Toch brengt de wind geen verkoeling. Van mijn moeder mag ik in de logeerkamer slapen, op het noorden.
Midden in de nacht schrik ik wakker van een lawaai dat ik niet ken. Iets tussen geronk en geratel in. De deur van de logeerkamer gaat open. Mijn moeder, in haar ochtendjas, komt naar me toe. Maar ik sla het laken weg en spring op naar het raam. In het licht van de lantaarn op de hoek rijdt een tank.
Het ding schokt een meter vooruit en dan weer achteruit. Een soldaat geeft aanwijzingen. De tank wordt geparkeerd naast onze oprit, onder het bord doodlopende straat.Het moet zaterdag 11 juni 1977 zijn geweest, tussen vier uur en halfvijf in de nacht. Al drie weken is er politie bij ons in de straat. De gereformeerde kerk en de bunker van de Burger Bescherming zijn afgezet met hekken en linten: daar zitten het perscentrum en de crisisstaf voor de treinkaping en de schoolgijzeling die zich tegelijk afspelen.
Nu ineens, deze nacht, wordt er een extra barricade opgeworpen, in een wijdere lus die ook ons huis omsluit. ‘Ze gaan de gijzelaars bevrijden,’ zegt mijn vader, die ook is opgestaan.
Hij heeft de radio aangezet, maar daar is alleen muziek op.
In het morgenlicht verkleurt de tank van zwart naar blauw.
Er blijkt geen kanonloop op te zitten. Het is ook geen tank maar een pantservoertuig.
Mijn zus is naast me komen staan. Dan beginnen de ruiten in alle kamers te dansen in hun sponningen. De ene na de andere straaljager giert door de lucht, het is nog te donker om ze te zien. Hoeveel zijn het er wel niet?
Als de laatste straaljager is overgevlogen en niet meer terugkeert, schiet ik een broek en een t-shirt aan. Ik kauw een boterham weg, pas daarna mag ik naar Hans Top aan de overkant. Hans is mijn beste vriend.”
Frank Westerman (Emmen, 13 november 1964)
De Spaanse schrijver José Carlos Somoza werd geboren in Havana, Cuba op 13 november 1959. Zie ook alle tags voor José Carlos Somoza op dit blog.
Uit: Zig Zag (Vertaald door Lisa Dillman)
“Professor Víctor Lopera, one of Elisa’s only real friends, was a notable exception. Sometimes he was overwhelmed by an urgent need to unravel her mystery. Víctor had experienced the temptation on several occasions, the most recent being last year, in April 2014, when the department decided to throw Elisa a surprise birthday party.
Noriega’s secretary, Teresa, had come up with the idea, and everyone had jumped at it, including some students. They spent a month enthusiastically preparing, as if they thought it would be the ideal way to infiltrate Elisa’s magic circle and touch her ephemeral surface. They bought a cake, balloons, a giant teddy bear, and candles shaped into the number thirty-two; the chair even went in for a few bottles of champagne. They shut themselves into the seminar room, decorated it quickly, drew the curtains, and turned off the lights. When Elisa arrived that morning, one of the custodians told her they had called an “urgent faculty meeting.” Everyone waited in the dark. The door opened and Elisa’s hesitant silhouette was framed by the doorway, outlining her cropped cardigan, tight pants, and long hair. Suddenly, laughter and applause erupted, the lights were turned on, and Rafa, one of her best students, was there recording the young professor’s disconcerted expression on one of those state-of-the-art video cameras that was no bigger than a pair of eyes.
The party was brief and made no inroads at all into the Elisa Mystery. Noriega said a few emotional words, people sang the same old songs, and Teresa stood before the camera, waving a funny banner with caricatures of Isaac Newton, Albert Einstein, Stephen Hawking, and Elisa Robledo sharing a cake (Teresa’s brother, a graphic designer, had made it). Everyone was jovial and affectionate and tried to show Elisa that they gladly accepted her without asking anything in return, except that she continue to enliven them with her mystery, to which they’d grown accustomed. As always, Elisa was perfect, her face an ideal picture of surprise and happiness. She even seemed a little moved: her eyes looked like they’d welled up. Judging from the video, and seeing her perfect body outlined by her sweater and pants, she could have passed for a student, or maybe the presenter at some spectacular event or (as Rafa later told his friends on campus) a porn star winning her first award. “Einstein and Marilyn Monroe, all rolled into one,” he said.”
José Carlos Somoza (Havana, 13 november 1959)
De Duitse dichter, schrijver en vertaler Timo Berger werd geboren op 13 november 1974 in Stuttgart. Zie ook alle tags voor Timo Berger op dit blog
Fête de la musique
Ein Musiker weckt in mir
immer zärtliche Gefühle
Er kann noch so erbärmlich
daherkommen, Filzlocken
und Freundschaftsbändchen,
Wenn er mit seiner Oboe
dem hohen schneidenden Ton
in der Unterführung steht
und die Ode an die Freude bläst
oder Highway to Hell
mit der Maultrommel
vor den Toren der Stadt
oder die Mandoline auf den Knien
unter dem Kriegerdenkmal
und eine Gipysy-Version
von Kattie Perry
Ein Musiker weckt in mir
immer zärtliche Gefühle
Er muss gar nicht unter
seinem Kontrabass begraben,
dem Fagott zappeln
wie der Käfer von Kafka
es reicht, wenn sich sein Hals
ausbeult, ein brauner Fleck
gegen den die Geige drückt
oder diese Froschbacken
vom vielen Blasen
der Trompete, Posaune
ihr macht mir Laune, ihr Musiker
der Schrittgeschwindigkeit
hinter dem Hut und auf Brücken
bis spät in die Nacht
feiert ihr, tanzt
um den eigenen Klang
Timo Berger (Stuttgart, 13 november 1974)
De Duitse schrijfster en vertaalster Anne Weber werd geboren op 13 november 1964 in Offenbach am Main. Zie ook alle tags voor Anne Weber op dit blog.
Uit: Tal der Herrlichkeiten
“Der Lärm der Fische?, fragte er, sein in der Mitte mit dünnem Papier umwickeltes Baguette schon in der Hand.
Ja, Goldfische machten sehr wohl Geräusche, sagte die Bäckerin. Die Lippen mehrmals hintereinander zusammenpressend und zu einer runden Öffnung aufreißend, ahmte sie das nächtliche Goldfisch geräusch nach.
Als Entschuldigung, weil sie sich im Wechselgeld geirrt hatte, und vielleicht auch, um diesen einzelnen Kunden zurückzuhalten und nicht gleich wieder allein im Laden zu bleiben, hatte sie ihm erzählt, in der letzten Nacht habe sie nicht schlafen können, sie sei vor ihrem schnarchenden Ehemann ins Wohnzimmer und aufs Sofa geflüchtet, aber auch dort habe sie wachgelegen, vom Lärm der Goldfische am Einschlafen gehindert.
Es heißt immer stumm wie ein Fisch, sagte sie, aber in der Nacht machen Fische einen Heidenkrach.
Noch einmal ließ sie den leisen Knall des sich öffnenden Fischmauls ertönen, einen dumpfen Laut zwischen p und b, und sie lachten zusammen über das Fischgesicht, das sie dabei machte, undurchdringlich, ausdruckslos.
Wieder auf der Straße, fing er selbst an, das Fisch geräusch nachzuahmen, und er stellte fest, dass es mit befeuchteten Lippen dem Geräusch aufprallender Regentropfen, mit trockenen eher dem einer platzen den Luftblase glich. Ich muss aussehen wie ein Flug zeugpassagier, der versucht, sich von dem Druck auf den Ohren zu befreien, indem er den Mund aufreißt, dachte er – oder eben wie ein Fisch? Es war kaum jemand auf der Straße, keiner drehte sich nach ihm um.
Oft fühlte er sich wie ein Fisch. Natürlich nicht wirklich wie ein Fisch, von dem keiner weiß, wie er sich fühlt und ob er »sich« überhaupt fühlt, sondern wie ein Mensch sich das Fischsein vorstellt: ein stummes, rundäugiges Zickzackleben, ein stetes Öffnen und WiederSchließen des Mundes, ein tonloses Erzählen, Fragen oder Beten, ein für niemanden hörbares Geplapper oder Rufen oder Singen.“
De Nederlandse schrijfster, columniste en radiopresentatrice Hadjar Benmiloud werd geboren in Amsterdam op 13 november 1989. Zie ook alle tags voor Hadjar Benmiloud op dit blog.
Uit: Überpuber
“Durven bijten als je blaft. Ik hou dan eigenlijk ook niet zo van christenen. Misschien organiseer ik een groot Jezusfestival en besmet ik ze met salmonella. De overgebleven bejaarden zijn ook uitgenodigd, want ze stinken en zeuren veel. Net als de arme mensen, want die stinken ook.
Waar ik pas écht een hekel aan heb, zijn de mensen die zeggen: ‘Misschien heb je wel gewoon een hekel aan jezelf.’ Die stoppen we in een gletsjer op Antarctica.
Een prachtige wereld zal het worden, zoveel is duidelijk.
En ik zal uiteraard alleenheerseres zijn. Want ik mag dan gemeen en asociaal doen, aandacht wil ik natuurlijk wel. Daar zijn we aangekomen bij het ware doel van mijn politiek.
Ik zei al dat ik weinig om andere mensen geef.
Dus, wereldbevolking, marsmannen en overige wezens, ik beveel jullie: Bewonder mij, haat mij, praat over mij, roddel over mij, kijk naar mij, dweep met mij, benijd mij, geef mij vooral ontzéttend godallejezusmachtig veel aandacht, maar blijf bij me uit de buurt.
Ik bijt.”
Hadjar Benmiloud (Amsterdam, 13 november 1989)
De Nederlandse dichter, journalist en columnist Nico Scheepmaker werd geboren in Amsterdam op 13 november 1930. Zie ook alle tags voor Nico Scheepmaker op dit blog.
Het lieve leven
Mocht er ooit iets met me gebeuren
leef dan door, want het lieve leven
is je voor het leven gegeven:
daarna komt de tijd om te treuren.
Na mij komt er altijd een ander,
want jij bent voor samen geboren.
Er gaat zonder mij niets verloren,
omdat er toch weinig verandert.
Het enige is dat ik weg ben,
maar dan voor langere tijd:
zo is het nu eenmaal geregeld.
De ander, die ik nog niet ken,
ben ik ook, want je raakt me niet kwijt:
ik blijf in je leven weerspiegeld.
Sportieve meid
Mijn vrouw houdt niet van sport,
maar godzijdank beoefent zij die ene sport met verve,
zodat wij ons noch met een spermabank,
noch hoeven te behelpen met conserve.
Zo menig huwelijk valt al snel in scherven,
de vrouw wordt bij het zien van ’t bed al krank
en hij moet langs de Walletjes gaan zwerven
en raakt van lieverlede aan de drank.
Ik vind het, al bij al, dus niet bedroevend
dat mijn geliefde, met halstarrigheid,
geen enkele vorm van buitensport beoefent.
Zij is in bed toch een sportieve meid,
met wie ik, vooralsnog niet hulpbehoevend,
een leven zonder complicaties leid.
Nico Scheepmaker (13 november 1930 – 5 april 1990)
De Duitse dichter en schrijver Peter Härtling werd geboren op 13 november 1933 in Chemnitz. Zie ook alle tags voor Peter Härtling op dit blog.
Uit: Nachgetragene Liebe
„Ich muss mich beeilen. Sonst komme ich zu spät und kann Vater nicht überraschen. Wenn er zum Gericht in Burgstädt fährt, holt er den Mantel aus dem Schrank, die Robe, die er nur einmal, zum Spaß, für mich angezogen und sich in einen schwarzen, faltigen Turm verwandelt hat, und sagt: Ich muss heute aufs Gericht. Ich stelle mir das Gericht vor als ein
vieleckiges Haus, an dem zahllose Türme und Türmchen kleben, die Mauern voller Zierat, mit steinernen Bändern und Schleifen. Es steht auf einem großen Platz und flößt Furcht und Schrecken ein.
Ich bin fünf. Ich bin mit meinem Dreirad unterwegs zwischen Hartmannsdorf und Burgstädt, doch meine Phantasie traut sich die Ferne nicht mehr zu. Ich will gestreichelt und umarmt werden.
Ich höre das Auto, die Hupe stößt mich in den Rücken, scheucht mich an den Rand.
Meistens trug er graue Anzüge, wattierte Zweireiher, die seine Schultern auseinanderzogen, ihn noch schwerer erscheinen ließen, als er war. In einem grauen Anzug steigt er aus dem Auto, richtet sich auf, geht auf das Kind zu, das sich über den Lenker beugt, kein Wort über die Lippen bringt, packt es wie ein Karnickel, reißt es hoch, schleppt es, zusammen mit dem Dreirad, zum Wagen. Beides verstaut er im Fond, setzt sich neben den Fahrer, sagt kein Wort, schüttelt nicht den Kopf, murmelt nichts, schimpft nicht.
Als der Wagen vor dem Haus anhält, wendet er sich endlich um. Sein Gesicht ist noch größer und runder als sonst. Er sagt: Steig aus und entschuldige dich bei deiner Mutter. Er kehrt dem Kind schon wieder den Rücken zu, eine graue, vorwurfsvolle Falte unter dem braunen Nacken und dem schwarzen, glattgekämmten Haar.“
Peter Härtling (Chemnitz, 13 november 1933)
De Poolse dichter, vertaler en literatuurwetenschapper Stanisław Barańczak werd geboren op 13 november 1946 in Poznań. Zie ook alle tags voor Stanisław Barańczak op dit blog en ook mijn blog van 13 november 2009 en ook mijn blog van 13 november 2010.
Along with the Dust
Along with the dust on the books,
the fingerprints on all the glass (fragile –
do not drop), along with
a ration coupon for sugar and a cross to bear
(fragile – this side up), I’m moving,
along with the writing in my lap, the thousands
of terms in my head (fragile – remember with care),
with an extra thousand zlotys just in case
(fragile – do not worry too much), along with a mask of self-confidence
and a wound in my back, along with an empty promise and an ill-
fitting hope (fragile – to not trust), along
with maybe finally and quick hurry up,
along with you can depend on it and I’m sick to death
(fragile – do not die), along with let’s begin at the beginning
and knock on wood and what’s the use,
and along with this love that’s
all that will stay with me for better, for worse,
and forever, it’s fragile, you movers,
and it’s all a lot heavier than it looks
Setting the Hand Brake
In an empty suburban parking lot, setting the hand brake,
he wonders what it actually was that brought him here
and why on earth he was never able not to succumb
to the clichés of sorrow, familiar to all who practice
the invisible craft of exile. There always will be a homeland
of asphalt under the chilly streetlamps, a homeland of rusty crossties
under a pair of rails, which likewise can count on meeting
in infinity only; a homeland that comes along and apart,
that rushes forward with him in the canyons of floorboard cracks
and lights in strangers’ windows, and his veins, and trajectories
of galactic explosion. What is it that still holds him here,
pins him down, encloses him in the circumference
of this and not another skin, planet, suburban parking lot.
And whence this arrogated, arrogant right to exile,
as if it weren’t true that no one will fall asleep tonight
on his own Earth. There will be a homeland somewhere: an involuntarily chosen
second of awakening in motion, in the middle of a breathless whisper
a comma placed by chance, by mistake, for the time being, forever.
Vertaald door Stanislaw Baranczak en Clare Cavanagh
Stanisław Barańczak (13 november 1946 – 26 december 2014)
Zie voor nog meer schrijvers van de 13e november ook mijn vorige blog van vandaag.