Johan Harstad, Åsne Seierstad, Marjolijn van Heemstra, Derek Otte, Jac. van Hattum, Simone Trieder, Bertolt Brecht, Boris Pasternak, Carry-Ann Tjong-Ayong

De Noorse schrijver Johan Harstad werd geboren op 10 februari 1979 in Stavanger. Zie ook alle tags voor Johan Harstad op dit blog.

Uit: Buzz Aldrin, what happened to you in all the confusion? (Vertaald door Deborah Dawkin & Erik Skuggevik)

It is a Tuesday. There can be no doubt. I see it in the light, the traffic outside the windows will continue to stream all day, slowly, disinterestedly, people driving back and forth from habit, rather than necessity. Tuesday. The week’s most superfluous day. A day that almost nobody notices amongst all the other days. I read somewhere, I don’t remember where, that statistics showed there were 34% fewer appointments made on an average Tuesday than on any other day. On a worldwide basis. That’s how it is. On the other hand a considerably greater number of funerals are held on Tuesdays than during the rest of the week. They sort of bunch up, you never get on top of it.”
****

I had a friend.
And had this not been so, I would never have ended up with a large sum of money in my inside pocket, and been almost run over, I would never have rescued a person from the sea or been thrown out of various bars. I would not have come centimetres from jumping eleven hundred metres down from a mountain, I would never have tried building a boat, and last, but not least, I might never have disappeared.
But I had a friend.
Jørn.
Jørn played in a band.
And I’d said yes. It was some weeks ago now. He’d asked me one evening, as we sat in his flat in Storhaug. Jørn and Roar were going over with his band, Perkleiva, at the end of July, together with another Norwegian band, The Kulta Beats from Trondheim, they were going to play at some festival over there, on the Faeroe Isles, a gig they’d been offered through the Stavanger Council, so far as I understood. Stavanger and Tórshavn were twinned towns, and Stavanger wanted to do its bit for the Faeroese National Day, Olsok. Some Danish band, whose name I never remember, were invited too, as well as all the Faeroese artists. That was what I’d been told. More or less. And that I was going with them in the guise of being their soundman. Although it was probably just Jørn’s way of trying to drag me along, drag me out, show me that it could be good doing concerts, playing in a band, he’d never totally abandoned the idea of us two playing together, of me singing. He really wanted me to sing. But I’d kept my mouth shut. Officially, for the organisers, the reason for my coming was Claus. Claus was Perkleiva’s producer, but he and his girlfriend were expecting a baby, it could arrive any minute, so he’d cancelled, understandably, more preoccupied with ultrasound than the sound of guitars. And I was, well yes, I needed a holiday, and sure, I’d always enjoyed travelling, and no, I had no other plans.”

 

 
Johan Harstad (Stavanger, 10 februari 1979)
Cover Noorse uitgave

 

De Noorse schrijfster en journaliste Åsne Seierstad werd geboren in Oslo op 10 februari 1970. Zie ook alle tags voor Åsne Seierstad op dit blog.

Uit:One of Us: The Story of Anders Breivik and the Massacre in Norway

„His mother talked about things people had told her, rumours she had heard. He talked about the world with which he was obsessed. The book he was writing. Norway, Europe, Islam, the world. His mother did not really like him when he was talking about his book, he was so intense. She eventually started avoiding all subjects that might turn the conversation to politics.
But Anders just plowed on; after all, he only had his mother to talk to. Wenche sometimes thought: This is nonsense, this is madness and it’s got to stop. Things used to be so nice, now he just went on about his book. He suddenly started calling her a feminist with Marxist tendencies, her of all people, who had always voted for the Progress Party (a right-wing party opposed to immigration).
Talking to his mother, he left out the violence. The great thing was that he didn’t have to worry about her snooping about on his computer. She would not even know how to open his files. His sister, on the other hand, would have realized that something was going on if she had come to visit. But she did not come. Still, on the other side of the Atlantic she was worried and wrote in a letter to her mother, “Mum, that’s not normal! He’s 30 years old but all he does is sit in his room!”

 

 
Åsne Seierstad (Oslo, 10 februari 1970)

 

De Nederlandse dichteres, schrijfster en theatermaakster Marjolijn (barones) van Heemstra werd geboren in Amsterdam op 10 februari 1981. Zie ook alle tags voor Marjolijn van Heemstra op dit blog.

Uit: En we noemen hem

“D was opgelucht. De mogelijkheid van een meisje joeg hem angst aan. Veel te kwetsbaar. Ik vrees precies het tegenovergestelde. Jongens, las ik ooit, sterven vaker een roekeloze dood – auto’s, alcohol, oorlog, vuurwerk, vechtpartijen.
‘Stil hier,’ mompelt D. Hij steekt de sleutel in het contact en stemt de radio af op 10 Gold, zijn favoriete zender. Als hij de foto heeft gevonden volgt hij met een vinger de contouren van de vlekken en bromt tevreden mee met Elton John. Ik kijk naar mijn handen, naar de dikke gouden ring met de blauwe steen die mijn oma op mijn achttiende verjaardag met een plechtig gezicht om mijn middelvinger schoof, waarbij ze mij liet beloven mijn eerste zoon te vernoemen naar de familieheld van wie de ring afkomstig was. Ze sprak zijn naam uit alsof ze een geheim onthulde. Frans Julius Johan. Het was de eerste keer dat ik zijn echte naam hoorde, ik kende alleen de geuzentitel die de familie hem gaf: bommenneef. De verzetsheld die een jaar na de oorlog een dodelijke aanslag pleegde op een niet-veroordeelde nsb’er omdat hij niet kon leven met de gedachte dat er geen rechtvaardigheid bestond. Zijn laatste wens, zei mijn oma, was zijn ring aan de vinger van een naamgenoot. ‘Dit ding ligt hier al twaalf jaar in de kast. En we kunnen eeuwig wachten tot er in deze familie eindelijk een naamgenoot geboren wordt, maar ik kan hem ook gewoon aan jou geven en afspreken dat jij je eerste zoon vernoemt.’
‘We noemen hem Frans.’ Weer die vreemde, luide stem. ‘Frans Julius Johan.’
D kijkt vrolijk op van het mapje. ‘Horen we niet maandenlang te twijfelen over een naam, laat staan over drie voornamen?’
Ik schud mijn hoofd. Geen twijfel. ‘We noemen hem naar bommenneef. Deze tijd kan wel wat opoffering en moed gebruiken.’
D kijkt me verbaasd aan. ‘Meen je dit echt? Ik dacht dat die vernoeming, die hele bommenneef, meer een’ – hij zoekt naar woorden – ‘een goed verhaal was, voor feestjes en zo. Niet iets wat je echt wilde.’

 

 
Marjolijn van Heemstra (Amsterdam, 10 februari 1981)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Derek Otte werd geboren in Rotterdam op 10 februari 1988. Zie ook alle tags voor Derek Otte op dit blog.

 

Toflof

tof toch
lof
voor bijna alles wat je doet
tof joh
lof
man wat doe je dat toch goed
tof zeg
lof
wat heb jij mij entertaint
tof hè
lof
ik ben iemand die het meent
heel tof
lof
om de aandacht draait het toch
tof, lof
heus
alleen status is bedrog

 

 
Derek Otte (Rotterdam, 10 februari 1988)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Jacob (Jac.) van Hattum werd geboren in Wommels op 10 februari 1900. Zie ook alle tags voor Jac. Van Hattum op dit blog.

 

Adreswijziging

Nu zal ik U mijn nieuw adres opgeven;
mijn oud adres was: Proletariaat;
de naam der woonplaats: Waar Marjanne gaat;
ik dacht, ik zou daar wonen gans mijn leven.

Ik ben verhuisd en moet U dit belijden;
mijn nieuw adres is: ‘Barre Eenzaamheid’;
de naam der woonplaats: ‘Buiten deze tijd’.
– Ik weet niet hoe, maar ik kon niet verder strijden. –

Ik hoop niet, dat Gij mij hier komt bezoeken;
ik denk, dat schuld mij spoedig elders jaagt;
ik zocht de rust; de onrust, die mij plaagt,
en het verwijt grijnzen uit alle hoeken.

 

Mijn gedichten

Woorden tussen ons en woorden,
waar geen sylbe van verstomt;
strekkend tussen verste boorden,
en geen roep, die over komt.

En geen sein, dat wordt vernomen,
sindsdien Gij besloten zijt,
niet de oever na te komen,
in Uw starre zekerheid.

En geen krans, door mij gewonden,
dreef Uw verre zomen toe;
elke vogel, uitgezonden,
keerde tilwaarts, wond en moe.

De bedachte, teêre dingen
maakten nooit Uw hardheid mild,
en mijn onafwendbaar zingen
hebt Gij niet voor U gewild.

Door niets kon ik U verplichten
tot het meest bescheiden part,
dingende, in mijn gedichten,
naar de schaduw van Uw hart.

 

 
Jac. van Hattum (10 februari 1900 – 19 augustus 1981)

 

De Duitse schrijfster Simone Trieder werd geboren op 10 februari 1959 in Quedlinburg. Zie ook alle tags voor Simone Trieder op dit blog.

Uit: Zelle Nr. 18 (Samen met Lars Skowronski)

„Das Kleeblattalbum war ihr kleiner Beitrag. Sie verbündete sich mit Feinden des Naziregimes, mit politischen Häftlingen. Ihre Mutter war im Untersuchungsgefängnis Moabit als Wärterin dienstverpflichtet, und sie erzählte oft von »ihren« Häftlingen. Helga war 16 Jahre alt, als sie erstmals in der Frauenabteilung durch den Türspion in die Zelle 18 schaute und die drei Polinnen sah: das Kleeblatt Sie schrieben sich seitdem, Helga und die drei Gefangenen. Deren Briefe heftete das Mädchen in einem Leitzordner ah Ganz obenauf lag ein Brief … — Was heißt Brief? Es war ein Zettel, ein grauer schmaler Streifen großkariertes Papier. Die Gefangenen hatten keinen Briefblock und benei-deten Helga um das schöne Briefpapier, auf dem sie schrieb. Helga konnte den Text auswendig: »Lieber guter Sonnenschein, wir haben alles verstan-den. Unsere Dankbarkeit Rk alles, was Sie Rk uns getan haben, können wir gar nicht aussprechen. Wir haben auch oft zwischen uns gesagt, wie es schrecklich für uns wäre, falls Sie durch uns reinfielen. Das könnten wir uns nie verzeihen.« Das war gut, sie verwendeten keine Namen. Sonnenschein war ein schöner Deckname frs die kleine, mollige, freundliche Mama. Helga über-legte, wie sie sich selbst nennen konnte. Während englische Bomben auf Berlin niederIcrachten, schrieb Helga: »Das ist ein schöner Name für meine Mutter. Sonnenschein. Sie ist wirklich ein Sonnenschein. Seid vorsichtig. Wenn sie auffliegt, wandert sie selber in eine Zelle. Und wer bringt euch dann Erbsensuppe,Äpfelchen oder meine Briefe? Ab heute bin ich für euch: Euer Teddy oder Teddybär!« Helga wusste, dass dieser Brief aus Sicherheitsgründen in der Gefängnistoilette verschwinden würde. Das Kleeblatt hatte ihr das Ritual des Briefelesens in der Zelle 18 beschrieben: Eine las ihn laut vor, dann noch einmal jede für sich, schließlich wurde der Brief schweren Herzens zerrissen und in der Toilette hinuntergespült Gut, dass Helga die Briefe der drei aufheben konnte. Sie sollten sie zurückbekommen, wenn das hier alles vorbei war und sie überleben würden. Sie mussten überleben. Jede würde dann ihre eigenen Briefe aus dem Kleeblattalbum bekommen: Krystyna und Maria und Lena. Während Helga im Luftschutzkeller in der Kreuzberger Naunynstraße den Brief schrieb, hatte ihre Mutter Dienst in Moabit, eine Dreiviertelstunde Fußweg entfernt.“

 

 
Simone Trieder (Quedlinburg, 10 februari 1959)

 

De Duitse dichter en schrijver Bertolt Brecht werd op 10 februari 1898 in de Zuid-Duitse stad Augsburg geboren. Zie ook alle tags voor Bertolt Brecht op dit blog.

 

Das Lied von der Suppe

Wenn du keine Suppe hast
Willst du dich da wehren?
Da musst du den ganzen Staat
Von unten nach oben umkehren
Bis du deine Suppe hast.
Dann bist du dein eigener Gast.

Wenn für dich keine Arbeit zu finden ist
Da musst du dich doch wehren!
Da musst du den ganzen Staat
Von unten nach oben umkehren
Bis du dein eigener Arbeitgeber bist.
Worauf für dich die Arbeit vorhanden ist.

Wenn man über eure Schwäche lacht
Dürft ihr keine Zeit verlieren
Da müsst ihr euch kümmern drum
Dass alle, die schwach sind marschieren
Dann seid ihr eine große Macht.
Worauf keiner mehr lacht.

 

Sonett der Emigration

Verjagt aus meinem Land muss ich nun sehn
Wie ich zu einem neuen Laden komme, einer Schenke
Wo ich verkaufen kann das, was ich denke
Die alten Wege muss ich wieder gehen.
Die glatt geschliffenen durch den Tritt der Hoffnungslosen!
Schon gehend, weiß ich noch nicht: zu wem?
Wohin ich komme, hör ich: Spell your name!
Ach, dieser “name” gehörte zu den großen!
Ich muss noch froh sein, wenn sie ihn nicht kennen
Wie einer, hinter dem ein Steckbrief läuft
Sie würden kaum auf meine Dienste brennen.
Ich hatt zu tun mit solchen schon wie ihnen
Wohl möglich, dass sich der Verdacht da häuft
Ich möcht auch sie nicht allzu gut bedienen.

 

Ich, der ich nichts mehr liebe

Ich, der ich nichts mehr liebe
Als die Unzufriedenheit mit dem Änderbaren
Hasse auch nichts mehr als
Die tiefe Unzufriedenheit mit dem Unveränderlichen.

 

 
Bertolt Brecht (10 februari 1898 – 14 augustus 1956)

 

De Russische dichter en schrijver Boris Leonidovich Pasternak werd geboren in Moskou op 10 februari 1890. Zie ook alle tags voor Boris Pasternak op dit blog.

Uit: Doctor Zhivago (Vertaald door Max Hayward and Manya Harari)

“Not one of the books that were later to make Nikolai Nikolaevich famous had yet been written.  But his thoughts were already defined.  He did not know how near his hour was.
Soon he was to appear among the representatives of the literature of that time, university professors and philosophers of the revolution – this man who had thought over all their themes and who, apart from terminology, had nothing in common with them.  The whole crowd of them held to some sort of dogma and contented themselves with words and appearances, but Father Nikolai was a priest who had gone through Tolstoyism and revolution5 and kept going further all the time.  He thirsted for a wingedly material thought, which would trace a distinct, unhypocritical path in its movement and would change something in the world for the better, and which would be noticeable even to a child or an ignoramus, like a flash of lightning or a roll of thunder.  He thirsted for the new.
Yura felt good with his uncle.  He resembled his mother.  He was a free spirit, as she had been, with no prejudice against anything inhabitual.  Like her, he had an aristocratic feeling of equality with all that lived.  He understood everything at first glance, just as she had, and was able to express his thoughts in the form in which they came to him at the first moment, while they were alive and had not lost their meaning.
Yura was glad that his uncle was taking him to Duplyanka.  It was very beautiful there, and the picturesqueness of the place also reminded him of his mother, who had loved nature and had often taken him on walks with her.  Besides that, Yura was pleased that he would again meet Nika Dudorov, a high-school boy who lived at Voskoboinikov’s and probably despised him for being two years younger, and who, when greeting him, pulled his hand down hard and bowed his head so low that the hair fell over his forehead, covering half his face.”

 

 
Boris Pasternak (10 februari 1890 – 30 mei 1960) 
Omar Sharif als Doctor Zhivago in de gelijknamige film uit 1965

 

De Surinaamse dichteres Carry-Ann Tjong-Ayong werd op 10 februari 1941 in Paramaribo, Suriname geboren Zie ook alle tags voor Carry-Ann Tjong-Ayong op dit blog.

Uit: Carolina’s, illusies en verwantschap

“Toen ik oom Henny in zijn lachende ogen keek, zag ik een glimp van oom Johan, oom Robert en mijn vader. De verdwijnende generatie, behalve in onze harten. Want daar leven zij nog steeds.
Wij gingen door de Wicherstraat, waar wij vijf percelen verder een appartementje huren en zagen oom Henny door zijn tuin schuifelen. Niet meer zo flink ter been als vroeger, maar onmiskenbaar een Ferrier in zijn houding. Kennelijk stond hij ons op te wachten, want hij riep de hond bij zich en deed het hek van het slot.
Een stevige brasa…..Ik omhelsde hiermee mijn vader en zijn dierbare vrienden.
“Oom Henny, wat ben ik blij je te zien…!”
Wij waren allebei ontroerd. Wij dachten aan zijn oudste broer Johan, die nauwelijks een maand geleden begraven was. Generaties komen en gaan.
De pijn van het heengaan van mijn ouders is nog voelbaar in al mijn poriën, en dan komt er alweer nieuwe pijn. En geen ds Rudy Polanen voor een troostende discussie….. Ik moet eindelijk volwassen worden.
Met enige acrobatiek ben ik over de waterkering bij het terras geklommen en zie oom Henny in zijn schommelstoel. En beginnen de verhalen.”

 

 
Carry-Ann Tjong-Ayong (Paramaribo, 10 februari 1941)

 

Zie voor bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 10 februari 2007 en ook mijn blog van 10 februari 2008 en eveneens mijn blog van 10 februari 2009.

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e februari mijn vorige blog van vandaag.