Luuk Gruwez, Philip Larkin

De Vlaamse dichter, prozaïst en essayist Luuk Gruwez werd geboren op 9 augustus 1953 te Kortrijk. Zie ook alle tags voor Luuk Gruwez op dit blog.

 

Kanker

I
God, herstel deze vrouw, zij is nog niet
voltooid, zij moet mij nog ten grave dragen.
o, leg haar straks, al stijf van ouderdom,
met beide borsten in een kist.

ik weet dat u soms voorkomt in het wild
naast aasgier, lynx en tijgerkat:
fouilleer haar niet tot op het bot
of daar nog ergens kanker zat.

ook ik lijd honger aan haar lijf.
wees niet bekommerd om uw maal:
ik wil een ander kwijt in ruil voor haar.
ik wil een ander kwijt, of minstens mij.

II
zo bijna kwijt was je me nog het liefst
en ver van mij kreeg je een lijf
dat leed in de verleden tijd.
en dicht bij mij raakte je zoek.

je lijf leert me geschiedenis
en hoe het allemaal begon,
hoe – met de ziel maar op een kier –
het tochten kon tot in het vlees.

van kanker krijg je steeds gelijk.
voor al je angsten ben ik bang,
maar ik verbied je heel zelfzuchtig
je sjofelste, je ziekste zelf

voorgoed van mij te jatten.
ik wil geen ander kwijt dan mij,
nooit ziek, maar ongeneselijk,
zo weinig jaren in altijd.

 

Een handelaar in handen

ik ben de handelaar in handen.
ik slijt mijn waar van deur tot deur,
omdat ik streef naar een bestaan
dank zij de handen van een ander.

ik colporteer ook met gebaren
als strelen, smeken, bidden, slaan,
in alle maten en varianten.
slaat u de deur niet voor mij dicht:
ik ben een god die moe met schepping leurt.

handen kunnen beter wenen dan ogen
met vingers, binnenrijmen van de pijn.
gemerkt met eelt, gekromd van jicht
zijn zij deskundig in herinnering.
alleen met handen kan men vliegen.
men is alleen met handen mens.

de knuisten van een moordenaar
zijn mijn teerste handelswaar.
zo streelziek dat zij moesten wurgen,
zijn zij gekneusd door wrede vrouwenhalzen.

kom, past u eens de polsen van een dichter
met lenige gedachten om bij stil te staan,
of doet u eens de vingers van een drinker aan.
zij trillen van een weldoend gif.

maar blijf van mijn Gisèle af.
haar eeuwig ranselende klauwen
verraden heel haar dievenziel,
de farce in haar onderkeurs:
ik legde ééns mijn handen in de hare
en kreeg ze nooit, nooit meer terug.

 

Luuk Gruwez (Kortrijk, 9 augustus 1953)

 

De Engelse dichter Philip Larkin werd op 9 augustus 1922 geboren in Coventry. Zie ook alle tags voor Philip Larkin op dit blog

 

BRUILOFTSWIND

Mijn huwelijksdag lang woei de wind,
En mijn huwelijksnacht was de hooswinden nacht;
En een staldeur stoorde steeds maar met zijn gebonk;
Hij moest die dus gaan sluiten, mij in versuffing
Latend bij kaarslicht onder regenklank;
Ik zag mijn hoofd in de gekrulde kandelaar,
Maar zag toch niets meer. Weer terug noemde hij
De paarden onrustig, en zelf was ik bedroefd
Dat mens noch dier een aandeel had die nacht
In dit geluk van mij.

Nu overdag,
Bij zon, is door de loeiwind alles gehavend.
Hij kijkt naar wat is overstroomd, en ik
Draag een rietmand naar de kippenren,
Zet hem neer, en staar. Alles is wind,
Gierend door bos en wolken, jagend
Langs mijn schort en het wasgoed aan de lijn.
Is dit te dragen, zo’n belichaming door wind
Van vreugde waar mijn werk om draait, als ’n draad
Die kralen rijgt? Zal men mij laten slapen
Nu deze eeuwige ochtend mijn bed deelt?
Droogt zelfs de dood ooit nog
Dit nieuw heerlijk meer; eindigt hij
Ons knielen als vee aan al-voedende wateren?

 

Vertaald door  Cornelis W. Schoneveld

 

Philip Larkin (9 augustus 1922 – 2 december 1985)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e augustus ook mijn blog van 9 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 9 augustus 2019 en ook mijn blog van 9 augustus 2017 en ook mijn blog van 9 augustus 2015 deel 2.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *