De Vlaamse dichter en schrijver Jan Vercammen werd geboren in Temse op 7 november 1906. Zie ook alle tags voor Jan Vercammen op dit blog.
Nog een dag met Eric
Na nog een nacht met overzeese dromen
en nog een morgen met een moe maar gaaf gebed
is met wat licht de stille man gekomen
en heeft het kistje naast uw wieg gezet.
Het meisje kwam uw blauwe peluw dragen,
uw bed van witte watten was gespreid,
toen aarzelde de man en wilde nog iets vragen:
– zijn handen waren weigerig en zwaar van spijt
toen zij u namen en u óvergleden:
een trage boog als een zeer lichte brug.
En toen gij eenzaam haar hebt overschreden,
uw moeder en uw vader riepen schrijnend u terug.
Voor-Herfst
Reeds weet ik, waar de najaarsvuren zullen branden:
over de helling staan de boeren in de schuine zon.
Ik voel de kille nacht al aan mijn stramme handen,
waarmede ik zelfs mijn oogst niet winnen kon.
De misten slieren onder de gezonken luchten,
(de herfst is ons zo onwaarschijnlijk dicht)
in het versterkte geuren van de rijpe vruchten
verging de ganse zomer: o! zijn warmte en zijn licht.
En toch (ze zeggen: hij is in de herfst geboren)
zal ik mijn hete voorhoofd betten aan zijn koele goud,
dan zal ik weer verschrikt de knal der schoten horen,
en trouw de dieren volgen in het kreupelhout.
En zo zal weer de jagersknaap me vinden
mijn klamme handen op een warme vacht
van of een vogel of een haas, – wellicht een hinde,
die van mijn handen ’t dauwen drinkt der natte nacht.
’t Is enkel maar een droom, die aan mijn oog zal sterven
tussen wat rulle sneeuw en wat bevroren zand;
het is een wild en vruchteloos verwerven
en slechts een groeve meer in mijn gereikte hand.
Jan Vercammen (7 november 1906 – 5 augustus 1984)