Katharine Tynan

De Ierse dichteres en schrijfster Katharine Tynan Hinkson werd geboren op 21 januari 1861 in Clondalkin, County Dublin. Katharine Tynan, een van de twaalf kinderen van een melkveehouder, bezocht tussen 1869 en 1875 het Dominicaanse klooster van St. Catharina van Siena in Drogheda en beoogde vervolgens aan het noviciaat te beginnen. Na een oogkwaal in haar jeugd leed ze aan bijziendheid. Haar eerste gedicht werd gepubliceerd in 1878 in de krant The Graphic en publiceerde daarna regelmatig gedichten in kranten als Irish Monthly en de Dublin University Review. Daarnaast werkte ze ook als journaliste voor literaire tijdschriften. In juni 1885 ontmoette zij William Butler Yeats. Deze ontmoeting werd gevolgd door een levenslange correspondentie met Yeats, die haar beschreef als “zeer eenvoudig”. In de vroege correspondentie adviseerde Yeats haar om iets bijzonders te maken van haar Ierse katholicisme. Haar eerste bundel, “Louise de la Valliere and Other Poems” (1885), werd sterk beïnvloed door de Britse dichteres Christina Rossetti, en was volgens Yeats “too full of English influence to be quite Irish”. Naast Yeats en Christina Rossetti was Tynan ook bevriend met Charles Stewart Parnell, Alice en Wilfrid Meynell en en Christina Rossetti’s broers, Dante Gabriel Rossetti en William Michael Rossetti. Haar tweede bundel “Shamrock’s” (1887), bevatte uitsluitend Ierse thema’s. Tynan woonde tot haar huwelijk met Henry Albert Hinkson in 1893in Ierland. Hinkson was advocaat en auteur van romans. Na de bruiloft verhuisde het echtpaar naar Ealing en Notting Hill voordat beiden in 1914 terugkeerden naar Ierland, waar Henry Albert Hinkson rechter werd in County Mayo en in 1919 stierf. Katherine Tynan, die door John Butler Yeats in 1887 werd geportretteerd, schreef naast dichtbundels 100 romans, twaalf verhalenbundels, drie toneelstukken en talrijke artikelen over sociale kwesties zoals kinderarmoede en werkomstandigheden van vrouwen. Ze kreeg brede publiciteit met “The Wind, Shakes the Barley”, een bekende song met een tekst van haar. Haar eerste grote romans omvatten “Oh! What a Plague is Love” (1896) en “She Walks in Beauty” (1899). In 1913 verscheen haar autobiografische literaire retrospectief, “Twenty-Five Years”, met enkele tientallen vroege brieven van Yeats, herdrukt zonder zijn toestemming. In 1924 werd “Memories” gepubliceerd. In 1930 verschenen haar verzamelde lyrische werken onder de titel “Collected Poems”.

 

Quiet Eyes

The boys come home, come home from war,
With quiet eyes for quiet things —
A child, a lamb, a flower, a star,
A bird that softly sings.

Young faces war-worn and deep-lined,
The satin smoothness past recall;
Yet out of sight is out of mind
For the worst wrong of all.

As nightmare dreams that pass with sleep,
The horror and grief intolerable.
The unremembering young eyes keep
Their innocence. All is well!

The worldling’s eyes are dusty dim,
The eyes of sin are weary and cold,
The fighting boy brings home with him
The unsullied eyes of old.

The war has furrowed the young face.
Oh, there’s no all-heal, no wound-wort!
The soul looks from its hidden place
Unharmed, unflawed, unhurt.

 

The Wind That Shakes The Barley

There’s music in my heart all day,
I hear it late and early,
It comes from fields are far away,
The wind that shakes the barley.

Above the uplands drenched with dew
The sky hangs soft and pearly,
An emerald world is listening to
The wind that shakes the barley.

Above the bluest mountain crest
The lark is singing rarely,
It rocks the singer into rest,
The wind that shakes the barley.

Oh, still through summers and through springs
It calls me late and early.
Come home, come home, come home, it sings,
The wind that shakes the barley.

 

Mater Dei

She looked to east, she looked to west,
Her eyes, unfathomable, mild,
That saw both worlds, came home to rest,­
Home to her own sweet child.
God’s golden head was at her breast.

What need to look o’er land and sea?
What could the winged ships bring to her?
What gold or gems of price might be,
Ivory or miniver,
Since God Himself lay on her knee?

What could th’ intense blue heaven keep
To draw her eyes and thoughts so high?
All heaven was where her Boy did leap,
Where her foot quietly
Went rocking the dear God asleep.

The angel folk fared up and down
A Jacob’s Ladder hung between
Her quiet chamber and God’s Town.
She saw unawed, serene;
Since God Himself played by her gown.


Katharine Tynan (21 januari 1861 – 2 april 1931)
Portret door John Butler Yeats, 1887

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *