Jo Gisekin, Karl-Markus Gauß, Eoin Colfer, Gaby Hauptmann, Wilma Vermaat, Frans Bastiaanse

De Vlaamse dichteres Jo Gisekin werd geboren in Gent op 14 mei 1942. Zie ook alle tags voor Jo Gisekin op dit blog.

Ik zou je

Ik zou je als zaligheid
bestempelen
soms ben je hard

Ik zou je met lauweren
omhangen
je ogen spuien licht

Ik zou je met goed fatsoen
roerloos naast een ander leggen
het is vergeefse moeite

Bijna was ik doorgegaan
met wolken op je
hoofd te stapelen
van je lichaam
een vindplaats te maken
vol goud en zilverlingen
maar ook dat is vals bericht

Je bent het breviarium
van mijn langste dag
de gastheer aan mijn tafel
het transparante
in dit gedicht.

 

Wierook van vandaag

Als jij niet meer komt
ga ik je tegen
al moet het dan met huiver
van volslagen manke benen
ruimten vullen we op
met tijd die we hebben
verspeeld
de leegte van gisteren
met wierook van vandaag

terwijl de kievit in mijn
droom danst op de vijver
dragen ranonkels op
stijve stelen de stilte
uit het huis

hetgeen nog komen moet
hangt als een klepel
in mijn schaarse boom.

 
Jo Gisekin (Gent, 14 mei 1942)
Cover

 

De Oostenrijkse schrijver, essayist en uitgever Karl-Markus Gauß werd geboren op 14 mei 1954 in Salzburg. Zie ook alle tags voor Karl-Markus Gauß op dit blog.

Uit: Der Alltag der Welt

„Ich blättere durch das Album und hole ein zweites, ein drittes hervor, und ich entdecke nach dem Kind, das bereits mit seinem Hochmut zu experimentieren scheint, einen Jugendlichen, dessen Trotz etwas Abschätziges hat, und endlich den Erwachsenen in seiner Pose freundlicher Überlegenheit. Die drei, die sich sonst seltsam wenig ähneln, denn das Kind ist blond und kräftig, der Jugendliche schwarz gelockt und mager, und den Erwachsenen kann man geradezu dabei beobachten, wie er zulegt und frühzeitig ergraut – diese drei, die einander sonst nicht gleichen, sind unverkennbar ein- und derselbe in der Manier, wie sie sich erhobenen Hauptes zu präsentieren bemühen. Diese Haltung haben sie stets wie von selbst eingenommen, sie hat ihnen gutgetan, mir aber die Halswirbel abgeplattet und die verdammte cervikuläre Cephalea, den vom Nacken zur Schläfe schießenden Kopfschmerz, eingetragen (so geht diese Sprache, die jetzt die meine wird).
Mai 2011, 57. Geburtstag: Nicht mehr zurückschauen, dorthin, wo unablässig die Welt verschwindet, aus der ich gekommen bin, und in der großen Mühle gleichermaßen zermahlen wird, wofür wir uns begeistert haben und wogegen wir uns empörten? Gerade weil es anders kam, darf ich nicht vergessen, wovon ich geträumt habe, und erst recht nicht vergessen, wovon ich überzeugt war, dass ich mich niemals mit ihm abfinden werde.
Ich war eingenickt, zu Mittag, und als ich aus dem Dämmer erwachte, umschloss mich ein geradezu räumliches Gefühl der Glückseligkeit. Es hatte mit der Musik zu tun, die aus dem Radio kam und von der mir bewusst wurde, dass sie mich schon seit einigen Minuten durch den Halbschlaf geleitete. Ich lauschte den Tönen, einem tief und sordin gestimmten Streichinstrument, auf dem in einem leicht hallenden Raum Akkord auf Akkord gestrichen wurde, kein Cello und keine Bassgeige.“

 
Karl-Markus Gauß (Salzburg, 14 mei 1954)

 

De Ierse schrijver Eoin Colfer (zijn voornaam wordt uitgesproken als Owen) werd geboren in Wexford op 14 mei 1965. Zie ook alle tags voor Eoin Colfer op dit blog.

Uit:Artemis Fowl

“By midnight, Artemis had successfully fed his findings into the Macintosh. All he had to do now was press Decode. He did so. What emerged was a long, intricate string of meaningless gibberish.
A normal child would have abandoned the task long since. The average adult would probably have been reduced to slapping the keyboard. But not Artemis. This book was testing him, and he would not allow it to win.
The letters were right, he was certain of it. It was just the order that was wrong. Rubbing the sleep from his eyes, Artemis glared at the pages again. Each segment was bordered by a solid line. This could represent paragraphs or chapters, but they were not meant to be read in the usual left to right, top to bottom fashion.
Artemis experimented. He tried the Arabic right to left and the Chinese columns. Nothing worked. Then he noticed that each page had one thing in common – a central section. The other pictograms were arranged around this pivotal area. So, a central starting point, perhaps. But where to go from there? Artemis scanned the pages for some other common factor. After several minutes he found it. There was on each page a tiny spearhead in the corner of one section. Could this be an arrow? A direction? Go this way? So the theory would be, start in the middle then follow the arrow. Reading in spirals.
The computer program wasn’t built to handle something like this, so Artemis had to improvise. With a craft knife and ruler, he dissected the first page of the Book and reassembled it in the traditional Western languages order – left to right, parallel rows. Then he rescanned the page and fed it through the modified Egyptian translator.
The computer hummed and whirred, converting all the information to binary.”

 
Eoin Colfer (Wexford, 14 mei 1965)

  

De Duitse schrijfster Gaby Hauptmann werd geboren op 14 mei 1957 in Trossingen. Zie ook alle tags voor Gaby Hauptmann op dit blog.

Uit: Yachtfieber

„Marc drehte sich um. Das hätte er sich denken können, seine Tochter Kim und deren Freundin Alissa standen hinter ihm.
»Laß doch!« Kim warf ihm einen typischen Tochter-Vater­Blick zu: »Sei doch kein Spielverderber.«
Alissa blinzelte verschlafen zu dem Boot hinüber. »Gibt’s ‘ne Party?«
»Verschon mich bitte damit«, sagte Marc und drehte sich hilfesuchend nach Pia um. Sie hatte sich ein weißes Herren­hemd übergeworfen und kam heran.
»Das ist eine Überraschung«, sagte sie indifferent und reichte Franco ihre Hand, die er übersah.
Statt dessen zog er sie gleich in seine Arme, küßte sie rechts und links auf die Wange und grinste dabei Marc an. »Habt ihr wirklich geglaubt, ihr könntet euch vor der Welt ver­stecken?«
»Och …« Marc tat unschuldig. »Und jetzt willst du dich mit deiner Bande hier bei uns einnisten?«
Franco lachte. »Ich wollte mal meinen Mädchen hier den berühmten Modedesigner aus Deutschland vorstellen«, sagte er laut, und leise fügte er mit Verschwörermiene hinzu: »Ein bißchen mit dir angeben, versteht sich …«
»Das fehlt mir noch!« Marc schaute zu dem Rennboot, eine feuerrote Zigarre mit weißer Lederinnenausstattung. »Ein wenig dezenter hätte dir das Ding nicht gefallen?« fragte er rhetorisch.
»In meinem Alter doch nicht.« Franco zwinkerte ihm zu und machte eine Handbewegung zum Boot hin. Es war schon klar, was er meinte. Die beiden Mädchen, die er dabei­hatte, waren bildhübsch und Anfang Zwanzig, jede von ihnen sicherlich dreißig Jahre jünger als er selbst. Er fuhr sich mit seiner rechten Hand kurz durch sein gewelltes braunes Haar, das er aus der Stirn nach hinten gekämmt und nackenlang trug. »Die haben Spaß«, sagte er dazu, »und ich auch!«
In diesem Moment setzte die Musik wieder ein. Ein jun­ger Mann, der aus der Kajüte aufgetaucht war, hatte auf den Knopf gedrückt.
»Ich nicht.« Marc wandte sich ab. »Aber wenn du jetzt schon mal da bist, dann laß uns was trinken. Vielleicht finden wir ja ein lärmgeschütztes Eckchen …”

 
Gaby Hauptmann (Trossingen, 14 mei 1957)

 

De Nederlandse schrijfster Willemina (Wilma) Vermaat werd geboren in Zetten op 14 mei 1873. Zie ook alle tags voor Wilma Vermaat op dit blog.

Uit: Moeder Stieneke

“De dokter wachtte hen…. het was hoog tijd. Het leven was nog niet gevloden, maar het doodszweet parelde den arme op het voorhoofd; het sterke roepen was gesmoord in het eindelijke breken van de laatste krachten; de dood zelf had mededoogen en draalde nog op den drempel eer hij door de poort ging met zijn droeven last.
De Dominé knielde bij den divan, waarop men den man in haast had neergelegd.
Stieneke hield zich op den achtergrond om niet te storen door haar vreemde tegenwoordigheid. Maar ze bad mee…. o, hoe ze meebad en onder ’t bidden voelde, hoe de dood zijn mantel van stilte begon uit te plooien, om er dien eenzaam vertrekkenden mensch in te hullen. Het was een groot gebed in weinig woorden, zooals past bij een, voor wien de reistijd aangebroken is; en het werd nagestameld, maar zóó zwak, dat alleen God het nog kon verstaan.
Toen stond de Dominé op en legde zijn hand op het kille voorhoofd. ‘Nu kom Heere Jezus,’ zei hij zacht, ‘want bij U is vergeving.’
De oogen van den vertrekkende schenen zich vast te hechten in de zijne, voor een oogenblik,…. toen dekten de zware oogleden langzaam het gebroken licht…. hij was voorbij. –
Stil in de verbijstering van dit plotselinge gebeuren stonden ze een tijdlang bij den doode.
Edel was zijn voorhoofd, om den zwakken mond scheen een glimlach zijn lichte spel te spelen…. Stieneke bukte zich iets over den divan…. ‘Vader,’ zei ze haastig…. De dokter schudde het hoofd. Toen keerde Stieneke zich van het bed; die glimlach dreigde alles in haar te doen breken in wilde tranen. Om haar zelfbeheersching te herkrijgen keek ze de kamer rond, een ordelijke werkkamer, nu ontredderd door de komst van dien haastig-geroepen dood.”

 
Wilma Vermaat (14 mei 1873 – 20 maart 1967)
Borstbeeld in Beekbergen

 

De Nederlandse dichter Wilhelm Ange François (Frans) Bastiaanse werd geboren in Utrecht op 14 mei 1868. Zie ook alle tags voor Frans Bastiaanse op dit blog.

Het kind

“Het schoonst geluk, dat gij mij ooit kunt geven
Zal wezen als eenmaal een nieuw gelaat,
Uit u en mij geboren bloeien gaat,
Maar toch het meest heeft van uw stralend leven;

En, zoals naar het gouden pracht-sieraad
Een kleiner wordt in fijner goud gedreven,
Zal ’t flonkrend blond zijn voorhoofd-blank omgeven
Als ’t graan, dat in de zon te gloeien staat.”

Toen kuste ik om dat schone woord mijn lief,
Die om mijn hals de strelende armen hief
En ‘k sprak: “ja! dat zal groot en heerlijk wezen,

Als ik u zien zal in hetzelfde kind,
Waarin gij mij opnieuw geboren vindt:
Twee-eenheid in één enig beeld te lezen.”

 

Koekoek

Als de vroege koekoek roept
En de lijster, onder ’t fluiten
Van de rode bessen snoept,
Loop ik ook mijn woning uit en
Fluit in zonnige’ ochtend buiten,
Waar ik zoeter luiden zoek
Dan de lijsters kunnen fluiten,
Dan de koekoek roept: Koekóék!

Koekoek vroeg in ’t koele bos,
Lijster in de groene struiken,
Roep de blauwe blinden los
Die een venster hóóg beluiken,
Waar de wingerd-ranken sluiken
Bleek van blaren, teer van tros,
Lijster in de groene struiken,
Koekoek roep de blinden los!

 
Frans Bastiaanse (14 mei 1868 – 12 juni 1947)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e mei ook mijn vorige blog van vandaag.