Robert Musil, Michael Cunningham, Nelleke Noordervliet, Bea Vianen, Bert Vanheste

De Oostenrijkse schrijver Robert Musil werd geboren op 6 november 1880 in Klagenfurt. Zie ook mijn blog van 6 november 2010 en eveneens alle tags voor Robert Musil op dit blog.

 

Uit: Die Verwirrungen des Zöglings Törleß

“Dieselbe furchtbare Gleichgültigkeit, die schon den ganzen Nachmittag über allerorts gelegen war, kroch nun über die Ebene heran, und hinter ihr her wie eine schleimige Fährte der Nebel, der über den Sturzäckern und bleigrauen Rübenfeldern klebte.

Törleß sah nicht rechts noch links, aber er fühlte es. Schritt für Schritt trat er in die Spuren, die soeben erst vom Fuße des Vordermanns in dem Staube aufklafften – und so fühlte er es: als ob es so sein müßte: als einen steinernen Zwang, der sein ganzes Leben in diese Bewegung – Schritt für Schritt – auf dieser einen Linie, auf diesem einen schmalen Streifen, der sich durch den Staub zog, einfing und zusammenpreßte.

Als sie an einer Kreuzung stehen blieben, wo ein zweiter Weg mit dem ihren in einen runden, ausgetretenen Fleck zusammenfloß, und als dort ein morschgewordener Wegweiser schief in die Luft hineinragte, wirkte diese, mit ihrer Umgebung in Widerspruch stehende, Linie wie ein verzweifelter Schrei auf Törleß.

 

Scene uit „Die Verwirrungen des Zöglings Törleß“ door Jugendclub JUST,Theater im Palais, Berlijn, 2011

 

Wieder gingen sie weiter. Törleß dachte an seine Eltern, an Bekannte, an das Leben. Um diese Stunde kleidet man sich für eine Gesellschaft an oder beschließt ins Theater zu fahren. Und nachher geht man ins Restaurant, hört eine Kapelle, besucht das Kaffeehaus. Man macht eine interessante Bekanntschaft. Ein galantes Abenteuer hält bis zum Morgen in Erwartung. Das Leben rollt wie ein wunderbares Rad immer Neues, Unerwartetes aus sich heraus …

Törleß seufzte unter diesen Gedanken und bei jedem Schritte, der ihn der Enge des Institutes näher trug, schnürte sich etwas immer fester in ihm zusammen.

Jetzt schon klang ihm das Glockenzeichen in den Ohren. Nichts fürchtete er nämlich so sehr wie dieses Glockenzeichen, das unwiderruflich das Ende des Tages bestimmte – wie ein brutaler Messerschnitt.

Er erlebte ja nichts und sein Leben dämmerte in steter Gleichgültigkeit dahin, aber dieses Glockenzeichen fügte dem auch noch den Hohn hinzu und ließ ihn in ohnmächtiger Wut über sich selbst, über sein Schicksal, über den begrabenen Tag erzittern.

Nun kannst du gar nichts mehr erleben, während zwölf Stunden kannst du nichts mehr erleben, für zwölf Stunden bist du tot …: das war der Sinn dieses Glockenzeichens.”

 

Robert Musil (6 november 1880 – 15 april 1942)

Musil Museum in Klagenfurt

 

De Amerikaanse schrijver Michael Cunningham is geboren in Cincinnati, Ohio op 6 november 1952. Zie ook mijn blog van 6 november 2010 en eveneens alle tags voor Michael Cunningham op dit blog.

 

Uit: The Hours

“She stands close to the edge of the river, which laps against the bank, filling the small irregularities in the mud with clear water that might be a different substance altogether from the yellow-brown, dappled stuff, solid-looking as a road, that extends so steadily from bank to bank. She steps forward. She does not remove her shoes. The water is cold, but not unbearably so. She pauses, standing in cold water up to her knees. She thinks of Leonard. She thinks of his hands and his beard, the deep lines around his mouth. She thinks of Vanessa, of the children, of Vita and Ethel: So many. They have all failed, haven‘t they? She is suddenly, immensely sorry for them. She imagines turning around, taking the stone out of her pocket, going back to the house. She could probably return in time to destroy the notes. She could live on; she could perform that final kindness. Standing knee-deep in the moving water, she decides against it. The voices are here, the headache is coming, and if she restores herself to the care of Leonard and Vanessa they won‘t let her go again, will they? She decides to insist that they let her go. She wades awkwardly (the bottom is mucky) out until she is up to her waist. She glances upriver at the fisherman, who is wearing a red jacket and who does not see her. The yellow surface of the river (more yellow than brown when seen this close) murkily reflects the sky. Here, then, is the last moment of true perception, a man fishing in a red jacket and a cloudy sky reflected on opaque water. Almost involuntarily (it feels involuntary, to her) she steps or stumbles forward, and the stone pulls her in. For a moment, still, it seems like nothing; it seems like another failure; just chill water she can easily swim back out of; but then the current wraps itself around her and takes her with such sudden, muscular force it feels as if a strong man has risen from the bottom, grabbed her legs and held them to his chest. It feels personal.”

 


Michael Cunningham (Cincinnati, 6 november 1952)

 

De Nederlandse schrijfster Nelleke Noordervliet werd op 6 november 1945 in Rotterdam geboren. Zie ook mijn blog van 6 november 2010 en eveneens alle tags voor Nelleke Noordervliet op dit blog.

 

Uit: Niets is ooit geheel voorbij’.Over het latere historische werk van Hella S. Haasse

“Wanneer gesproken wordt over de ‘latere historische romans’ van Hella Haasse, is dat een aanduiding die eerder voortkomt uit haar status als romanschrijfster dan uit de werken zelf. Was zij van huis uit historica, dan zou niemand op het idee komen die boeken romans te noemen. Wel zouden haar collega-historici de wenkbrauwen hebben gefronst bij sommige beschrijvingen, interpretaties en ingrepen, maar de wetenschappelijke zorgvuldigheid bij de verzameling en interpretatie van het materiaal zouden niet zijn betwist. Maar zo min als het aangaat de ‘latere historische werken’ louter te bestempelen als ‘romans’, zo min is het juist of wenselijk ze als geschiedschrijving in de gangbare betekenis van het woord te zien. Ze bevinden zich in een gebied tussen werkelijkheid en fictie en verenigen de voordelen ervan, maar plaatsen zich daardoor ook buiten de jurisdictie van beide domeinen. De betere literaire werken ontsnappen nu eenmaal aan de conventies, waartoe ook een ‘genre’ behoort.

Literaire critici hebben zich en masse beziggehouden met de bepaling van het karakter van Hella Haasses latere historische werk. De criticus van het Utrechts Nieuwsblad is naar aanleiding van De groten der aarde (1981) het eerlijkst. Hij zit met de vraag ‘hoe je deze boeken nu moet beoordelen, dat wil zeggen van welke criteria je uit moet gaan’. Vele critici brengen het boek dat zij bespreken onder aan de hand van wat zij kenmerken van de roman, de biografie, of geschiedschrijving achten, en evalueren vervolgens, voorzichtig, want de meeste critici voelen zich op glad ijs.

Niet alleen de literaire kritiek tracht een afbakening te vinden tussen verschillende genres, ook de geschiedwetenschap is geïnteresseerd in het beschrijven van kenmerken die de historische ‘vertelling’ onderscheiden van de literaire. De historicus Ankersmit is een van de vertegenwoordigers in Nederland van het narrativisme, de stroming in de geschiedwetenschap die zich bezighoudt met de manier waarop het verleden ‘verteld’ wordt. De beoefening van de geschiedenis heeft veel weg van een kunst en een kunstenaar kan heel wel zinvolle inzichten in het verleden verschaffen.”

 

Nelleke Noordervliet (Rotterdam, 6 november 1945)

 

De Surinaamse dichteres en schrijfster Bea Vianen werd geboren in Paramaribo op 6 november 1935. Zie ook mijn blog van 6 november 2010 en eveneens alle tags voor Bea Vianen op dit blog.

Palmen

Als ik m’n vroegere vriendjes zo’n beetje bij elkaar optel
Zijn het er zeker een stuk of zeven van wie ik houd.
Jaren niet gezien en toch niet vergeten.

Was niet altijd erotiek of zo
Maar gewoon het overrompelende of het behoudende dat in
Zo’n ontmoeting zit. Och, laat maar. Anders worden
De palmen zo jong. Zo machtig mooi.

 

Schullen voor de regen

Later toen het regende
ben ik een warenhuis binnengegaan
alsof het de winkel van een Chinees was
en de op elkaar gestapelde jutezakken
mij een steun zouden zijn in de rug
vreemd hoe alles went
ik kocht er een paar schoenen
uit droevige verveling en vroeg mij af
hoe je ze zou vinden
wanneer ik ze aan had en was even opgewekt
maar vond toen ik bij de draaideur was
mezelf een karikatuur van kapitalisme
waarom die weelde
terwijl het de bedoeling is naakt te liggen
in bed?

Bea Vianen (Paramaribo, 6 november 1935)

 


De Vlaamse literatuurwetenschapper en auteur
Gilbert (Bert) Vanheste werd geboren in Pervijze op 6 november 1937. Zie ook alle tags voor Bert Vanheste op dit blog.

 

Uit: Hoe deviant is Meursault? Een literatuursociologische verkenning van l’Etranger

“In een drietal publicaties heeft P. Zima zijn ontwerp van een tekstsociologische methode gedemonstreerd aan Camus’ l’Etranger. Zijn analyse van de semantische en narratieve processen moet laten zien dat deze romantekst vorm geeft aan het fundamentele probleem van de markteconomie door de ontmaskering als huichelachtig van het humanistisch-christelijke sociolect dat uitgedrukt wordt in de discurs van de officier van justitie. Deze ontmaskering zou impliciet blijken uit de confrontatie van genoemde discurs met de totale indifferentie van Meursault tegenover alle, als uitwisselbaar opgevatte, waarden. Een nauwgezette visie-analyse van Camus’ roman liet evenwel zien dat Meursaults indifferentie niet totaal is en in het slothoofdstuk zelfs opgetild wordt tot het niveau van de revolte. Meursault wijst de schijnwaarden af, is minder indifferent dan deviant, is geen anti-held maar een ‘absurde’ held. In dit artikel worden de bevindingen uit de visie-analyse getoetst aan buiten-tekstuele gegevens en vervolgens geconfronteerd met Zima’s interpretatie. Daaruit komt aan het licht dat Zima’s zicht op de feitelijke semantische en narratieve processen beneveld werd door binnendringende a priori opvattingen over de ontwikkeling van de taal, de literatuur, het bewustzijn onder markteconomische voorwaarden.

‘Vandaag is moeder gestorven. Of misschien gisteren, ik weet het niet’. Zo begint l’Etranger, De Vreemdeling, van Albert Camus. De zoon woont de begrafenis bij, komt er toe een Arabier te doden en wordt ter dood veroordeeld. De ik-figuur -Meursault, voornaamloos symbool van de absurde mens – is ervan doordrongen dat hij leeft om dood te gaan. In het licht van dat onontkoombare lot is alles zinloos.”

 


Bert Vanheste (6 november 1937 – 23 februari 2007)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 6e november ook mijn blog van 6 november 2011 deel 1 en eveneens deel 2.