De Amerikaanse dichteres Lydia Sigourney werd geboren als Lydia Howard Huntley in Norwich,Connecticut, op 1 september 1791 als enige dochter van een tuinman. Ze werd algemeen bekend als de “Sweet Singer of Hartford”. De meeste van haar werken werden gepubliceerd onder haar aanspreektitel Mrs. Sigourney. Ze bezocht een privéschool en opende in 1811 samen met haar vriendin Nancy Maria Hyde een school voor jonge dames in Norwich. De school moest sluiten toen Hyde ziek werd en niet meer in staat was les te geven. Na de sluiting van de school in Norwich, leidde ze van 1814 tot 1819 een soortgelijke school in Hartford in het huis van Daniel Wadsworth. In 1815 publiceerde Sigourney haar eerste boek, “Moral Pieces in Prose and Verse”. In 1819 trouwde ze met Charles Sigourney, een rijke weduwnaar met drie kinderen. Ze vestigden zich in Hartford en kregen vijf kinderen, van wie er drie stierven in de kindertijd. Haar man moedigde haar aan om haar tijd te besteden aan schrijven, maar verzocht om haar werk anoniem te publiceren. Ze deed dit tot 1833, toen het gezin financiële problemen had. Onder haar eigen naam kreeg Sigourney snel succes en publiceerde ze tientallen poëzie- en essaybundels. Haar poëzie houdt zich vaak bezig met Native Americans en anti-slavernij in een religieuze context en neemt vaak de vorm aan van een elegie. Sigourney werkte als redacteur voor Godey’s Lady’s Book en publiceerde haar werk in vele tijdschriften. Tijdens een reis door Europa in 1840 ontmoette Sigourney schrijvers waaronder Maria Edgeworth, William Wordsworth en Thomas Carlyle, een ervaring waarover ze schreef in “Pleasant Memories of Pleasant Lands” (1842). Haar memoires “Letters of a Life” (1866) werden postuum gepubliceerd.
Death Of An Infant
Death found strange beauty on that cherub brow,
And dash’d it out. There was a tint of rose
On cheek and lip;–he touch’d the veins with ice,
And the rose faded.–Forth from those blue eyes
There spoke a wishful tenderness,–a doubt
Whether to grieve or sleep, which Innocence
Alone can wear. With ruthless haste he bound
The silken fringes of the curtaining lids
For ever. There had been a murmuring sound
With which the babe would claim its mother’s ear,
Charming her even to tears. The spoiler set
His seal of silence. But there beam’d a smile
So fix’d and holy from that marble brow,–
Death gazed and left it there;–he dared not steal
The signet-ring of Heaven.
The Indian’s Welcome To The Pilgrim Fathers
Above them spread a stranger sky
Around, the sterile plain,
The rock-bound coast rose frowning nigh,
Beyond,–the wrathful main:
Chill remnants of the wintry snow
Still chok’d the encumber’d soil,
Yet forth these Pilgrim Fathers go,
To mark their future toil.
‘Mid yonder vale their corn must rise
In Summer’s ripening pride,
And there the church-spire woo the skies
Its sister-school beside.
Perchance ‘mid England’s velvet green
Some tender thought repos’d,–
Though nought upon their stoic mien
Such soft regret disclos’d.
When sudden from the forest wide
A red-brow’d chieftain came,
With towering form, and haughty stride,
And eye like kindling flame:
No wrath he breath’d, no conflict sought,
To no dark ambush drew,
But simply to the Old World brought,
The welcome of the New.
That welcome was a blast and ban
Upon thy race unborn.
Was there no seer, thou fated Man!
Thy lavish zeal to warn?
Thou in thy fearless faith didst hail
A weak, invading band,
But who shall heed thy children’s wail,
Swept from their native land?
Thou gav’st the riches of thy streams,
The lordship o’er thy waves,
The region of thine infant dreams,
And of thy fathers’ graves,
But who to yon proud mansions pil’d
With wealth of earth and sea,
Poor outcast from thy forest wild,
Say, who shall welcome thee.
Lydia Sigourney (1 september 1791 – 10 juni 1865)
Portret door C. A. Gray tussen 1855 en 1865