Joke van Leeuwen, Mark Boog, A.L. Snijders en Vriendschappelijke brieven (Frans Roumen)

De Nederlandse dichteres, schrijfster, illustrator en cabaretière Johanna Rutgera van Leeuwen werd geboren op 24 september 1952 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Joke van Leeuwen op dit blog.

Het ongerede

Toen radio’s nog bakken waren
kon je op hun dashboard reizen,
kon je naar verlichte steden.
Al die steden, mooi op rijtjes,
kwamen door de kamer kraken,
bazelden met blikken bakkes
en bedoelden te bedoelen.
En wij hoorden, met de oren
bloot getrokken door een knipje,
mannenklanken zonder hoofden.
Kruissteekhandwerk broeide
op de stoelen onder ons.

Buiten, links en rechts een hoek om,
bij een standbeeld van drie palen
die op dunne doden leken
stonden mensen met gezichten.
Grote mensen huilden, buiten,
en ze mochten niet bewegen,
omdat niemand nog mocht zwichten.
Ook de tijd mocht niet bewegen.
Iedereen op heel de wereld,
heel de wereld van het dashboard
deed zijn mond dicht, maar de vogels,
wisten die veel, floten door.

Benen die verdwenen waren,
kon dat van het zwichten komen?
Werden die alvast begraven,
wachtend op wat verder leefde
en er later bij kwam liggen?
Doden, daaraan moest je denken,
maar ik kende nog geen doden
en we hadden zelf geen dieren.
Alle mensen droegen namen,
in het hoofd gegrifte namen,
n ht hfd ggrfte nmn.
Iedereen viel bijna om.

Wat ze aan elkaar begingen,
zweeg in dingen, alledaagse,
soms beschilderd en soms nuttig,
rond wat niet meer blijven zou.

Nieuw moet alles, nieuw en
nieuw en aan gebouwen
in de steden hangen rimpelloze
vrouwen, navels als de

ingang van een groeve, hun
gezichten, gaaf gewonnen uit een
menigte van stipjes, smuilend
om wat wij behoeven.

 

Daar

Hadden er lang naar gezocht, maar wat lag
het daar prachtig, precies op zijn plaats.
Overal groeisel, verschiet en bedoening.
Alles kon rijmen, ook als het niet.

Zaten daar gretig te willen ontvangen
aan lange ontsplinterde tafels waarop,
nog gesloten, schenkbaar te tillen getink.
Kregen te lezen wat eetbaar kon, drinkbaar kon,

alles beschreven. Keken soms over de regels heen,
zagen daar groeisel, verschiet en bedoening.
Iemand riep: Drinkt u maar, drink maar, ik
kom dalijk bij u! – terwijl hij verdween.

Joke van Leeuwen (Den Haag, 24 september 1952)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Mark Boog werd geboren op 24 september 1970 in Utrecht. Zie ook alle tags voor Mark Boog op dit blog.

De rotonde (Fragment)

Hij zal misschien een goede prijs bedingen,
maar het kan niet anders of hij trekt
het kortste eind. Duivels de deal, duivels
de gevolgen, duivels het genot.

Hij gaat de weg
naar het genot.
Het dondert in de verte.

Hij kende hem, de duivel, vanzelfsprekend.
Oude kameraad, vermeende vriend,
de zachtste van de stemmen in zijn hoofd,
de listigste, de eerlijkste. De stem

die hem vertelde dat hij voor het hoogste
uitverkoren was, die suste: ‘Tijd
genoeg, neem nog een glas.’ En dan ineens,
een ochtend na een avond als zovele,

voor de spiegel die zijn toekomst aan
hem voorhield: ‘Nu, ga nu, de laatste kans.
Het kruispunt, als de nacht valt. Ik zal wachten.
Ga. Vergeet je ziel niet mee te neme
n.’

Hij ziet de weg.
Hij buigt het hoofd.
Het onweert in de verte.
Wie met zichzelf praat heeft een goed gesprek
of (of niet). Een duivel voert slechts monologen,
spreekt in slogans en reclameleuzen.
Elk geeft voor een ziel een goede prijs.

`Eerlijk duurt het langst! Verkoop bij ons
uw ziel!’ En van de concurrent: ‘Altijd
de hoogste dagkoers.’ Koop vandaag, betaal
pas volgend jaar.”

Mark Boog (Utrecht, 24 september 1970)
Cover

De Nederlandse schrijver A.L. Snijders (pseudoniem van Peter Cornelis Müller) werd geboren op 24 september 1937 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor A.L. Snijders op dit blog.

Reis

Als ik mijn grootvader vraag of ik de auto mag lenen, zegt hij: alleen met de chauffeur. Hij is streng en toe-gevend tegelijk, hij weet dat ik een rijbewijs heb, hij weet ook dat ik van Haydn, Beethoven en Mozart houd. Mijn grootvader heeft huizen in Zwitserland en Span-je, waar de chauffeur hem naartoe brengt, hij is veertig jaar in dienst, zwijgzaam en betrouwbaar. Waar heb je de auto voor nodig, vraagt mijn grootvader. Ik wil naar een concert in Barcelona. Het is een grote auto met twee reservewielen achter de voorspatborden. lk zit achterin, het linnen dak kan open van voor naar achter – de geur van Normandië, de dennenappels, de kurk-eik, de geur van brak water, de woestijn. lk vraag de chauffeur (hij heet Jean, hij leest Proust, zijn moeder is in Parijs geboren) of hij langs Breda wil rijden. Daar woont Claire, mijn verloofde, die klavecimbel speelt. Zij komt naast me zitten, we rijden naar Barcelona. We gaan naar het concert van Federico Mompou, een Catalaanse componist van minimale muziek. Hij speelt zijn eigen werk. Op de terugweg vertelt Claire dat El Greco en Vermeer de favoriete schilders van Mompou zijn. Ze heeft een interview met hem gele-zen. Op de vraag welke componisten hij bewondert,

A.L. Snijders (Amsterdam, 24 september 1937)

 

In de tweede helft van de jaren negentig werkte Frans Roumen aan een roman die de titel “Vriendschappelijke brieven” had moeten krijgen. Het manuscript gold na een verhuizing jarenlang als zoekgeraakt. Onlangs werden er echter toch flinke delen van bij een grote opruimactie ontdekt in een oude doos in de kelder. Romenu heeft de toestemming gekregen om er regelmatig fragmenten uit te publiceren. Vandaag volgt het tiende van een nog nader te bepalen aantal.

Uit: Vriendschappelijke brieven

Lieve Bart,

Arnhem, vrijdag 9 juni 1995,

Zoals je gisteren aan het kaartje hebt kunnen zien woon ik sinds 2 juni aan de Boulevard Heuvelink 130 in Arnhem, een van de hoofdsteden van Nederland.

Op regenachtige dagen, zoals vandaag houd ik mij vooral met crisis-interventie bezig, vooral nu ze vandaag Serajevo weer zijn gaan beschieten en in een moeite door ook maar een aanslag is gepleegd op het bureau van de Turkse regeringspartij in Ankara.

Ik heb net, tijdens mijn ochtendwandeling door het Lauwersgrachtpark al de eerste commando wagen van de politie gesignaleerd en voor het overige is ook veel volk op de been, vooral in Toyota’s…

Zelf imiteer ik ter geruststelling van ondergetekende regelmatig het geluid van een dichtslaande deur van een Mercedes-Benz (je weet wel, die van de taxi’s) : Boem, Bumm, Bumm. Dat werkt evengoed als er een bellen heb ik gemerkt en het is aanzienlijk goedkoper. Hier vlakbij heeft een zekere Cris van Holten trouwens een park van vijftig plus nog wat van die dingen en ik zie er zelfs van de gemeente rondrijden met oranje zwaailichten.

Gisteren had ik trouwens een wel zeer bijzondere ervaring! Er stond een rijdend kantoor met banken van Argentijns runderleer en parketvloer in een grote vrachtwagen verpakt vlakbij het HB van politie. Van, ja hoor : Mercedes-Benz.

Arnhem is op zich voor mij een verademing. Ik zit hier midden in de stad en kan overal lopend naar toe. Daarbij steevast beginnend bij de eendjes in de vijver in het Lauwersgrachtpark. Mijn bank, ik bedoel die voor geldzaken, is daar ook dichtbij en af en toe loop ik er binnen om te kijken hoe laat het is op Wall Street. Meestal ben ik de koersen 16 uur voor, wat ook bijdraagt aan het gevoel van persoonlijke veiligheid. Als ze bij de Rabobank niet goed werken roep ik weer eens : ” Bumm Bumm ” tegen de computer en dan wordt de Mark weer wat zwakker ten opzichte van de gulden of zoiets…

Steevast gaat ook de poort achter het HB open en verschijnt er een oranje-wit-blauwe Volkswagen of een BMW-tweewieler (al naar gelang wie er telefonisch alarm geslagen heeft ), of er rijdt iemand voorbij in zo’n kanariegele taxi van Chris van Holten.

De burgemeester hier heet Scholten en die twee vormen het dagelijks bestuur, al denkt een zekere van Hensbergen dat hij als loco op educatief gebied ook iets in te brengen heeft. Scholten is alleen al belangrijk voor militaire zaken, maar heeft, dacht ik ondertussen ook in de gaten dat hij een wezenlijke bijdrage kan leveren aan mijn gemoedsrust.

Hoe is het trouwens nog met Jurriaan? Gezien ons innige afscheid na de potten -en flikkerdag besloot ik h6m gisteren ook maar een verhuisbericht te sturen. Ik weet dat er in mijn achterhoofd en onderbewuste iets borrelt en dringt om poëtisch naar boven te komen, wat hij eventueel op muziek zou kunnen zetten.

Alleen door allerlei internationale, nationale en plaatselijke crises krijg ik telkens nauwelijks de rust om er eens geconcentreerd voor te gaan zitten. Ik ren de halve dag als een idioot met mijn Turkse atoom-paraplu te zwaaien naar een stel opgeschoten kwajongens in Adidas -trainingsjasjes, type Angelo, maar bruiner zal ik maar zeggen.

Af en toe neem ik plaats op een gewone parkbank en trek mijn geheime wapen. Het mij door de Nijmeegse studentenpastor ter beschikking gestelde blauwe zakbijbeltje en dan lees ik mijn gevederde vrienden in en rond de vijver een gedeelte uit een brief van Paulus aan de Korinthiërs voor, om ze er onder te krijgen. c.q. te houden. De bisschop, waar Ik nu onder val – kardinaal Simonis – ziet het met genoegen aan.

Op Pinkstermaandag werd ik weliswaar per abuis voor een Jehova getuige aangezien door twee oudingezetenen van de Blueband die dachten dat ik ze de hemel in wou praten. Ik heb ze hard achterna geroepen dat zij om half twaalf in de Martinuskerk moesten zijn. Alleen aan deze twee bladzijden kun je zien dat de Heilige Geest hier over mij vaardig geworden is. De preek van Pinkstermaandag, maar ook die van Pinksterzondag sloot – toeval bestaat niet zegt Jurriaan – daarom wonderlijk goed bij mijn huidige levensgevoel aan.

Volkshuisvesting is hier ook beter geregeld dan in Nijmegen. Zou het de vrij liberale koers zijn die deze stad vaart ? ! Cultuur is in handen van D’66 en dat treft. Kortom, men slaat hier over het algemeen de Spijker aardig op de kop. De sociale dienst noem je hier alleen al uit beleefdheid Sociale Zaken en Arbeid en je wordt er met een voorkomendheid behandeld alsof je op het punt staat je intrek te nemen in het Hiltonhotel…

Woensdag kreeg ik, lieve Bart, mijn lidmaatschapskaart van het COC. Helaas is er geen gelegenheid om daarmee vanavond naar Doornroosje af te reizen. De Graafse computers liggen vandaag plat en mijn contactman / ambtenaar daar in Grave, waar mijn geld nog één keer vandaan moest -en moet komen klaagde dat hij niets kon zien. Computerverslaving is honderd maal erger dan drank en maakt ook veel meer kapot dan je lief is. Modern Times.

Jij bent en blijft bij me.

Kusje, Frans”

 

Het Lauwersgrachtpark in Arnhem

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 24e september ook mijn blog van 24 september 2018 en ook mijn blog van 24 september 2017 deel 2.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *