Judas-kus (Hélène Swarth)

 

Bij Witte Donderdag

 

De Judaskus door Giotto di Bondone, 1304 – 1306

 

JUDAS-KUS

Hij nam de beker en Hij brak het brood.
Hij sprak het woord dat onvergeetbaar klonk
Door de eeuwen heen. En onheilspellend blonk
Op Judas’ rosse lokken ’t avondrood.

En elkeen at van ’t brood en elkeen dronk
De purpren wijn, die hem Zijn liefde bood.
Doch ’t brood was Judas bitter als de dood,
In elke wijndrop gloeide een helse vonk.

Kalm stond de god in ’t flikkrend fakkellicht,
Toen hij de valse kus voelde – en terstond
Viel droef zijn blik op Judas’ aangezicht.

-Ik spijsde en laafde u met mijn liefde, en toch
Verraadt gij mij! o snode, rode mond,
Uw Judas-kus brandt op mijn lippen nog!

 

Hélène Swarth (25 oktober 1859 – 20 juni 1941)
De Boomkerk in Amsterdam, de geboorteplaats van Hélène Swarth

 

De Nederlandse dichteres en vertaalster Eva Gerlach (pseudoniem van Margaret Dijkstra) werd geboren in Amsterdam op 9 april 1948. Zie ook alle tags voor Eva Gerlach op dit blog.

Rand

Wat je nu zegt verplaatst lucht
over een kleine afstand,

kleiner naarmate je zachter,
haastiger praat:

‘Tot waar het weer waait’. Een plek
opzij van het kijken.

Verwachting loopt naar de rand.
Niet te bereiken.

 

Toba

Ik maak de reis die ik nooit
maakte, plan blijf liggen, ik begin
hier waar ik ben en nu meteen, wees stil.

Ik zal vinden wat ik wil, het meer en
meer, lichaam uitspanselwijd
over het volle oppervlak gespreid,
opstaan in drie tijden tegelijk,

het meteen vergeten, om halfzeven
door de nevel en de spinnenwebben
waden, blinden losdoen, hemel
lezen als verwoesting als altijd

 

Mijn kind laat mij met buitenlucht alleen

Mijn kind laat mij met buitenlucht alleen,
zij blijft op afstand sinds zij uit mij viel.
Plastic steekt uit haar afgewend profiel,
met apparaten woont zij achter glas
die haar weerspannig ademen bewaken.

Als ik tot bloedens toe mijn handen was
mag ik een ogenblik haar vel aanraken.
Hoe steel ik haar, hoe krijg ik haar ontvreemd.

 

Eva Gerlach (Amsterdam, 9 april 1948)

 

De Duitse schrijver, dichter en essayist Johannes Bobrowski werd geboren op 9 april 1917 in Tilsit. Zie ook alle tags voor Johannes Bobrowski op dit blog.

De schelpblazer

De prachtige luchtgeest blaast op de schelphoorn,
de roodachtige, puntige, hij verdeelt het geluid
met zijn hand, dat hier- en daarheen
vliegt, zo heel anders dan kustvogels.

Mijn vriend, de luchtgeest, houdt ervan daar in de weilanden
te slapen en ik heb dit en dat al geleerd
bij hem en nu leer ik niet zoals hij
enkel licht te rusten, slechts leunend tegen de rand

van het donker en nog steeds in het licht,
en met kinderlijk ronde ogen snel te ontwaken.
Hoe moet ik zijn zoals mijn vriend:
alleen met mijn lief, zonder slaap, in de regen?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Johannes Bobrowski (9 april 1917 – 2 september 1965)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e april ook mijn blog van 9 april 2019 en ook mijn blog van 9 april 2018 en ook mijn blog van 9 april 2017 deel 2.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *