De Nederlandse dichter en hoogleraar Jan Willem (Wim) Schulte Nordholt werd geboren in Zwolle op 12 september 1920. In 1942 werd hij gearresteerd, waarna hij zowel in Nederland als in Duitsland gevangen zat. In 1943 verscheen clandestien zijn eerste dichtbundel. Na de Tweede Wereldoorlog studeerde hij geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam waar hij in 1951 promoveerde. Tot 1962 was hij leraar; vervolgens lector aan de Rijksuniversiteit Leiden. In 1966 werd hij tot hoogleraar geschiedenis en cultuur van Noord-Amerika benoemd. Hij werd vooral bekend om zijn publicaties over de Verenigde Staten. Om gezondheidsredenen moest hij in 1983 het ambt verlaten. Schulte Nordholt heeft o.a. de Nederlandse vertaling “U zij de glorie van het kerklied” “À toi la gloire“ gemaakt. Ook heeft hij een fors aantal liederen vertaald die zijn opgenomen in het Liedboek voor de Kerken. Schulte Nordholt was een broer van hoogleraar culturele antropologie Herman Gerrit Schulte Nordholt en kunsthistoricus Henk Schulte Nordholt. Het gezin kende vijf broers en een zusje. Hij was vader van zakenman en sinoloog Henk Schulte Nordholt.
Existentie
Hier loopt het ik, het loopt zichzelf te vinden
het ziet verbaasd de regen en het gras.
Het denkt: wat loop ik hier zo in den blinde,
wie laat dit hart slaan, wie bepaalt de pas?
Het luistert naar het stromen van de winden.
Hier loopt het ik, het treft zich aan in straten
die het slechts na lang aarzelen herkent.
Het ziet de huizen, lange, donkre raten
tegen het harde blauwe firmament.
Wat gaat het hier zo eenzaam en verlaten.
Hier loopt het ik, vanwaar is het gekomen
tot dit moment als tot een open plek,
waar het tussen het zwart geheim der bomen
zich in een maanblank watervlak ontdekt
en wakker wordt en toch volloopt met dromen.
Hier loopt het vreemde ik, het richt zijn voeten
naar waar, naar waar? Het kent de wegen niet.
Alleen: het is! Het wil de aarde groeten
met een herkennend nieuw en oeroud lied.
Hier loopt het ik en het wil God ontmoeten.
Niet uit de snelle vervoering…
Niet uit de snelle vervoering
van het zonlicht, glinsterend op de rivier
zou ik het water willen putten
voor de woordenstroom van het gedicht,
maar uit een diepere ontroering,
zoals van de oude sluiskolk hier,
waar men bezig is om een schip te schutten
dat tot over de oren in ’t water ligt.
Jan Willem Schulte Nordholt (12 september 1920 – 16 augustus 1995)