Jan Slauerhoff, Lucebert, Chimamanda Ngozi Adichie, Orhan Kemal

De Nederlandse dichter en schrijver Jan Jacob Slauerhoff werd geboren in Leeuwarden op 15 september 1898. Zie ook mijn blog van 15 september 2010 en eveneens alle tags voor Jan Slauerhoff op dit blog.

De zee

De zee, het enige leven dat strekt
Van begin tot einde
– Terwijl alle andre, voor kort gewekt,
Gedwee en weerloos verdwijnen –
Geeft in eeuwige breking
De grote, zachte verzekering
Dat, wanneer allen versterven, verstijven,
Zij bevallig zal blijven.

En als ik ga gehaast,
Genaderd en genaast
Door de jagende dood,
Hoor ik de troost
Van ’t eendre golfgeruis,
Dat is als het vermengd gejuich
Van al haar schipbreuklingen, al haar meeuwen,
Aanbreken over de eeuwen,
Die mij verzwijgen en verteren.

Zij heeft geen andre vormen
Dan de borsten van haar golven,
En geen andre woorden dan de volle
Koren van haar branding en haar stormen.
Maar sidderend belijdt
Elk leven, hoe verfijnd
En schoon ’t in ’t licht verschijnt,
De wankele kortstondigheid
Van zijn bekoorlijkheid
Voor de geweldige eentonigheid van ’t grootse
En de onsterflijke lieflijkheid van ’t doodse.

Sterrenkind

Een sterrennacht op de wereld geworpen,
In sneeuw begraven door de wind,
Houthakkers brachten naar hun verre dorpen
Als een gevonden schat het sterrenkind.

Zij dachten hun vrouwen gelukkig te maken
Omdat zijn mantel van zilver was,
Maar zij moesten hem voeden en bij hem waken
Als was hij een kind van hun eigen ras.

De mantel konden zij niet verkopen,
Geen zilversmid geloofde er aan;
De pope wou de vondeling niet dopen,
Dat heidenkind gevallen van de maan.

Geen timmerman wilde hem laten werken,
Die tere prins, wat had men er aan?
De kosters joegen hem uit hun kerken,
Het heidenkind dat peinzend stil bleef staan.

En op een nacht is hij weer verdwenen;
Het dorp telde vele kindren minder,
Terwijl opeens veel meer sterren schenen.
Het was zeven jaar geleden. En weer winter.

Jan Slauerhoff (15 september 1898 – 5 oktober 1936)

De Nederlandse dichterLucebertwerd in Amsterdam geboren op 15 september 1924 onder de naam Lubertus Swaanswijk. Zie ook mijn blog van 15 september 2010 en eveneens alle tags voor Lucebert op dit blog.

De zeer oude zingt

er is niet meer bij weinig
noch is er minder
nog is onzeker wat er was
wat wordt wordt willoos
eerst als het is is het ernst
het herinnert zich heilloos
en blijft ijlings

alles van waarde is weerloos
wordt van aanraakbaarheid rijk
en aan alles gelijk

als het hart van de tijd
als het hart van de tijd

Lucebert, gemengde techniek op papier, 1993.VI.

het gelijk – een chanson

het gelijk van vissen vingers
het kwintet van de complicaties en braille
het gelijk van de ogen op borsten
het aanraken van de taille der vertedering
het gelijk van honderd tegelijk zingende bossen

het gelijk van het gelijken
op een grote gek die door drinken denkt
– in de rivieren drijft de hemel
mee met de aarde en de werelddelen
stomen naar elkaar op door de zeven
wereldzeeën – een processie van de progressie

– wind gelijk honing stroop tussen de
personen de meest frivole tronie van de
adem het meest idolate gelaat van de
eenzaat – mimicry als leitmotiv

het gelijk van twee bokkingen op een bord
in een kamer te huur
twee geheime schaduwen aan de muur
spuwen een wachtwoord naar elkaar
het gelijk oversteken
is een geluid in de lekke goot
twee eendere handen zitten samen in het haar
de eenzame honden zoeken hun brood

Lucebert (15 september 1924 – 10 mei 1994)

In 1972

De Nigeriaanse schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie werd geboren op 15 september 1977 in Enugu. Zie ook mijn blog van 15 september 2010.

Uit: Purple Hibiscus

„Jaja did not move. Papa swayed from side to side. I stood at the door, watching them. The ceiling fan spun round and round, and the light bulbs attached to it clinked against one another. Then Mama came in, her rubber slippers making slap-slap sounds on the marble floor. She had changed from her sequined Sunday wrapper and the blouse with puffy sleeves.

Now she had a plain tie-dye wrapper tied loosely around her waist and that white T-shirt she wore every other day. It was a souvenir from a spiritual retreat she and Papa had attended; the words GOD IS LOVE crawled over her sagging breasts. She stared at the figurine pieces on the floor and then knelt and started to pick them up with her bare hands.

The silence was broken only by the whir of the ceiling fan as it sliced through the still air. Although our spacious dining room gave way to an even wider living room, I felt suffocated. The off-white walls with the framed photos of Grandfather were narrowing, bearing down on me. Even the glass dining table was moving toward me.

“Nne, ngwa. Go and change,” Mama said to me, startling me although her Igbo words were low and calming. In the same breath, without pausing, she said to Papa, “Your tea is getting cold,” and to Jaja, “Come and help me, biko.”

Papa sat down at the table and poured his tea from the china tea set with pink flowers on the edges. I waited for him to ask Jaja and me to take a sip, as he always did. A love sip, he called it, because you shared the little things you loved with the people you loved. Have a love sip, he would say, and Jaja would go first. Then I would hold the cup with both hands and raise it to my lips. One sip. The tea was always too hot, always burned my tongue, and if lunch was something peppery, my raw tongue suffered. But it didn’t matter, because I knew that when the tea burned my tongue, it burned Papa’s love into me.“

Chimamanda Ngozi Adichie (Enugu, 15 september 1977)

De Turkse schrijver Orhan Kemal (eig. Mehmet Raşit Öğütçü) werd geboren op 15 september 1914 in Ceyhan. Zie ook mijn blog van 15 september 2009 en ook mijn blog van 15 september 2010

Uit: Streptomyzin

“Die Frau rief ihren kranken Sohn:

«Steh endlich auf! Vom Rumliegen ändert sich nichts. Auf wen wartest du? Wer bringt uns was zum Fressen?»

Ihr fünfundzwanzigjähriger Sohn, tuberkulosekrank, nur Haut und Knochen, mit bleichem bläulichem Gesicht und fleckiger Haut, richtete sich in seinem schmalen Bett widerwillig auf.

Die Mutter, die ein völlig zerknittertes Rezept hin und her schwenkte, rief:

«Schreie, brülle, fluche und verwünsche sie! Sie können schließlich nicht jedem etwas geben? Deine Untätigkeit bringt dir keinen Vorteil. Du wirst sowieso sterben … Und einsperren können sie dich auch nicht!»

Ihr Sohn zog sich die Hose über, die vor Schmutz ganz speckig war, und nahm seiner Mutter das Rezept aus der Hand. Als er das Haus verließ, wiederholte sie:

«Schimpfe sie zusammen, hab keine Furcht! Sie können dir nichts tun. Fall ihnen nur gehörig auf die Nerven!»

Vor dem Haus der Tuberkulose-Gesellschaft war heute kein Mensch zu sehen.

Er klopfte an und trat ein.

Der Angestellte verzog das Gesicht, als er den Kranken mit dem Rezept in der Hand hereinkommen sah.

«Was ist los, was willst du denn schon wieder?»

Obgleich der kranke Junge keine Hoffnung hatte, streckte er dennoch das Rezept hin:

«Medizin!»

«Was für eine Medizin, ausgerechnet zu dieser Zeit?»

«Ich sterbe, bei Gott. Ich sterbe Herr Doktor. Ich kann die ganz Nacht nicht schlafen. Wie gern würde ich sterben, aber ich kann einfach nicht.»

Er wischte sich mit dem Arm über die Augen.”

Orhan Kemal (15 september 1914 – 2 juni 1970)

 


Zie voor nog meer schrijvers van de 15e september ook
mijn vorige blog van vandaag.