De Portugese schrijver José Saramago werd geboren op 16 november 1922 in het dorpje Azinhaga in de provincie Ribatejo. Zie ook mijn blog van 16 november 2006 en ook mijn blog van 16 november 2008 en ook mijn blog van 16 november 2009.
Uit: Blindness (Vertaald door Giovanni Pontier)
„The amber light came on. Two of the cars ahead accelerated before the red light appeared. At the pedestrian crossing the sign of a green man lit up. The people who were waiting began to cross the road, stepping on the white stripes painted on the black surface of the asphalt, there is nothing less like a zebra, however, that is what it is called. The motorists kept an impatient foot on the clutch, leaving their cars at the ready, advancing, retreating like nervous horses that can sense the whiplash about to be inflicted. The pedestrians have just finished crossing but the sign allowing the cars to go will be delayed for some seconds, some people maintain that this delay, while apparently so insignificant, has only to be multiplied by the thousands of traffic lights that exist in the city and by the successive changes of their three colours to produce one of the most serious causes of traffic jams or bottlenecks, to use the more current term.
The green light came on at last, the cars moved off briskly, but then it became clear that not all of them were equally quick off the mark. The car at the head of the middle lane has stopped, there must be some mechanical fault, a loose accelerator pedal, a gear lever that has stuck, problem with the suspension, jammed brakes, breakdown in the electric circuit, unless he has simply run out of gas, it would not be the first time such a thing has happened. The next group of pedestrians to gather at the crossing see the driver of the stationary car wave his arms behind the windshield, while the cars behind him frantically sound their horns. Some drivers have already got out of their cars, prepared to push the stranded vehicle to a spot where it will not hold up the traffic, they beat furiously on the closed windows, the man inside turns his head in their direction, first to one side then the other, he is clearly shouting something, to judge by the movements of his mouth he appears to be repeating some words, not one word but three, as turns out to be the case when someone finally manages to open the door, I am blind.“
José Saramago (Azinhaga, 16 november 1922)
De Amerikaanse dichter Craig Arnold werd geboren op 16 november 1967 in Temple,Californië. Zie ook mijn blog van 16 november 2008 en ook mijn blog van 16 november 2009.
Bird-Understander
Of many reasons I love you here is one
the way you write me from the gate at the airport
so I can tell you everything will be alright
so you can tell me there is a bird
trapped in the terminal all the people
ignoring it because they do not know
what do with it except to leave it alone
until it scares itself to death
it makes you terribly terribly sad
You wish you could take the bird outside
and set it free or (failing that)
call a bird-understander
to come help the bird
All you can do is notice the bird
and feel for the bird and write
to tell me how language feels
impossibly useless
but you are wrong
You are a bird-understander
better than I could ever be
who make so many noises
and call them song
These are your own words
your way of noticing
and saying plainly
of not turning away
from hurt
you have offered them
to me I am only
giving them back
if only I could show you
how very useless
they are not
Craig Arnold (Temple, 16 november 1967)
De Nederlandse schrijfster en journaliste Renate Rubinstein werd geboren op 16 november 1929 in Berlijn. Zie ook mijn blog van 16 november 2006 en ook mijn blog van 16 november 2007 en ook mijn blog van 16 november 2008 en ook mijn blog van 16 november 2009.
Uit: Van Geel
“Maar het beste uit deze bundel vind ik het korte stuk van Vasalis, die er, zonder één gedicht te ‘analyseren’, in slaagt om de toon te zetten voor het begrijpen van de meeste. Ze gebruikt geen woord teveel, wat het citeren nog weer extra-moeilijk maakt, maar deze passage was voor mij een sleutel tot Van Geels poëzie: ‘In alle andere z.g. natuurgedichten is heel wat anders aan de gang, iets dat als je het goed leest behoorlijk angstaanjagend èn hunkeringwekkend is. Dat merk je pas aan de opluchting die je ervaart bij b.v. Thee drenken, Wijde regen, en Zwanen bij nacht, waarin je diepe wens “dat het terecht komt” kortstondig wordt verhoord. Geen happy end – geen end tenminste, maar een toestand van gelijkheid en wederkerigheid, waarin de eenzaamheid beëindigd wordt zonder dat er een fusie plaats vindt waarbij één van de twee elementen te gronde gaat. Het hardnekkig streven naar een vereniging die geen vernietiging inhoudt, dat de oorsprong van vele van zijn gedichten vormt, is een zó oude en diepe drang, dat niemand er na zijn 1e jaar op de wereld aan ontkomt, of en hoe hij het ook probeert onder te brengen: al naar zijn aard en levensgeschiedenis in mystiek, religie, politiek, wetenschap, kunst, liefde, geweld.’
Ze eindigt met te betreuren dat haar proza te zwaar rust op een poëzie die juist nooit ‘zwaar’ is, maar zoals zij schrijft: ‘ton sur ton, geen leringen, abstracties, conclusies’. (Dat ‘ton sur ton’ vind ik nog beter gezegd dan het ‘kleurloos grijs’ waar Van Geel het in een brief over heeft.)
En om duidelijk te maken wat ze bedoelt, besluit ze haar stuk met 5 gedichten uit Van Geels laatste bundel (Enkele Gedichten). Ik kies er daarvan twee, ter illustratie, zowel van ‘dat het terecht komt’ als van ‘een vereniging die geen vernietiging inhoudt’.
Thee drenken
Nacht in een theepot
waar water blad,
blad water koestert,
een lichte damp
de tuit verlaat.”
Renate Rubinstein (16 november 1929 – 23 november 1990)
De Schotse schrijver, humorist, radio-en televisie presentator Daniel Frederick Wallace werd geboren op 16 november 1976 in Dundee. Zie ook mijn blog van 16 november 2008 en ook mijn blog van 16 november 2009.
Uit: Friends Like These
„The changes started without me noticing. But like birds escaping the trees at the first flicker of a distant earthquake, the signs had been there ever since I’d moved to my smart new home in a smart new area of North London. It was an area which was going places.
An area where everyone was married and did brunch and drank lattes and dined at Latvian restaurants. Where the men wore trendy little oblong glasses and the ladies wore skinny jeans, ate croissants and read the papers on a Sunday morning in a place with a battered leather sofa.
What ridiculous cliched thirtysomethings, I thought, as I sat dipping my croissant in my brunchtime latte. What must they make of me here? I’m a maverick. A free-spirited 29-year-old. And my glasses only trendy and oblong.
But then came the morning that my wife, Lizzie, witnessed something terrifying. ‘What are you doing?’ she said, wideeyed, as she watched me walking into the kitchen.
‘I’m just taking this mug to the sink,’ I said.
There was silence. And then, as we realised what was happening – what this signified – how this was the first time in my life I had ever taken a mug to the sink within two days of finishing my tea, I stopped dead in my tracks and we simply stared at each other in horror.
We had felt the first tremors of the earthquake. It was getting closer.
Soon, the evidence began to pile up. The fridge was my early warning system. Gone were the Herta frankfurters and processed cheese of just a year or two before, when I was single. In were skimmed milk and hummus, and baby carrots and fresh spinach. We’d gone organic, we were buying Fairtrade, we had crisp white wine instead of cans of Stella.
Clubs had become bars, nights down the pub had slowly morphed into intimate dinners with close friends. I ate low-fat pretzels with crushed rock salt where once Wotsits would have done.
How had this happened? Could it actually be true? At 29, was I really on the brink of finally, undeniably, irrefutably becoming an adult? “
Danny Wallace (Dundee, 16 november 1976)
De Nederlandse schrijver Anton Koolhaas werd op 16 november 1912 in Utrecht. Zie ook mijn blog van 17 november 2006 en ook mijn blog van 17 november 2008 en ook mijn blog van 16 november 2009.
Uit: Een pak slaag
“Ze schudden dan met het hoofd, maar doorgaans doen ze wel als de bliksem wat hij zegt. Het heeft dan ook nog iets van een orakel. De legende van de oude Kees, die het bedrijf groot maakte, blijft op die manier springlevend.
Men zou kunnen denken dat het voor Hein Slotter wel eens benauwend moet zijn, als zoiets gebeurt. Want eigenlijk had hij die brainwave moeten hebben. Maar dat is niet zo. Hein krijgt de tranen in de ogen, als Kees II iets geweldigs zegt. En hij doet het meteen, als het een voorstel is. Hein houdt van de oude Slieps. Niemand weet hoeveel en niemand ziet ook die tranen ooit, omdat niemand er op komt, dat het tranen zouden kunnen zijn omdat Hein Slotter zo veel van Slieps houdt.
De volgende dag kan de oude dan wel weer volkomen vertrokken zijn. Somds wordt er dezelfde avond al weer naar de politie gebeld om mijnheer te zoeken.
Ans is lelijk. Lelijk zegt niets. Ze is dik en rose, maar niet van gezondheid, doch van jachterigheid en zenuwen en huidvlammen. Ze is boos. Ze kan iets niet verkroppen, maar ze weet niet wat. Ze is gemelijk en achterdochtig. Ze eet veel en ze snoept veel en in ieder gezelschap is ze een gevaarlijke roserode kuil, die niet is te dempen en waar iedereen voor oppast.
‘Zou die Hein geen goeie vrijer voor je zijn?’heeft haar vader ooit eens tegen haar gezegd en zeven jaar later kreeg ze de eerste kinderwagen van een nieuw model: Sliep Sleeper, vooral in Engeland een kraker. Kees heette het kindje natuurlijk, hoewel Heins vader ook een Hein was, althans een Hendricus. Onder het kussentje in de wagen lag bij de aanbieding een pakketje aandelen met een blauw lintje erom. Voor Keesje van Kees II.“
Anton Koolhaas (16 november 1912 – 16 december 1992)
Zie voor nog meer schrijvers van de 16e november ook mijn vorige blog van vandaag.