Lucia Berlin

De Amerikaanse schrijfster Lucia Berlin werd geboren op 12 november 1936 in Juneau, Alaska, en bracht haar jeugd in telkens wisselende plaatsen door als gevolg van de carrière van haar vader die mijningenieur was. Het gezin woonde in mijnbouwkampen in Idaho, Montana en Arizona, en Chili, waar de Lucia bracht het grootste deel van haar jeugd. Als volwassene woonde zij in New Mexico, Mexico, het noorden en het zuiden van Californië en Colorado. Berlin begon relatief laat in het leven te publiceren onder aanmoediging van de dichter Ed Dorn. Haar eerste kleine bundel “Angels Laundromat” werd gepubliceerd in 1981, maar haar verhalen werden al geschreven in de vroege jaren 1960. Een aantal van haar verhalen verschenen in tijdschriften zoals “The Atlantic” en Saul Bellow’s “The Noble Savage”. Berlin publiceerde zes bundels korte verhalen, maar het grootste deel van haar werk is te vinden in de drie lateruitgaven van Black Sparrow Books: “Homesick: New and Selected Stories” (1990), “So Long: Stories 1987-92” (1993)en “Where I Live Now: Stories 1993-98” (1999). Berlin was nooit een bestseller, maar was wel invloedrijk binnen de literaire gemeenschap. Zij werd vergeleken met Raymond Carver en Richard Yates. Voor haar 1 pagina grote verhaal “My Jockey” ontving zij de Jack London Short Prize 1985 en zij won ook een American Book Award voor “Homesick”. Ook werd zij bekroond met een beurs van de National Endowment for the Arts. In 2015 verscheen een compendium van haar korte verhalen onder de titel “A Manual for Cleaning Women: Short Stories. Het boek haalde meteen de New York Times bestseller lijst. Gedurende haar leven verdiende Berlin haar brood met een reeks van gewone banen. Vanaf de vroege jaren 1990 doceerde zij creatief schrijven op een aantal plaatsen, waaronder de San Francisco County Jail en de Jack Kerouac School of Disembodied Poetics aan de Naropa-universiteit. Vanaf herfst 1994 was Berlin Visiting Writer aan de Universiteit van Colorado, Boulder. Berlijn is drie keer getrouwd en had vier zonen. Zij werd geplaagd door gezondheidsproblemen, zoals dubbele scoliose. Toen haar gezondheid en financiën verslechterden verhuisde zij naar een trailerpark aan de rand van Boulder, en later, naar een omgebouwde garage achter het huis van haar zoon buiten Los Angeles

Uit:A Manual for Cleaning Women

“Most of the time I feel all right about getting old. Some things give me a pang, like skaters. How free they seem, long legs gliding, hair streaming back. Other things throw me into a panic, like BART doors. A long wait before the doors open, after the train comes to a stop. Not very long, but it’s too long. There’s no time.
And laundromats. But they were a problem even when I was young. Just too long, even the Speed Queens. Your entire life has time to flash before your eyes while you sit there, a drowner. Of course if I had a car I could go to the hardware store or the post of€ office and then come back and put things into the dryer.
The laundries with no attendants are even worse. Then it seems I’m always the only person there at all. But all of the washers and dryers are going . . . everybody is at the hardware store.
So many laundromat attendants I have known, the hovering Charons, making change or who never have change. Now it is fat Ophelia who pronounces No Sweat as No Thwet. Her top plate broke on beef jerky. Her breasts are so huge she has to turn sideways and then kitty- corner to get through doors, like moving a kitchen table. When she comes down the aisle with a mop everybody moves and moves the baskets too. She is a channel hopper. Just when we’ve settled in to watch The Newlywed Game she’ll flick it to Ryan’s Hope.
Once, to be polite, I told her I got hot  ashes too, so that’s what she associates me with . . . The Change. “How ya coming with the change?” she says, loud, instead of hello. Which only makes it worse, sitting there, re ecting, aging. My sons have all grown now, so I’m down from € ve washers to one, but one takes just as long.
I moved last week, maybe for the two hundredth time. I took in all my sheets and curtains and towels, my shopping cart piled high. The laundromat was very crowded; there weren’t any washers together. I put all my things into three machines, went to get change from Ophelia. I came back, put the money and the soap in, and started them. Only I had started up three wrong washers. Three that had just finished this man’s clothes.”

 
Lucia Berlin (12 november 1936 – 12 november 2004)