Klaus Rifbjerg, Jan Greshoff, Ingo Schulze, Simone van der Vlugt, Edna O’Brien, Hans Carossa, Nicolas Gilbert

De Deense dichter en schrijver Klaus Rifbjerg werd geboren op 15 december 1931 in Kopenhagen. Zie ook alle tags voor Klaus Rifbjerg op dit blog.

 

The hovering tree

Most trees
grow in the ground
but my tree
grows at third floor height
and recently my neighbour said
that it ought to be cut down.

Perhaps it grows in the ground
further down
but for me it
mostly grows out there
in front of the window
at third floor height.

Too long far too long
it stood there bare
and I thought that
perhaps it would never
come into leaf but one day
it was green.

Green leaves and bursting buds
a kind of shimmering
erective giddiness
hovering
outside my window.
The airborne tree!

My lungs opened out
a sprouting sap-taut branching system
aerial mycelium and oxygen
unfolded everywhere
I was breathing!

The neighbour felt
the tree took too much light.
When he looked at it
he didn’t see
that it gleamed!

The axe has been laid at the foot
of the tree
on the asphalt
the few places trees grow
in their humble holes
in the city.

Hovering out there my
breath
and at third floor height
my green soul
immortal and ready for battle
defying all natural laws
in the holy name of nature and
growth.

Let there be light!

 

Translated by Joh Irons

 

 
Klaus Rifbjerg (Kopenhagen, 15 december 1931)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Jan Greshoff werd geboren op 15 december 1888 in Nieuw Helvoet. Zie ook alle tags voor Jan Greshoff op dit blog.

Uit: Koffiehuis-letterkunde

“Café Merkur
CAFÉ Merkur te Leipzig is in een poover hoekhuis met den ingang juist op dien hoek, en met een lang smal zaaltje aan beide straten. De lucht is er duf om in te ademen; er hangt altijd een vage geur van verslag en bier en oude asch. Op den viezen plankenvloer staan wat kleine ronde en grootere vierkante tafeltjes met marmeren blad en daarbij ongemakkelijke, afgebruikte Weenerstoelen. Er zijn enkele banken tegen den wand met verschoten roodpluche overtrek als in een verouderde eerste-classe-coupé. In het linksche zaaltje zitten onschuldige en onschadelijke Saksische staatsburgers bijeen, die, procuratiehouders en ambtenaren, hun vredigen werkdag vredig besluiten met een potje skat of een spelletje trictrac. In het rechtsche lokaal zitten de ‘intellectueelen’ van Leipzig. – Aan den wand hangen daar de couranten en tijdschriften, in alle talen en van alle richtingen geduldig naast elkaar. Maar kenmerkend is het voor de bezoekers dat revolutionaire en joodsche organen, dat ‘Vörwarts’ en ‘Berliner Tageblatt’ meer gelezen worden dan de ‘Kreuzzeitung’ en de ‘Hammer’. – Tegen elven zit er, breed op zijn stoel, Franz Werfel de dagbladen na te zoeken naar opstellen waarin een vervoerd essayist zijn werk geestdriftig looft en het boven of naast dat van Verhaeren stelt, als van den grootsten Duitschen dichter na Dehmel, van den hartstochtelijken levensvereerder, van den meester van het nieuwe Pathos. Dat is de toon waarover men over hem thans bijna zonder uitzondering schrijft, en er gaat zelden een avond voorbij dat hij niet in dit of dat drukwerk iets van dien aard over zich zelve en zijn werk weet te vinden. Na met stil en aandachtig plezier den lof genoten te hebben, doet het zijn ijdelheid goed bóven zulken lof verheven te zijn, en noemt hij den criticus een stomme sul, een imbeciel.
Franz Werfel draagt een zeer-verwilderd kindergezichtje boven zijn ontijdige corpulentie. Hij speelt dan ook, afwisselend, de rol van wonderkind en van gevestigde reputatie. – Zijn conversatie zou van een goedmoedige onbeduidendheid kunnen zijn indien hij ze niet onverdraaglijk maakte door met eenige regelmatigheid diepzinnige aphorismen of brutaaluitziende paradoxen te plaatsen welker vermeende ‘uitwerking’ hij dan weer door zijn vetten en voldanen glimlach tracht te neutraliseeren.“

 

 
Jan Greshoff (15 december 1888 – 19 maart 1971)
In 1927 

 

De Duitse schrijver Ingo Schulze werd geboren in Dresden op 15 december 1962. Zie ook alle tags voor Ingo Schulze op dit blog.

Uit: Simple storys

„Ihn hat er mit keinem Wort erwähnt. Bis zuletzt nicht. Das heißt, in Florenz, als wir darauf warteten, daß alle vom Glockenturm herunterkämen, fragte Ernst: »Wo ist denn unser Bergsteiger?« Ich achtete nicht darauf oder glaubte, die beiden hätten sich irgendwann mal unterhalten – Ernst ging ja immer vor mir zum Frühstück. Er sagte noch etwas von Klimmzügen am Türrahmen. Vorher, in Padua, wollte der Bergsteiger unbedingt, daß wir anhielten, um eine Kapelle zu besichtigen oder eine Arena, was gar nicht im Programm stand. Ich drehte mich nach ihm um – er saß ganz hinten. Sein Blick ließ sich von nichts irritieren und ging geradewegs zur Frontscheibe hinaus, als wären wir alle nur dafür da, den Herrn endlich an sein Ziel zu bringen. Vielleicht bin ich ungerecht, vielleicht wäre er mir ohne das spätere Spektakel gar nicht in Erinnerung geblieben, vielleicht werfe ich auch die Reihenfolge durcheinander, aber ich erfinde nichts.
Sie müssen mal versuchen, sich das vorzustellen. Plötzlich ist man in Italien und hat einen westdeutschen Paß. Ich hieß Ursula und Ernst Bodo, Wohnort: Straubing. Unsere Nachnamen habe ich vergessen. Man befindet sich auf der anderen Seite der Welt und wundert sich, daß man wie zu Hause trinkt und ißt und einen Fuß vor den anderen setzt, als wäre das alles selbstverständlich. Wenn ich mich beim Zähneputzen im Spiegel sah, konnte ich noch viel weniger glauben, in Italien zu sein.
Bevor wir Florenz in Richtung Assisi verließen, es war unser letzter Tag, hielt der Bus auf einem Parkplatz, von dem aus wir über die Stadt blicken konnten. Der Himmel war bedeckt. Ernst kaufte einen Teller mit der Darstellung Dantes und schenkte ihn mir – zum Hochzeitstag.
Dann fuhren wir durch Regen, und allmählich wurde es so neblig, daß ich außer Leitplanken nichts sah und einschlief. Als Ernst mich weckte, stiegen die ersten schon aus.“

 

 
Ingo Schulze (Dresden, 15 december 1962

 

De Nederlandse schrijfster Simone van der Vlugt werd geboren in Hoorn op 15 december 1966. Zie ook alle tags voor Simone van der Vlugt op dit blog.

Uit: Morgen ben ik weer thuis

“Ze ziet het niet aankomen. Niemand ziet het noodlot naderen, waardoor het des te harder en meedogenlozer toeslaat. Haar gedachten nemen haar zo in beslag dat ze geen aandacht voor haar omgeving heeft. De belangstelling waarmee de onbekende man haar bekijkt, ontgaat haar, ze ziet hem niet eens staan.
Britt was zo blij toen juf Madeleine haar net, na afloop van de turnles. wenkte. Haar hart begon meteen hoopvol te bonzen. Ze keek om naar Emma. die het gebaar van de juf ook gezien had en even in verwarring was. Toen duidelijk werd dat juf Madeleine alleen haar. Britt. wilde spreken, was Emma langzaam weggelopen.
‘Ik heb goed nieuws voor je, Britt.” zei juf Madeleine opgewekt. ‘We hebben er gisteren over vergaderd en we vinden allemaal dat je een enorme sprong hebt gemaakt. Letterlijk en figuurlijk? Ze lachte erbij, alsof ze een grap maakte, en Britt glimlachte terug, al begreep ze niet precies wat de juf bedoelde.
Wat ze wel begreep was het nieuws dat ze geselecteerd was om op een hoger niveau te gaan turnen. Stralend hoorde ze de complimenten aan. Dat ze over zoveel kracht en souplesse beschikte, en dat ze zich zo snel ontwikkeld had. Ze zou nu wel de jongste van de groep zijn en een tijdje op haar tenen moeten lopen, maar de juf had er alle vertrouwen in dat ze zich zou handhaven.
Met een brede lach op haar gezicht was Britt de sportzaal uit gelopen. De kleedkamer was nagenoeg leeg. alleen Ilse en Fiona stonden er te kletsen terwijl ze uitgebreid hun haren kamden. Emma was weg.”

 

 
Simone van der Vlugt (Hoorn,15 december 1966)
De Oosterpoort in Hoorn

 

De Ierse schrijfster Edna O’Brien werd geboren op 15 december 1930 in Tuamgraney (County Clare). Zie ook alle tags voor Edna O’Brien op dit blog.

Uit: Een meisje van buiten (Vertaald door Molly van Gelder)

“Ik heb veel gehuild tijdens het schrijven van The Country Girls, maar dat had ik nauwelijks door. Het was trouwens heerlijk om te huilen. Er werden gevoelens aangeroerd waarvan ik niet wist dat ik ze had. Ik kreeg een glashelder beeld voor ogen van een vroegere wereld, velden en dalen waar eeuwenoude muziek zou sluimeren. Ik gebood mezelf om ’s nachts van Drewsboro te dromen, om mijn geheugen op te frissen. De ene keer waren het pasgeboren kalfjes die elkaar verdrongen bij de emmer afgeroomde melk, de andere keer waren het gansjes met veertjes zo zacht als bloemblaadjes, en één herinnering die me altijd is bijgebleven is dat ik mijn vaders schenkelvlees met een tang vastpak en op het punt sta het in het vuur te deponeren in de kleine haard boven, waar nooit een vuur brandde. Moeder, vader, veld en fort, noodhekken, platgeslagen koren en rijzend brood. Binnen en buiten. De heggen in mei, een feest van roze en wit, meidoornbloesem als dwarrelende confetti.
Opnieuw zag ik een hond de nageboorte van een kalf oplikken, en ik zag het donkere fort waar lady Drew in nachtgewaad werd gezien en waar op een zomerse zondag een meisje met pijpenkrullen me naar binnen lokte voor een ‘operatie’. Het was er pikdonker en in de beschutting van lage takken deden we ons onderbroekje uit en daarna trokken we wilde irissen uit het moeras waar ze groeiden en stopten de natte modderige wortels bij elkaar naar binnen, smekend om genade. Onze kreten vloeiden samen, gesmoord door zwermen gonzende bijen en hommels, en we zwoeren eeuwige geheimhouding. Toen we later in het zonlicht stonden, hadden haar ogen een vreemde zwarte glans, haar pupillen gele spleetjes in het licht, en ze zei dat ze het ‘ging zeggen’ tenzij ik haar mijn mooiste bezit gaf, een zakdoekje van crêpe georgette met een roze poederdonsje erop gestikt. En dat heb ik gedaan.
De eerste alinea van mijn roman ging over de angst voor de vader – ‘Ik werd vlug wakker en zat meteen rechtop in bed. Alleen als ik me ergens zorgen over maak word ik zo gemakkelijk wakker en even wist ik niet waarom mijn hart sneller klopte dan normaal.”

 

 
Edna O’Brien (Tuamgraney, 15 december 1930)

 

De Duitse dichter en schrijver Hans Carossa werd geboren op 15 december 1878 in Bad Tölz. Zie ook alle tags voor Hans Carossa op dit blog.

 

Alter Baum im Sonnenaufgang

Frühnebel steigt aus einsam altem Baum.
Es lichten sich die weiten Astwerkräume,
Die purpurbraunen, rostbespritzten Blätter,
Die nur der Frost noch festhält. Schwarz von Osten
Aufwogt Gebirg. Aus hoher Gipfelzacke
Strömt weißer Brand und saugt in großen Zügen
Den Dunst nach oben, schräge Strahlen lagern
Herab, leis knisternd fallen Blätter-
Und stärker schüttert Licht. Es klingt, braust, – schaudernd
Erwacht der dunkle Baumgeist: in die Sonne
Reckt er sich tausendzweigig, nieder
Wirft er die breite purpurne Belaubung,
Und Himmel, Himmel füllt das nackte Holz.

 

 
Hans Carossa (15 december 1878 – 13 september 1956)
Kerstmarkt in Bad Tölz

 

De Franse dichter Nicolas Gilbert werd geboren in Fontenoy-le-Château (Vosges) op 15 december 1750. Zie ook alle tags voor Nicolas Gilbert op dit blog.

 

Ode imitée de plusieurs psaumes (Fragment)

J’éveillerai pour toi la pitié, la justice
De l’incorruptible avenir ;
Eux-mêmes épureront, par leur long artifice,
Ton honneur qu’ils pensent ternir. “

Soyez béni, mon Dieu ! vous qui daignez me rendre
L’innocence et son noble orgueil ;
Vous qui, pour protéger le repos de ma cendre,
Veillerez près de mon cercueil !

Au banquet de la vie, infortuné convive,
J’apparus un jour, et je meurs.
Je meurs ; et, sur ma tombe où lentement j’arrive,
Nul ne viendra verser des pleurs.

Salut, champs que j’aimais ! et vous, douce verdure !
Et vous, riant exil des bois !
Ciel, pavillon de l’homme, admirable nature,
Salut pour la dernière fois !

Ah ! puissent voir longtemps votre beauté sacrée
Tant d’amis sourds à mes adieux !
Qu’ils meurent pleins de jours ! que leur mort soit pleurée !
Qu’un ami leur ferme les yeux !

 

 
Nicolas Gilbert (15 december 1750 – 16 november 1780)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e december ook mijn blog van 15 december 2013 deel 3.