Jack Gilbert

De Amerikaanse dichter Jack Gilbert werd geboren in Pittsburgh op 17 februari 1925. Na de middelbare school werkte hij als colporteur, ongedierteverdelger en staalarbeider. Zijn interesse voor poëzie en schrijven ontwikkelde hij aan de Universiteit van Pittsburgh, samen met zijn klasgenoot Gerald Stern. Gilbert kreeg met zijn eerste gedichtenbundel “Views of Jeopardy” in 1962 al spoedig erkenning en hij kreeg veel aandacht van de media. Toch trok hij zich terug uit zijn eerdere activiteiten in de poëzie scene van San Francisco poetry en vertrok naar Europa. Daar reisde hij van land naar land reisde en leefde van een Guggenheim Fellowship beurs. Bijna zijn gehele carrière na de publicatie van zijn eerste bundel is gekenmerkt door een, zoals hij in interviews heeft omschreven, zelf-opgelegd isolement. Sommigen zien hierin een spirituele zoektocht en zijn vervreemding van de hoofdstroom van de Amerikaanse cultuur. Anderen doen dit af als een langdurig verblijf als “professioneel gast des huizes” op kosten van welgestelde Amerikaanse literaire bewonderaars. Na het debuut verschenen nog maar een paar andere gedichtenbundels en dat met grote tussenpozen. Gilbert bleef echter schrijven. Tussen zijn boeken door leverde hij bij gelegenheid bijdragen aan The American Poetry Review, Genesis West, The Quarterly, Poetry, Ironwood, The Kenyon Review en The New Yorker. Zijn werk werd onderscheiden met een groot aantal prijzen en nominaties. Jack Gilbert is goed bevriend met de dichteres Linda Gregg, een van zijn vroegere studenten, met wie hij 6 jaar getrouwd was. Ook was hij getrouwd met Michiko Nogami, die het onderwerp vormt van veel van zijn gedichten. Gedurende de jaren vijftig van de 20e eeuw had Gilbert in San Francisco een langdurige relatie met de Beat dichteres Laura Ulewicz. Gilbert leed zijn laatste jaren aan dementie en overleed op 87-jarige leeftijd in een verzorgingstehuis in Berkeley.

Searching For Pittsburgh

The fox pushes softly, blindly through me at night,
between the liver and the stomach. Comes to the heart
and hesitates. Considers and then goes around it.
Trying to escape the mildness of our violent world.
Goes deeper, searching for what remains of Pittsburgh
in me. The rusting mills sprawled gigantically
along three rivers. The authority of them.
The gritty alleys where we played every evening were
stained pink by the inferno always surging in the sky,
as though Christ and the Father were still fashioning the Earth.
Locomotives driving through the cold rain,
lordly and bestial in their strength. Massive water
flowing morning and night throughout a city
girded with ninety bridges. Sumptuous-shouldered,
sleek-thighed, obstinate and majestic, unquenchable.
All grip and flood, mighty sucking and deep-rooted grace.
A city of brick and tired wood. Ox and sovereign spirit.
Primitive Pittsburgh. Winter month after month telling
of death. The beauty forcing us as much as harshness.
Our spirits forged in that wilderness, our minds forged
by the heart. Making together a consequence of America.
The fox watched me build my Pittsburgh again and again.
In Paris afternoons on Buttes-Chaumont. On Greek islands
with their fields of stone. In beds with women, sometimes,
amid their gentleness. Now the fox will live in our ruined
house. My tomatoes grow ripe among weeds and the sound
of water. In this happy place my serious heart has made.

 

Divorce

Woke up suddenly thinking I heard crying.
Rushed through the dark house.
Stopped, remembering. Stood looking
out at bright moonlight on concrete.

 


Jack Gilbert (17 februari 1925 – 13 november 2012)