Kristien Hemmerechts, Tom Lanoye, Jeanette Winterson, Lolita Pille, Lernert Engelberts, David Rowbotham

De Belgische schrijfster Kristien Hemmerechts werd geboren in Brussel op 27 augustus 1955. Kristien Hemmerechts viert vandaag haar 60e verjaardag. Zie ook mijn blog van 27 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Kristien Hemmerechts op dit blog.

Uit: Een huwelijk

“Hij is pas een dag in Amsterdam en eet mee aan de grote zwarte tafel. Hij zit er stilletjes bij, verstaat geen woord van het Nederlandse gekwebbel. Ik zwijg, wacht mijn moment af, oefen zorgvuldig het zinnetje dat ik hem straks wil zeggen. Of het waar is dat Britten geen identiteitskaart hebben. Ik had hem ook kunnen vragen of Londen inderdaad de hoofdstad van het koninkrijk is. En of de aarde rond de zon draait.
Maar hij hapte meteen toe. Was waarschijnlijk niet zo groot en sterk als iedereen dacht.
Daarna ging het zo snel dat er nog maar net de tijd was om hem aan de overkant van de straat te zien lopen zonder dat hij me zag, en hem te bekijken zoals je alleen iemand kan bekijken die jou niet ziet. Hij droeg de bruine houtje-touwtjejas die hij van zijn grootvader had geërfd en waarvan een zoekgeraakt houtje door een denneappel aan een ijzerdraadje was vervangen. Verder droeg hij een groen hoedje met een veer dat hij kort nadien ergens zou laten liggen. Een Tiroler hoedje. Ik zag hem lopen maar riep niet zijn naam. Ik haalde mijn schouders op en dacht: gewoon een man. Een beetje een sjofele man. Een man die toevallig in dezelfde flat woont als ik.
We gingen naar de film, we gingen naar het park, we gingen naar het strand, we gingen naar de kroeg. Nog geen maand later stapte hij mijn kamer binnen, zette zijn tas neer en zei dat hij een nieuwe huurder voor zijn kamer had gevonden. Dat we immers hadden afgesproken dat hij dat zou doen. O, zei ik en maakte plaats in mijn bed. Het was vroeg en ik was nog niet opgestaan. Maar ik had nog altijd iemand anders. Iemand die me lange brieven schreef uit een Belgische kazerne in Duitsland waar hij zijn legerdienst deed. Iemand die ik even was vergeten maar die het weekend daarop naar Amsterdam zou komen. Wat moest ik straks met die twee mannen in mijn kamer, in mijn bed? Dus vertelde ik hem wat ik al veel vroeger had moeten vertellen. En ik sprak de zin uit die jaren ons leven zou bepalen. ‘Het spijt me. Jij bent de eerste man met wie ik graag zou zijn getrouwd.’ Een zin als een ander. Als geen ander”.

 
Kristien Hemmerechts (Brussel, 27 augustus 1955)

 

De Belgische dichter en schrijver Tom Lanoye werd geboren te Sint-Niklaas op 27 augustus 1958. Zie ook mijn blog van 27 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Tom Lanoye op dit blog.

Uit: Het derde huwelijk

‘Als ik zou mogen adviseren aangaande dat slotshot, ik opteerde voor een doodgewone camera. Losweg op de schouder gedragen, als een wapen, een korte bazooka. Eén lange take is voldoende. Een paar keer schokkerig om mij heen draaiend. Tegelijk uitzoomend. Zo geeft de hele arena zich tergend langzaam prijs.’
(…)

‘Ik zou wel kunnen schreien, soms. Maar zo wil ik me niet ook nog eens zien zitten. Het is al gênant genoeg, met al dat schransen, en dat tv kijken, en de rest. Laat het schreien maar over aan wie dáár talent voor heeft. Er zijn er genoeg. Het klagen neem ik wel voor mijn rekening. Klagen zonder janken. Een mens moet zich toeleggen op waar hij goed in is. Klagen en medicijnen slikken. Lijden en aarzelen.’
(…)

‘Waarschijnlijk heeft zijn bezitter hier lang staan wachten op klandizie, heeft hij de inwendige mens proberen te versterken met een zakje borrelnootjes, en heeft hij een opkomende kriebel bedwongen door met zijn eethand eens flink aan zijn zak te scharten.
Op zich begrijpelijk ? maar stel nu eens dat ik allergisch was geweest voor noten? Dan lag ik nu schuimbekkend achterover op mijn rug te stuiptrekken, vermoord of toch minstens in coma door een scrotum met notensmaak. Je mag van de immer oprukkende civilisatie zeggen wat je wilt, maar de mogelijkheden om volstrekt surrealistisch aan je eind te komen nemen exponentieel toe.’

 
Tom Lanoye (Sint-Niklaas, 27 augustus 1958)

 

De Britse schrijfster Jeanette Winterson werd geboren in Manchester op 27 augustus 1959. Zie ook mijn blog van 27 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Jeanette Winterson op dit blog.

Uit: The Passion

“Our companion loosed her laces but kept her boots on, and seeing my surprise at forgoing this unexpected luxury said, ‘My father was a boatman. Boatmen do not take off their boots.’ We were silent, either out of respect for her customs or sheer exhaustion, but it was she who offered to tell us her story if we chose to listen.
‘A fire and a tale,’ said Patrick. ‘Now all we need is a drop of something hot,’ and he fathomed from the bottom of his unfathomable pockets another stoppered jar of evil spirit.
This was her story.
I have always been a gambler. It’s a skill that comes naturally to me like thieving and loving. What I didn’t know by instinct I picked up from working the Casino, from watching others play and learning what it is that people value and therefore what it is they will risk. I learned how to put a challenge in such a way as to make it irresistible. We gamble with the hope of winning. But it’s the thought of what we might lose that excites us.
How you play is a temperamental thing; cards, dice, dominoes, jacks, such preferences are frills merely. All gamblers sweat. I come from the city of chances, where everything is possible but where everything has a price. In this city great fortunes are won and lost overnight. It has always been so. Ships that carry silk and spices sink, the servant betrays the master, the secret is out and the bell tolls another accidental death. But penniless adventurers have always been welcome here too, they are good luck and very often their good luck rubs off on themselves. Some who come on foot leave on horseback and others who trumpeted their estate beg on the Rialto. It has always been so.
The astute gambler always keeps something back, something to play with another time; a pocket watch, a hunting dog. But the Devil’s gambler keeps back something precious, something to gamble with only once in a lifetime. Behind the secret panel he keeps it, the valuable, fabulous thing.”

 
Jeanette Winterson (Manchester, 27 augustus 1959)
 

 

De Franse schrijfster Lolita Pille werd geboren op 27 augustus 1982 in Sèvres. Zie ook mijn blog van 27 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Lolita Pille op dit blog.

Uit: Hell

« Six mois de bonheur…la chute lente… Et un jour on se retrouve à jouer seul. L’autre retire ses billes, reprend ses cartes, et vous restez là, comme un con, devant une partie inachevée… A attendre. Parce que vous ne pouvez faire que ça, attendre. Cesser d’attendre, ça voudrait dire que c’est fini.”
(…)

“Désillusionnée avant l’age je dégueule sur la facilité des sentiments.
Ce qu’on nomme l’amour n’est que l’alibi rassurant de l’union d’un pervers et d’une pute que le voile rose qui couvre la face effrayante de l’inéluctable Solitude.
Je me suis carapaçonnée de cynisme, mon coeur est châtré, je suis l’affreuse Dépendance, la moquerie du Leure universel; Eros planque une faux dans son carquois.
L’amour, c’est tout ce qu’on a trouvé pour aliéner la déprime post-coïtum, pour justifier la fornication, pour consolider l’orgasme. C’est la quintessence du Beau, du Bien, du Vrai, qui refaçonne votre sale geule, qui sublime votre existence mesquine.
Eh bien moi, je refuse.
Je pratique et je prône l’hédonisme mondain, il m’épargne. Il m’épargneles euphories grotesque du premier baiser, du premier coup de fil, écouter douze fois un simple message.”

 
Lolita Pille (Sèvres, 27 augustus 1982)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Lernert Engelberts werd geboren op 27 augustus 1977 in Leerdam. Zie ook mijn blog van 27 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Lernert Engelbert op dit blog.

Uit: Echte slechte mensen

“Bij het wegdragen kwamen we erachter dat de lift in de kantine te klein was. Dat werd later ook een heisa in de bank, dat de lift daar niet geschikt voor was. Hoe was dat mogelijk! Schande! Daar bemoeit het hele bedrijf zich dan mee. Men vond het niet kunnen dat een dode rechtop in de lift moest worden gezet. Alsof er een verschil is tussen bij leven rechtop in een lift staan of na je dood. De ideeënbus zat die maand eens niet vol met peuken en kauwgom, maar met suggesties toch iets aan die lift te doen. ‘Ik voel me sowieso erg opgesloten in de lift,’ had iemand geschreven, ‘kan er niet een grote lift komen?’ Iemand anders suggereerde om muziek te draaien in de lift, dat stelt gerust.”

 
Lernert Engelberts (Leerdam, 27 augustus 1977)
 

De Australische dichter, schrijver en journalist David Rowbotham werd geboren in Toowoomba.in de Darling Downs van Queensland op 27 augustus 1924. Zie ook mijn blog van 27 augustus 2010 en eveneens alle tags voor David Rowbotham op dit blog.

 

The Grave Of An Unknown Soldier
And The Garden Of Arlington

The garden of Arlington brings me to my own
grave among wounded gums and broken stone.
Not knowing whom, I served with some of these sons
from mayday coral to the nightmare Solomons
where hell came down on bravado. Everyone prayed
to Mum. The ships’ guns threw flames of smoke
into seas and coastlines bleeding green, and laid
down perimeters for the condemned to take again
the conquered islands. The carnage? Thank God you spoke.
Trenches swaddled the green dead who spaded in,
and many of these you must imagine here
among the shade of trees that stand in state
and want to shelter them – too late – with a great
camouflage: the green leaves of Arlington
in a soft and amber fall; and in the garden
Armageddon looks on them all with stillness
dug from a trench as deep as an unstaunched gun,
and I, the visitor, salute grave evergreen
and wounded gums that an unknown woman waits among.

 

Running

I saw a lame man running down a hill
of snipers and as he ran he stumbled and fell
but would grab at a tree to haul himself up again,
and keep running till he reached the armoured plain
where the rest waited and shot him just the same.
He stood, then stumbled and fell for the last time,
where the running strongest were the turreted ones
among helmets that could have done with them as friends.
The day was a sound of tanks and running guns,
and sputtering fire from the remnants that mark ends.
In the blaze of a shot-down heaven, the day was a hell
scorching an armoured plain and a snipers’ hill;
and the day was full of running; the day was full
of men running nowhere into the muzzles of guns.

 
David Rowbotham (27 augustus 1924 – 6 oktober 2010)
 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e augustus ook mijn blog van 27 augustus 2011 deel 2.