Lars Gustafsson, Markus Breidenich

De Zweedse dichter en schrijver Lars Gustafsson werd geboren in Västeras, op 17 mei 1936. Zie ook alle tags voor Lars Gustafsson op dit blog.

 

De bruggen in Königsberg

In de stad Königsberg in Pruisen
ligt een eiland dat Kneiphof heet,
omgeven door twee armen van de Pregel.
Zeven bruggen voeren over die twee armen.

Zeven bruggen. En ieder slechts één keer.
Het water is nu bijna overal te horen.
Het is blind water, zwart water,
nachtelijk water. Drie soorten water.

Kerken en torens en schuine groene daken.
Hier is een trap. Hier is een huis.
Hier is de hond die blaft op het erf.
Hij is zwart, pikzwart. Hij blaft.

Jaren. Jaren en dagen. Zo gelijk aan elkaar als…
Horen jullie mij? Ik zit opgesloten.
En men hoort het niet. Als Maagdeburger halve bollen.
Zo verschillend van elkaar als: Appels.

Vanuit een frisse oktobermaand; hondegeblaf
stemmen en maar één brug tegelijk,
nooit twee keer over dezelfde brug.
Sommige kinderen stappen altijd op iedere derde steen,

alleen op de derde. De afgrond lokt.
De derde deur die altijd piept.
Jaren. Jaren en dagen. Horen jullie mij? Oktober,
en nog steeds geen vorst in de lucht.

Om achtereenvolgens over zeven bruggen te lopen
en over iedere brug slechts één keer,
is, zo zegt de mathematicus Euler,
in feite een achtste brug nodig. Die is er niet.
Dat verdomde ijs, dat maar niet wil bevriezen!

 

Over alles wat nog zweeft

Mijn graf valt nog nergens te bekennen.
En dus zweef ook ik:
rust ook ik, onwetend van mijzelf,
in een luchtzee.
Zwevend met de zwevenden,
levend met de levenden,
rustend met de rustenden,
en, wellicht ook, zonder het te weten,
dood met de doden.
Hiervoor bestaat geen woord:
het is een manier van zweven.
“In de luchtzee”zoals ballonvaarders van weleer,
en die luchtzee ben je zelf.

Een keer, in Texas, zes uur ’s morgens,
zwemmend in het kristalheldere water
van een heel diep zwembad
eigenlijk bestemd voor duikers,
werd het zwemmen voor mij plotseling zweven.
Door de venstertjes van mijn duikbril neerkijkend
op de zwarte en witte tegels van de schone bodem,
vanuit precies zo’n hoogte die men in een vrije val
niet overleeft, kon ik een ogenblik bevroeden:
steeds verder te vallen, al vallend
toch te zweven, door iets onzichtbaars gedragen.
Glimlachend doorzien wij de klassieke schilders
en hun kinderlijke toverkunst
om een paar vogels veraf in het beeld te plaatsen,
heel klein, zwevend als bewusteloze tekens
tussen aarde en lucht, tussen licht en donker,
tussen water en land, kortweg:
iets dat zich tussen de verschillen bevindt,
schemerachtige dingen, die de diepte verschaffen
die het centrale perspectief alleen ons niet biedt.
Zo zweeft al wat dodelijk is in het binnenste
van zijn eigen beeld, ergens in de schemering,
en voor dit zweven bestaat geen naam

Zo zweven ook tekens boven witte vellen papier,
de sleuven boven de sneeuw, het goede boven de slechte tijd.
Zo zweeft alles. Het staat, zoals de engelen staan,
in ongekende beweging.
En voor de gang van de wereld bestaat geen naam.

 

Vertaald door J. Bernlef

 

Lars Gustafsson (17 mei 1936 – 3 april 2016)

 

De Duitse dichter en schrijver Markus Breidenich werd geboren in Düren op 18 mei 1972. Zie ook alle tags voor Markus Breidenich op dit blog.

 

Second Life

Hier waren de sproeten op
je gezicht slechts online pixels.

De handen een zee van
duizend kruisende lijnen.

Toekomst was een muisklik en één
van vele glazen bollen.

Griekse schoonheidsprofielen.
Je schreef dat je in die wereld

één kat en meerdere levens had. Een
zou alleen mij toebehoren. En jij zei

dat dit een spel met alles is. Een
meermaals geback-upt geluk opgeslagen

te zijn. Alleen soms spring je
uit alle wolken naar Off. Eenmaal

was het als delen van mij
in een lucht met hoge resolutie. Ik viel op

glazen hooi. Simuleerde de pijn
van de naalden in mijn hersenen. Dan

weer ving ik je op en las
in de ogen van knipperende cursors: L0ve.

De laatste keer sprong je alleen. Je

had het scherm van het lichaam gescheiden.
Het regende draden uit de lucht. In

real time. Op mijn scherm. Laatste
tekenen van jou. Op het scherm geschreven:

En blijf jij mijn kunsthart? Mijn
bedrieglijk echte omarming. Een vredig

berekende mond. Thuis in de kamer.
Blijf jij mijn aan? Mijn uit. Op de

terugweg van de computer naar bed
draadloos verbonden?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Markus Breidenich (Düren, 18 mei 1972)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e mei ook mijn blog van 17 mei 2021 en eveneens mijn blog van 17 mei 2018 en ook mijn blog van 17 mei 2015 deel 2.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *